29 - 09 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM laten hun gedeputeerden alleen inzake de eergisteren besproken retorsie van de vijand in
Twente nogmaals maximaal twee dagen in conferentie treden met
Marquette. Als datum hiervoor is 6
okt.
vastgesteld. Aangezien zijn paspoort op 3 okt. vervalt,
is
dit verlengd tot eind oktober. De
drost van
Twente
zal tevens worden geschreven tegen die tijd daar [in
Roosendaal] te zijn.
2
De heren van
Holland melden dat er nader dient te worden gelet op personen die
uit de provincies naar het platteland gaan om daar in neutrale
plaatsen
of onder sauvegarde te gaan wonen. Zij zouden niet zonder paspoort
in
vijandelijke steden mogen komen en hun huishouding in de plaatsen
waar
zij vandaan komen dienen voort te zetten, zodat zij zich niet aan
de
lasten van het land onttrekken of iets kwaads voornemen.
Tevens dienen maatregelen te worden overwogen op het verbod van de
gouverneur van Breda om gewas per schip naar
Holland of
Zeeland te brengen. Bij retorsie zou kunnen
worden verboden turf, hooi, hout of anderszins per schip naar Breda
of
's-
Hertogenbosch te brengen.
HHM vragen schriftelijk advies van de RvS.
3
Het verzoek van de ossenweiders van
Gelderland,
Utrecht en
Overijssel hun
ossen naar neutrale plaatsen te mogen uitvoeren zal worden
besproken
in het kader van de hervatting van de licenten.
4
Op verzoek van
Boudewijn de Man c.s., reders van het schip De Gulde
Sterre, zal de
Admiraliteit te
Amsterdam
worden geschreven niet te procederen in
navolging van enig vonnis totdat HHM in deze zaak nader hebben
besloten.
5
Oosterwijck is op zijn verzoek toegestaan het geld van zijn traktement
en reiskosten te trekken op ontvanger
Reael te
Amsterdam. De heren van
Holland hebben hierin ook
toegestemd, mits dit wordt afgetrokken van hun ordinaris en
extraordinaris consenten. Dit hebben de overige provincies eveneens
besloten.
De
Admiraliteit te Rotterdam
wordt geschreven HHM meteen op de hoogte te brengen wanneer het voor Oosterwyck bestemde schip gereed is.
6
Joseph van Heynsen, burger van 's-Hertogenbosch,
Jan
Colyns, secretaris van de ambtman te Antwerpen, en Sir
Herbert Croft met zijn drie
dienaren mogen uit
vijandelijke landen hier komen.
7
Op verzoek van generaal
Morgan is zijn op 8 jan. verleende
verlof met behoud van traktement om in dienst van de
Deense koning
te treden
met
nog eens zes maanden verlengd.
8
Feith meldt zich schriftelijk af voor de vergadering van
de
Heren
Negentien
.
In zijn plaats wordt
Hendrick van
Eck gecommitteerd.
9
Willem Verlingh, burger van Goch, mag tegen betaling van 's lands rechten
maandelijks voor 3.000 gld. aan vlas, garen en lijnwaad uit het
Land van
Gulik
[Jülich] naar
Goch en
daarvandaan
naar de Republiek brengen.
10
Z.Exc. schrijft d.d. 25 sept. dat hij de volgende dag met het leger
naar de oever van de
IJssel wil optrekken en de
troepen wil verdelen over de langs IJssel en
Waal
gelegen steden.
De brief behoeft geen resolutie.
11
Op een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. 28 sept. met enige berichten over de vijand wordt geen besluit genomen.
12
De gezamenlijke kapiteins ter zee klagen over de resolutie van 28 augustus. Zij verzoeken opnieuw de betaling van de 7 st. aan mondkost voor matrozen te laten ingaan vanaf het besluit van de
Admiraliteit
om hiervoor op 6 st. te geven.
HHM houden dit in beraad.
13
De
president meldt dat
Carleton in de
zaak van
kapitein
Kerckhoff heeft
geantwoord hem te
zullen
tevredenstellen. De ambassadeur is verder tevreden dat HHM hebben
besloten
zijn proposities aan Z.Exc. voor te leggen, waarvan hij in
afwachting
is. Wel verzoekt hij op andere, eerder ingediende punten een
beslissing,
speciaal de terugroeping van
Jan Pieterssen
Coenen.
Ten slotte wil hij samen met de gedeputeerden van HHM de
conferentie
tussen
de kooplieden inzake de tarra bijwonen.
HHM verzoeken de heren van
Holland in de kwestie van Coenen hun besluit bekend te
maken, opdat Carleton kan worden geantwoord, afwijzend of niet. De
overige provincies hebben geen bezwaar hem tot de
conferentie toe te laten maar de heren van Holland houden
bedenkingen.
HHM laten alsnog
Vosbergen met
raadsheer
Asperen spreken
aangaande de
instructie voor het
proces
van
Amboina
[Ambon].
14
De instructie1 voor
Oosterwijck als ambassadeur ordinaris bij de republiek
Venetië is gelezen en vastgesteld.
15
De instructies voor de legaties naar
Frankrijk en
Engeland zijn gelezen maar nog
niet vastgesteld.