30 - 08 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Uit
Bergen op Zoom,
Steenbergen en
Klundert
zijn diverse brieven ontvangen, evenals van de
Gecommitteerde Raden in Zeeland
,
waarin om
bijstand van krijgsvolk wordt gevraagd. Bergen op Zoom
vraagt
tevens om vijf of zes stukken geschut.
HHM sturen alle brieven aan de gedeputeerden te velde, die er bij Z.Exc. op dienen aan te dringen zo spoedig mogelijk enkele compagnieën te sturen. Hem zal tevens worden gevraagd te beslissen over het geschut. Aangezien die van Bergen op Zoom echter niet hebben aangegeven welk kaliber zij nodig hebben, wordt hun geantwoord dit alsnog te schrijven, inclusief een opgave van het in de stad aanwezige geschut.
2
Een brief van agent
Mibassen d.d. 25 aug. wordt doorgestuurd aan de gedeputeerden te
velde ter mededeling aan Z.Exc.
3
Nicolaes Parmentier, geweldige provoost in Sluis, heeft betaling verzocht van
de onkosten van de gevangenen, die
Berckel en
Slachmulder in zijn huis hebben
ondergebracht.
Inclusief zijn eigen kosten komen deze neer op 508 gld. 12
st.
HHM geven het verzoek aan thesaurier-generaal
De Bie voor nader onderzoek. Hij dient de momenteel hier aanwezige
Manmaker te horen alvorens rapport
te
doen.
4
De
Admiraliteit te Amsterdam
stuurt een rekest van de ossenweiders uit
Emmerik
[Emmerich], die hun ossen naar neutrale plaatsen willen brengen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
5
Over het rekest van die van
Oosterhout om uit
Maaseik voor hun kerk tachtigduizend
dakleien te
mogen halen,
wordt advies gevraagd aan de RvS.
6
De
Admiraliteit te Amsterdam
antwoordt d.d. 27 aug. op de brief van HHM d.d. 26 aug. al haar schepen, jachten en fregatten op de kust te hebben. Zij acht het thans onnodig schepen naar de
Elbe te sturen, omdat de daar voor vertrek naar
Spanje liggende schepen uit
Hamburg
met deze
oostenwind zullen zijn vertrokken. Indien HHM toch willen dat het
College enkele schepen stuurt ter verhindering van de aanvoer
van
verboden waren naar Spanje, waartoe hiermee
op de
Elbe geladen schepen zouden mogen worden aangevallen of opgebracht,
zal dat worden nagekomen.
HHM stellen een besluit hierover uit.
7
Samuel Dorville, wonend in Amsterdam, krijgt paspoort om met zijn
vrouw, drie kinderen, zuster en een dienstmeid door neutrale en
vijandelijke steden naar
Duitsland en terug te
mogen reizen.
8
Een credentiebrief voor wijlen
Berck van de republiek
Venetië d.d. 2 juni
behoeft geen resolutie.
9
Despesses verschijnt ter vergadering. In een propositie verzoekt hij
HHM conform het verdrag van
Compiègne de
koning te ondersteunen met twintig
oorlogsschepen.1
HHM antwoorden de kwestie te zullen bestuderen en zo spoedig mogelijk te beslissen.
10
Vosbergen, teruggekeerd van het leger, bericht dat Z.Exc. en de
gedeputeerden te velde na bestudering van de door hem meegrachte
brief
van
Languerack
adviseren zich
neutraal
op te stellen tussen de kronen van
Frankrijk en
Engeland inzake het Franse verzoek
om schepen. Op deze wijze houdt men mogelijkheden voor een
bemiddeling
en daarom zou men alsnog willen aandringen op de voorgestelde
conferentie in 's-
Gravenhage. Mocht die niet
doorgaan, dan zou men aan beide koningen een bezending dienen te
doen.
HHM gaan akkoord. Per expresse schrijven zij Languerack en
Joachimi bij de koningen nader aan te dringen met het
houden van een dergelijke conferentie in 's-Gravenhage akkoord te
gaan.
Ondertussen zouden beide partijen een wapenstilstand dienen af te
kondigen. Dit laatste zal tevens bij
Despesses
en
Carleton worden
aanbevolen.
11
Vosbergen meldt dat
Z.Exc. in zijn
antwoord aan de
Deense koning het
sturen van enig krijgsvolk heeft geweigerd. Samen met
Ernst
Casimir en de gedeputeerden te velde meent hij dat HHM
iets dergelijks dienen te doen.
HHM antwoorden de koning het volgende:
I Door de belegering van
Groenlo is de
graaf van Isenburch
met
vijftienhonderd paarden,
vijfduizend soldaten en nog ander voor de
keizer gelicht volk
ervan weerhouden naar generaal
Tilly
te gaan.
II De vijand heeft nog twee legers in het veld.
III Als de vijand tegen de troepen van HHM naar de koning zou worden gestuurd, zou hij meer dan die twee legers kunnen sturen, waardoor HHM geen volk kan
missen. In ieder geval zou dit geen nut hebben voor de koning.
Desalniettemin zullen HHM, hoewel zij geen financiële steun meer ontvangen
uit
Frankrijk en
Venetië,
zich inspannen om de koning zijn subsidie te geven. Hiertoe
zullen
de provincies ook per brief ernstig worden gemaand.