24 - 09 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Een brief van resident
Aissema d.d. Hamburg 15 sept. behoeft geen resolutie.
21
De
Admiraliteit te Amsterdam
bericht in aanvulling op haar brief van 3 september. Het voorstel van agent
Pallache de aanvoer van balken, planken en stenen naar
Salé te verbieden is uit de lucht gegrepen. Hij
zou
dan ook geen akte dienen te krijgen om de schepen naar Salé te
inspecteren om te zien of er geen verboden waren aan boord zijn,
omdat
dit
afdoende door de commiezen ter recherche kan worden gedaan.
HHM volgen het advies en zullen de Admiraliteit schrijven het schip De Nachtegal met zijn lading katoen, Hollands lijnwaad, ijzer, tabak, drogerijen, kaarden, spijkers en delen naar Salé te laten gaan, op voorwaarde dat het opnieuw wordt onderzocht.
3
Gerrit Evertsen Roos c.s. verzoeken evocatie van het bij de
Admiraliteit te Rotterdam
ingestelde proces en surseance van executie door
Govert
Govertsen waarmee krachtens het voorlopige vonnis al is
begonnen.
HHM gelasten de Admiraliteit binnen veertien dagen te
vonnissen en intussen de executie op te schorten.
4
De RvS adviseert dat
Jan Claessen uit Oosterhout nog niet heeft voldaan aan de beschikking van
HHM d.d. 24 aug., omdat hij nog niet ronduit spreekt over het geld.
De
door hem genoemd
Pieter Carpentier uit
Dordrecht zou hierover gehoord moeten worden.
De Raad moet Carpentier horen.
5
De RvS adviseert het levenslange pensioen van de jonge
prins van Oranje te betalen uit het beschikbare geld van
Doublet.
HHM laten de RvS het geld halen uit de verstorven posten op de staat van oorlog.
6
Hans van Heiringer, koopman uit Keulen, mag tegen betaling van 's lands rechten
twaalfhonderd pond Elberfeldgaren in deze landen brengen.
7
De
RvS
compareert. Aangezien de provincies hun consenten voor het onderhoud van de waardgelders niet langer dan drie maanden bijdragen, welke periode binnenkort zal vervallen, en het seizoen voorbij is, adviseert de Raad te besluiten over hun afdanking.
HHM schrijven dit aan de gedeputeerden te velde, die het aan Z.Exc. moeten doorgeven. Alvorens een besluit te nemen zal zijn advies worden ingewonnen. De provincies
Friesland
en
Groningen
wordt verzocht de betaling
van 90.000 gld. elk voor drie maanden traktement van de
waardgelders
spoedig op te brengen.
8
De RvS mag besluiten over het verzoek van
Willem Coenders, commandant te Leerort, tot betaling van 100 rijksdaalder
wegens het ijsvrij maken van de
Eems.
9
De RvS bericht dat de vijand verbiedt met schepen uit
Brabant waren te halen. Vanwege de retorsie zou het daarom
verboden dienen te zijn dat iemand met schepen of schuiten hout,
turf, hooi of andere goederen naar
Antwerpen of
Breda brengt.
Gelet op de op 15 jan. 1626 aan
Oudenbosch en
Standdaarbuiten verleende akte nemen
HHM nog geen besluit.
10
Drost en gedeputeerden van Drenthe
schrijven d.d. Assen 17 september. Zij klagen dat kapitein
Copier, commandant van Zwartsluis, van de langsvarende schepen
door
Zwartsluis richting
Meppel
een
attestatie van de
vaandrig te Meppel verlangt dat de waren in de landschap worden
geconsumeerd en niet buiten het land zullen worden gebracht. Zij
vragen
om herstel van de situatie.
HHM geven de brief aan de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
. Zij moet Copier hierover schriftelijk of anderszins horen en vervolgens adviseren.
In een andere brief verzoeken de drost en gedeputeerden resolutie van HHM of zij hun declaratie bij de RvS dienen te doen of bij de
Generaliteitsrekenkamer
.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
Post prandium
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
11
De heren van
Holland berichten dat hun
lastgevers
het om verschillende, breed
uiteengezette redenen nodig vinden de gezantschappen naar de
koningen
van
Frankrijk en
Engeland vast te stellen en uit te
voeren. Bespoediging van de legatie is het meest voordelig, waartoe
de
instructie moet worden opgesteld en alle voorbereidingen moeten
worden
getroffen zodat deze zaken kunnen worden besproken met Z.Exc.
Ook de andere provincies achten de legatie nodig en nuttig. Zij menen echter dat voordat de instructie wordt vastgesteld, de eerder opgestelde instructie moet worden herzien en naar de huidige situatie gewijzigd.
Rantwijck,
Noortwijck,
Pauw,
Vosbergen,
Rode,
Walta
en
Alberts zijn hiertoe
aangewezen.
12
Ambassadeur
Carleton compareert en bericht dat het belang van de eerder door hem
ingediende proposities enorm is toegenomen. Hij heeft immers
vernomen
dat
Frankrijk en
Spanje
samenwerken.
Bovendien zijn de eerder gedane inleidende voorstellen om
Engeland en de Republiek met
Spanje te verenigen,
waartoe de koning Carleton
hoofdzakelijk hierheen heeft gestuurd, door de komst van
don
Diego de Mexia naar
Brussel beëindigd. Mexia heeft alle
onderhandelingen
stopgezet en 350.000 dukaten per maand voor de oorlogsvoering
meegebracht. Carleton vraagt hierom of het nu een wijs besluit zou
zijn
als HHM de hier uitgeruste schepen voor Frankrijk lieten uitvaren
om
daarmee de [gereformeerde] religie in
Frankrijk te
onderdrukken en
zijn
koning te benadelen.
HHM antwoorden de zaak in overweging te nemen opdat Carleton zoveel mogelijk zal worden tevredengesteld.