27 - 11 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De regeerders van
Amersfoort,
Rhenen,
Wijk bij Duurstede
en
Montfoort melden in hun rekest dat de
vroedschap
van
Utrecht
Rode
handhaaft als gedeputeerde ter Staten-Generaal zonder hun dit mede
te
delen. Ook
Wede, die door de
provincie
naar HHM is afgevaardigd voor de kwestie van de
IJssel, neemt zitting in de vergadering, ook als
deze
kwestie niet wordt behandeld. Aangezien dit in strijd is met het
recht
van de steden, verzoeken ze genoemde heren niet meer toe te
laten.
Aangezien Rode en Wede in opdracht van de
Staten van Utrecht
ter vergadering compareren laten HHM op het rekest apostilleren dat niet op hun verzoek kan worden ingegaan.
2
Op het verzoek van
Alewijn Hendrix c.s., reders van Den Coninck
David, wordt
Joachimi geschreven hen te helpen bij het
terugkrijgen van hun schip. Dit is door de Duinkerkers veroverd
en, na
verlaten te zijn, naar
Engeland gedreven.
3
Claes Gerritsen Compaen verzoekt om interpretatie van het hem door HHM gegeven
pardon. Hij wil niet alleen vrij zijn van wat hij door zijn
rooftochten op zee de Republiek heeft misdaan, maar ook van alle
aanspraken die particulieren op hem en zijn goederen zouden
mogen hebben als gevolg van op zee geleden schade.
Op advies van Z.Exc. laten HHM de suppliant het volledige effect van zijn pardon genieten, zodat hij en zijn goederen vrij zijn en niet gedagvaard noch aangehouden kunnen worden als gevolg van door hem op zee toegebrachte schade en schade die daardoor zou kunnen zijn ontstaan. Eenieder die aanspraak heeft op de door Compaen aan de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
geleverde goederen, moet zich tot dit College wenden en zijn rechtsvordering daar voortzetten.
4
Op het verzoek van de
weduwe van kapitein La Case om wat geld te ontvangen ter verlichting van de door haar
ter verkrijging van een traktement gemaakte kosten, kennen HHM haar
60
gld. toe.
5
Een hellebaardier meldt HHM dat de
prinses van Oranje vanmorgen is bevallen van een
dochter. Hij zal hiervoor worden beloond met
...1
Essen,
Noortwyck,
Wede,
Haersolte
en
Schaffer zullen
Z.Exc. hiermee gelukwensen.
6
De inhoud van de commissie voor de gezanten naar
Frankrijk en
Engeland is goedgekeurd. HHM stemmen er
eveneens mee in
dat de geloofsbrieven worden gedepĂȘcheerd. Er wordt nog geen
beslissing genomen over de volgorde in rang van
Sommelsdyck en
Vosbergen.
7
Gisteren is medegedeeld dat hofmeester
Mortaigne geen commensalen mag houden maar ze moet ontslaan,
conform de resolutie over het huren van het huis waarin hij
geplaatst is. Niettemin gaan HHM ermee akkoord dat hij de
heer van Gerestein enkele dagen in
dit
huis onderbrengt totdat deze een ander logement heeft gevonden. De
bovengenoemde resolutie blijft onverminderd van kracht.
8
Beraadslaagd is over de gisteren ontvangen brief van
Aissema.
Aangezien die van
Hamburg van plan zijn de vrije vaart op de
Elbe
onder toezicht te plaatsen, schrijven HHM hun de
staatse oorlogsschepen niet te beletten om tot aan hun
stad
koopvaardijschepen te konvooieren en de koopvaardijschepen niet met
lasten te bezwaren.
9
Lochteren en
Nobel hebben overlegd
met resident
Vosbergen.
Deze
heeft een contract gesloten met
Joost
Brasser betreffende het subsidie van HHM en hem
overgehaald de
koning van Denemarken al 90.000
gld.
te sturen. Brasser heeft aangeboden een contract te sluiten voor
nog
100.000 gld. mits hij van
Doublet
een obligatie tot terugbetaling van de 90.000 gld. krijgt.
HHM schorten een besluit op.
10
Geresumeerd is de op 3 nov. gelezen remonstrantie van de
Directeurs van de Levantse handel
. Aangaande het eerste punt is het advies van de Admiraliteiten over de door de Directeurs gevraagde zes schepen nagekeken.
HHM houden het eerste punt nog in beraad. Wel zal met de gedeputeerden van de Admiraliteiten besproken worden of de Directeurs niet aan een of twee konvooiers geholpen kunnen worden.
Aangaande het tweede punt verklaren HHM het goed te vinden dat
Hieronimus van Uffelen naar
Algiers en
Tunis
gestuurd wordt met een nader op te stellen instructie.
Aangaande
het
derde punt, het lastgeld, is op 8 nov. een resolutie genomen.
De
Directeurs hebben hierop verklaard deze niet te kunnen uitvoeren
omdat
het hun werk niet is aan te geven welke schepen door de
Straat
van Gibraltar varen, nog afgezien van het feit dat zij het
niet weten. HHM gelasten de consuls rond de
Middellandse
Zee telkens aan de
Admiraliteit te
Amsterdam
te schrijven welke
schepen in hun gebied komen. Dit College moet de namen van deze
schepen
doorgeven aan zijn ontvanger die dit in een apart overzicht moet
bijhouden en die het lastgeld van de schepen moet invorderen als ze
weer in de Republiek zijn aangekomen. Ze moeten het lastgeld binnen
een
maand betalen op straffe van verviervoudiging.
Aangaande het
vierde
punt stemmen HHM ermee in dat iedereen door biljetten zal worden
bevolen het lastgeld te betalen.
Aangaande het vijfde punt is
conform de remonstrantie van de Directeurs het op 10 okt. uitgevaardigde plakkaat over
de
uitrusting en het admiraalschap van de schepen die naar de Straat
van
Gibraltar varen met enkele
punten
uitgebreid. HHM laten het plakkaat opnieuw drukken.
2
11
Gelezen is de elfde rekening van
Languerack van 1 maart 1624 tot 1 maart 1625. Hierin worden enkele
posten opgevoerd die bij de declaratie van de heren die in die
periode
aan het extraordinaris gezantschap naar
Frankrijk
hebben deelgenomen, zijn goedgekeurd.
HHM besluiten ze hier te schrappen. Ook zal de resolutie van 28 feb. 1619 worden nagekeken krachtens welke Languerack 25 gld. per dag rekent als hij buiten
Parijs reist. De post van 2.500 gld. voor de begrafenis van zijn
echtgenote zal eveneens in nader
beraad gehouden worden.