01/10/1627, 11

 
English | Nederlands

11 Uit de stukken van Baudewijn de Man en consorten, reders van De Gulde Sterre, is gebleken dat het schip verhuurd is geweest aan Isaac Antonio Lus. Het schip is in Engeland onder een algemeen bevel aangehouden, waarna zij het weer van de huurders hebben moeten overnemen met de commissie van de hertog van Savoye voor de huurders op kapitein Thomas Ellerts Veer en Lenert Govertsen uit Schiedam. Zij zijn niet uit deze landen gevaren met uitheemse commissie, waarbij nog komt dat abt Fiscailla zich met zaak bemoeit. Hij klaagt dat de commissie van zijn meester erdoor in twijfel wordt getrokken.
De in zijn brief van 9 sept. door admiraal Reael verhaalde redenen waarom hij dit schip met de bijbehorende buit heeft opgebracht in aanmerking genomen, achten HHM de kwestie van groot belang. Daarom laten zij de berechting over aan de Admiraliteit te Amsterdam om de zaak naar eigen inzicht af te handelen.