23 - 07 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Gedeputeerde Staten van het Kwartier Veluwe
berichten d.d. Arnhem 10 juli de reiskosten van
Lancelot van Nimmegen niet te
betalen, tenzij
deze worden vergoed in hun bijdrage aan de subsidies voor de
Admiraliteiten.
HHM antwoorden dat zij het geld slechts mogen inhouden op de subsidies van voorgaande jaren, niet op het subsidie van 1627.
2
De RvS adviseert dat het op 10 juli gedane verzoek van de
weduwe van
Levingston teveel
gevolgen zal hebben.
HHM wijzen het verzoek af.
3
Inzake het verzoek van
Maria Wiems om betaling van het transportgeld van de compagnie van haar
overleden man,
kapitein
Steven Brunsfelt, uit
Schotland, blijven HHM bij hun
resolutie
van 12 februari.
4
Cornelis van Eck en
Jan van Eck verzoeken
hun stenen,
die in
Heel
in de
Bommelerwaard worden gebakken, aan
weerskanten ter markt te
mogen brengen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
5
Op verzoek van
Marten Janssen Groot en consorten zal aan
Joachimi en
Catz worden geschreven. Zij moeten
bewerkstelligen dat de
supplianten
hun door de Engelsen veroverde schip terugkrijgen, met vergoeding
van
alle schade en de rente.
6
De heren van
Holland hebben hun advies inzake de conferentie met de vijand
over de wederzijdse retorsie ingebracht. Zij gaan akkoord met een
conferentie, maar willen uitstel tot na de lopende maand.
HHM ontbieden
Van der Hoge ter vergadering. Samen met
Berckel moet hij
Kesseler op de hoogte
stellen.
Tevens
dienen zij te schrijven dat HHM de periode verlengen tot eind
augustus. tegen die tijd zullen enkele heren tot de conferentie
zijn gecommitteerd. Secretaris
Huigens is ontboden om deze
resolutie
aan de RvS
kenbaar
te maken, opdat in de tussentijd de retorsie niet wordt
voortgezet.
7
Het conceptplakkaat wegens het door
Carpentier en
Hellinck gemaakte
gouddraad is
vastgesteld.
1
8
Een brief van
Languerack d.d. Parijs 10 juli behoeft geen resolutie.
Van diens getoonde wisselbrieven van 333 en 1/3 kroon aan traktement, 200 kronen voor zijn rouwkledij wegens de
prinses van Orléans en 50 kronen voor een half jaar traktement van zijn
predikant, zal slechts de laatste worden betaald. Aangaande de
eerste wissel dient hij zich te wenden tot de provincie waaronder
hij
valt; bij de tweede dient hij eerst de rouwkleding te declareren,
alvorens een besluit wordt genomen.
9
De
Generaliteitsrekenkamer
heeft bevonden dat wijlen
Caron niets in rekening heeft gebracht of betaald heeft gekregen
voor het
onderhoud van een Nederlandse predikant in
Londen.
Dientengevolge geven HHM
Joachimi hiervoor niets op zijn declaratie en zullen zij de
ordonnantie conform de
resolutie van 7 juli betalen.
10
De theologen te
Leiden moeten specificeren wat zij voor hun
inspanningen in verscheidene in hun declaratie genoemde gevallen
ontvangen
hebben en nog dienen te krijgen. Daarna zullen HHM een passend
besluit
nemen.
11
Maarschalk
Spierinck is paspoort gegeven om met zijn dienaren, paarden, koets en
bagage gedurende zes maanden in de Republiek te verblijven.
12
Jasper Balligan de Jonge, wonend in Amsterdam, is toegestaan om naar
Brabant te gaan voor zaken.
13
De pachters van de konvooien en licenten hebben in verschillende remonstranties verzocht eveneens de binnenlandse paspoorten te mogen ondertekenen. De heren van
Holland hebben telkens verklaard dit aan hun
Staten
te moeten voorleggen.
Hun is verzocht dit bij de huidige vergadering van de Staten in te brengen.
14
De
RvS
verschijnt ter vergadering wegens diverse punten.
I De burgers van
Breda klagen ernstig over de trage teruggave van
door hen tijdens de belegering van de
stad aan compagnieën geleend geld.
HHM schrijven de nalatige provincies
Gelderland
,
Zeeland
en
Friesland
ernstig de supplianten te betalen.
II Het fort van
Steenbergen wordt wegens geldgebrek niet aangelegd.
De heren van
Holland zullen hierover met hun
principalen
spreken, opdat de
20.000
gld. die zij hebben opgebracht voor het uitdiepen van de
IJssel hiertoe wordt aangewend. Vanwege het hoge
water heeft de uitdieping nog geen voortgang gevonden. Tevens
worden de
heren van Zeeland
gemaand hun quote te betalen.
III De ruiters van
Nijmegen hebben twee paarden gehaald die woudgraaf
Goddert van Ewijck op paspoort van
het
Hof
van
Gelderland
naar zijn woonplaats had gebracht.
Aangezien Ewijck dit op een paspoort van het Hof van Gelre heeft gedaan, worden de ruiters door de RvS namens het land in redelijkheid schadeloos gesteld. Het Hof zal worden geschreven geen paspoorten uit te geven of hierover jurisdictie naar zich toe te trekken.
IV De heren van Friesland weigeren de fortificatiewerken in
Coevorden te betalen, die voor contant geld zijn aanbesteed. Zij
beweren dat hun quote opgaat aan de fortificaties te
Delfzijl,
Bourtange en
Bellingwolde en dat de werken in Coevorden betaald
dienen te worden uit de middelen aldaar.
HHM verzoeken die van Friesland een overzicht van hun betalingen aan fortificaties te maken en dit op te sturen. Ondertussen dienen zij de werken te Coevorden te betalen. Er zijn geen redenen de kosten op deze stad - die minder inkomsten heeft dan Delfzijl - af te schuiven.
15
Holland
krijgt volgens resolutie van 17 juli een akte van indemniteit
vanwege het stellen van zijn krediet voor 16.850 rijksdaalder.
16
De
keurvorst van Keulen klaagt d.d. Bonn 4 juli over een troep
soldaten die een konvooi van haneveders heeft aangevallen.
Tevens klaagt hij in een brief van 12 juli dat enkele lieden met hun karren en koopwaren uit het bisdom
Münster naar
Emmerik
[Emmerich] zijn
gebracht.
HHM laten de RvS over beide punten beslissen.