20 - 07 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Over het verzoek van die van
Bokhoven hun eigen gewas aan weerskanten ter markt te mogen brengen,
vragen
HHM advies aan de RvS.
2
Cornelis de Bruin, koopman te Neurenberg, verzoekt restitutie van zijn
goederen
die in het door admiraal
Reael
opgebrachte schip
van
Caspar Smits zaten.
HHM laten de
Admiraliteit te Amsterdam
hierover besluiten.
3
Languerack schrijft d.d. Parijs 6 juli over de lichting van vierduizend
man voor de
koning van
Denemarken, waartoe voor
het
konvooi vier oorlogsschepen zijn verzocht. In zijn brief van 5 juli
verzoekt
Zobel hetzelfde.
HHM stellen een besluit hierover uit.
4
Het op 19 juli opgestelde advies van fiscaal
Van den Broeck over het hem op 14 juli
overhandigde rekest van de
weduwe
van
Jan Calff is gelezen.
HHM besluiten tevens advies te vragen van fiscaal
Kinschot.
5
Dingen Meussen is toegestaan tegen Bosch' licent twee merries naar
Onsenoort te brengen.
6
Naar aanleiding van het verzoek van de ruiters van
Bergen op Zoom om betaling van 1.000 gld. rantsoen voor de
kornetspeler van de Infanta
depêcheren HHM ordonnantie.
7
Court Poppe, burger van Bremen, verzoekt 125.000 pond lont en
twintigduizend pond kogels
naar het leger van de
koning
van Denemarken te mogen brengen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
8
Een kopie van een brief d.d. Bahia de Todos os Santos 26 maart van admiraal
Pieter Hein aan de Bewindhebbers van de
WIC
is
gelezen. Hierin bericht Hein dat hij in deze baai 1 schepen heeft
veroverd, waarvan hij er vier stuurt geladen met 2.500 kisten
suiker.
Deze vier heeft hij gehouden, de rest is verbrand.
9
De
Admiraliteit in Zeeland
schrijft d.d. 16 juli dat kapitein
Thibault en zijn reders vragen om hun vier gevangenen op rantsoen te
mogen zetten.
HHM antwoorden dat zij zich dienen te houden aan het traktaat van de gevangenenruil, in plaats van zich te laten informeren over de kwaliteit van de gevangenen.
10
Jacques Watson is 18 gld. voor teergeld gegeven.
11
In een remonstrantie herinneren de pachters van de konvooien en licenten HHM aan hun eerdere klachten over de magistraat van
Deventer. Tevens uiten zij nieuwe klachten: opnieuw zijn de door hen
aangehouden paarden vrijgelaten, omdat ze door edellieden en
boeren
voor privé-gebruik zijn gekocht. De pachters willen betaling van
licent
over op de Deventer markt verkochte paarden
verordend zien. Eveneens
vragen zij of over de [Overijsselse]
Vecht
vervoerde stenen en hout niet
verlicent zouden moeten worden.
HHM besluiten zowel in Deventer als elders over paarden en over hout en stenen bij aankomst 's lands rechten te laten betalen. Stenen, hout of andere goederen mogen niet binnenkomen zonder hun speciale toestemming. De magistraat van Deventer zal ernstig worden geschreven zich niet in te laten met de konvooien en licenten, maar de hiervoor aangestelde officieren hun gang te laten gaan.
12
Na overleg over de door de Admiraliteiten verzochte subsidies worden opnieuw de provincies geschreven. Ten vervolge op de brief van 4 juni moeten zij informatie sturen over hun betalingen, anders kunnen zij een bezending verwachten. Voorkomen moet worden dat de middelen voor de oorlog te land worden ingezet voor de oorlog ter zee, wat volgens
Holland bij verdere weigering van de provincies noodzakelijk zal
zijn.
Tevens is besloten de heren van
Overijssel te verzoeken hun quote in het subsidie voor de Admiraliteiten
sinds 1622 op te brengen, op welke belofte zij zitting in de
Admiraliteit te Rotterdam
hebben
gekregen. Als de betaling uitblijft, zal bezwaar worden gemaakt
tegen verdere deelname aan het College.
13
Een conceptplakkaat over het door
Carpentier en
Hellinck gemaakte
gouden en zilveren draadwerk uit
Dordrecht is
gelezen.
Alle provincies gaan hiermee akkoord, maar die van
Holland willen het eerst aan hun
Staten
voorleggen.
14
De twee brieven van de
Admiraliteit te Rotterdam
d.d. 16 en 17 juli aangaande
Pieter Pieters Corn zijn zonder nader besluit gelezen.
15
Z.Exc. schrijft d.d. Emmerik [Emmerich] 18 juli dat hij dezelfde
dag met het leger naar
Millingen is vertrokken,
om
daarvandaan naar
Groenlo te gaan en te bekijken of
de
vijand toelaat deze plaats aan
te vallen.
De gedeputeerden te velde schrijven d.d. 18 juli met hetzelfde nieuws. Z.Exc. zou graag zien dat de
graaf van Buccleugh akte expectatief krijgt op een compagnie ruiters onder de
Schotse natie, of op een ander gewichtig ambt, maar geen
regiment.
Deze akte wordt opgesteld en aan
Carleton gegeven.
De gedeputeerden sturen tevens een conceptbrief aan
Wezel als uitschrijvende stad van de andere steden in het
Land van
Kleef en een brief aan de ridderschap
van
Gulik
[Jülich] en
Berg,
met het verzoek zich tegen de
keurvorst van
Brandenburg te blijven verzetten. De
Kleefse raden verzoeken HHM een dergelijke brief
op te stellen, waarmee zij akkoord gaan.
16
Het
Hof van Holland
meldt dat maarschalk
Mordian weigert aan de
weduwe van
Foulliart een
zuivere obligatie te geven of een obligatie waarin hij belooft
binnen
vier maanden het geld in handen van iemand te geven, om het na
verrekening
aan de weduwe te betalen. Het Hof wil dat HHM hun gezag aanwenden
om Mordian hiertoe over te halen.
Het Hof moet nogmaals proberen Mordian tot een vergelijk te brengen.