29 - 12 - 1627
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Thesaurier-generaal
De Bie bezit enkele declaraties van hofmeester
Mortaigne over de defroyementen
van
de ambassadeurs.
Hij moet hierover aan de RvS rapporteren en daarop ordonnantie laten depêcheren.
2
Thesaurier-generaal
De Bie rapporteert niet te weten van de reizen van
Nicolaes van der Houve, waarvan op
24
dec. een declaratie is ingediend.
HHM zullen de declaratie voor onderzoek en betaling aan de
Admiraliteit te Rotterdam
ter hand stellen.
3
Voor onderzoek van de declaraties van wijlen
Berck worden naast thesaurier-generaal
De
Bie ook
Eck,
Noortwyck en
Ploos gecommitteerd.
4
De
weduwe van Pieter Slachmulder, grootmoeder en wettige tutrice van de vier onmondige
kinderen van
wijlen mr.
Daniel Slachmulder,
voormalig fiscaal van de Admiraliteit in Zeeland, verzoekt om een
vergoeding van zijn hoge onkosten vanwege diens extraordinaris
diensten
bij de uitwisseling van de gevangenen. Hij is tijdens de uitvoering
van
deze
commissie in 's-
Gravenhage gestorven.
HHM kennen haar voor deze aanspraken 400 gld. toe.
5
De
administrator van Maagdenburg wil door
Frankrijk naar
Engeland reizen ter bevordering van het
algemene welvaren.
HHM gelasten hun gezanten naar Engeland deze zaak aan te bevelen bij de
koning en waar dat verder nodig mocht zijn.
6
De burgemeester en schepenen van de stad en heerlijkheid
Breskens klagen door de burgemeesters en de schepenen van het
Vrije van Sluis bezwaard te worden met het
foerageren
van
de in
Cadzand gelegerde ruiters. Zij verzoeken
mandement van appèl met de clausule van inhibitie en relief
indien zij binnen een redelijke tijd de appellatie niet hebben
opgeworpen, verheven of vervolgd.
HHM machtigen de RvS de partijen schriftelijk op te roepen om deze zaak af te wikkelen.
7
Op het namens
Chastillon ingediende rekest om betaling van zijn traktement als
ritmeester gedurende zijn afwezigheid wordt advies aan de
RvS
gevraagd.
8
HHM wijzen het verzoek van
Dirck de Swart, voormalig kapitein in dienst van de WIC, om een traktement
of bijdrage, af. De suppliant wordt opgedragen zich te wenden tot
de
WIC
.
9
Konvooimeester
Adriaen Repelaer heeft gevraagd om een beslissing
over de rente na de opschorting van het overleg hierover op 24
december.
Na onderzoek van de eerder uitgebrachte adviezen en genomen
resoluties is hierover nog niet besloten. Doch Repelaer legt ten
overstaan van de
president de eed
af
conform de resolutie van 24 dec., waarbij hij verklaart van de
overgenomen ordonnanties direct noch indirect iets te
hebben ontvangen.
10
Ondanks nader aandringen van luitenant-kolonel
Douchan om betaling van het tijdens zijn afwezigheid
verschenen traktement, blijven HHM bij hun eerdere
resolutie. Ze wijzen
het verzoek dus af.
11
Een beslissing op het verzoek van
Isaac Lus om ten dienste van het land te worden aangesteld of een
traktement te krijgen, wordt uitgesteld.
12
De
Admiraliteit te Rotterdam
antwoordt op de brief van HHM d.d. 27 dec. geen sloepen te hebben waarmee
Zeeland kan worden bijgestaan.
Dit zal besproken
worden met Z.Exc.
13
HHM resumeren de gisteren voorgestelde zaak betreffende het slechten van de wallen te
Doetinchem en
Lochem. Z.Exc. stemt hiermee in, omdat de
vijand daar slechts met een formeel leger uit te krijgen zou zijn,
waarmee het graafschap
Zutphen opnieuw geruïneerd
zou
worden.
HHM schrijven de
Staten van Gelderland
het raadzaam te vinden tot het slechten van de wallen over te gaan. Men wil echter eerst met de Staten overleggen en zo spoedig mogelijk hun oordeel daarover vernemen.
14
De gedeputeerden van
Holland brengen naar voren dat de liquidatie van het voorschot aan
de Franse troepen nog niet is voltooid. Zij verzoeken dit te
hervatten
en af te handelen.
Hierop worden de retroacta nagezien.
15
De gecommitteerden van HHM ter beveiliging van de zee rapporteren conform de resolutie van 18 dec. met Z.Exc. te hebben overlegd over de opgestelde staat van de oorlog te water. De stadhouder heeft deze gehouden voor onderzoek. Ook hebben zij de andere hoofdzaken aan Z.Exc. meegedeeld. Hij stemt ermee in de soldij en de kostgelden van de
matrozen alsmede de kostgelden van de musketiers op de 35 schepen, vijf jachten en vijf fregatten, bestemd voor de kust van
Vlaanderen en voor het kruisen, te repartiëren over de
provincies. Ook mag men het op 16 nov.
goedgekeurde plan ter ontlasting van de Admiraliteiten over
de provincies repartiëren. Eveneens zou men een verdeelsleutel
voor de twee miljoen over de verschillende Colleges moeten
vaststellen, in evenredigheid met de mate waarin zij met de
equipage op
de rivieren en op zee
belast
zijn en het inkomen dat daartegenover staat. De
provincies
zou verzocht moeten worden meer lasten van de lopende schulden
op
zich te
nemen, dan waartoe zij verplicht zijn. Bovendien zouden zij hun
gedeputeerden nog zes jaren in de Admiraliteiten moeten laten
dienen. De Colleges zal worden verzocht ieder kwartaal een
overzicht van hun inkomsten op te sturen.
Ten slotte wordt voorgesteld een goede
vice-admiraal in
Holland aan te stellen over de
commandeurs op de
kruisers en om over hun traktement te besluiten.
Na onderzoek van al deze punten wordt de heren verzocht deze punten op schrift te stellen voor nader onderzoek.