15
Z.Exc. schrijft d.d. Emmerik [Emmerich] 18 juli dat hij dezelfde
dag met het leger naar
Millingen is vertrokken,
om
daarvandaan naar
Groenlo te gaan en te bekijken of
de
vijand toelaat deze plaats aan
te vallen.
De gedeputeerden te velde schrijven d.d. 18 juli met hetzelfde nieuws. Z.Exc. zou graag zien dat de
graaf van Buccleugh akte expectatief krijgt op een compagnie ruiters onder de
Schotse natie, of op een ander gewichtig ambt, maar geen
regiment.
Deze akte wordt opgesteld en aan
Carleton gegeven.
De gedeputeerden sturen tevens een conceptbrief aan
Wezel als uitschrijvende stad van de andere steden in het
Land van
Kleef en een brief aan de ridderschap
van
Gulik
[Jülich] en
Berg,
met het verzoek zich tegen de
keurvorst van
Brandenburg te blijven verzetten. De
Kleefse raden verzoeken HHM een dergelijke brief
op te stellen, waarmee zij akkoord gaan.