08 - 01 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De
Directie van de Levantse Handel
adviseert d.d. 11 dec. 1627 over de op 26 okt.
1627 ontvangen brief van
Pieter Martenssen Coij. Coij krijgt nog 3.852 gld. van de wissel die hij in 1626
had
getrokken, terwijl
Lambert
Verhaer,
agent te Tunis, 1.000 realen van achten tegoed
heeft
van het geld dat hem voor het loskopen van de slaven was toegezegd.
Daarnaast moet hun in
aug. 1627 ingegane traktement van 3.000 gld. en 1.000 realen van
achten
vanwege beloning en loskopen van de slaven overgemaakt worden om
de schadelijke wissels te
vermijden. In totaal hebben zij een bedrag van 17.352 gld.
tegoed.
HHM laten de
Admiraliteit te Amsterdam
dit bedrag uit het lastgeld aan de Directeurs doen toekomen, zodat die het kunnen overmaken.
2
Jacomina Baerts, dochter van
Pascasius
Baerts, verzoekt
het kwartaal
waarin haar vader is gestorven en het haar toegezegde jaar van
gratie te krijgen.
HHM
laten de RvS hierover beslissen.
3
De
Kleefse raden verzoeken om wijn van de
keurvorst geheel vrij door Nederland te
mogen vervoeren.
Nadat HHM hebben
gezien dat er niet meer dan 936 tolvoeder op de lijst van de vrije wijnen staat, verlenen zij niet
alleen de keurvorst van Brandenburg, maar alle machthebbers op de lijst compleet vrije doorvaart op voet van de lijst en op hun
verzoek.
4
Op verzoek van
Willem van Dorth, voorheen kapitein in
Bahia de Todos os Santos, laten
HHM
de Bewindhebbers van de
WIC
ter
Kamer Amsterdam
hem zijn verdiende soldij
volledig
uitbetalen.
5
Matthys van Cronenborch verzoekt betaling van een ordonnantie van 1.300 gld., in
1584 door de
Landraad verleend aan
Evert
Everts de Bruin.
HHM wijzen dit van de hand.
6
Essen,
Noortwijck,
Ploos en
Schaffer melden dat om de contributies van de
Kleefse raden te onderzoeken de aanwezigheid
van
commissaris
Renssen en ontvanger
Onckel nodig is.
HHM zullen hen ontbieden met de
opdracht hun rekeningen met alle bewijsstukken, staten van
inkomsten en uitgaven en monsterrollen mee te brengen.
7
Nicolaes Despontijn verzoekt om afrekening van de diensten van kapitein
Despontijn, zijn oom, of anders
een jaarlijks onderhoud te krijgen.
Vanwege
Despontijns armoedige staat laten HHM de
deurwaarder hem nu
15
gld. en verder een jaar lang elke week 1 gld. geven.
8
Maximiliaen Sutton en de voogden van
Hendrick
Sutton,
gedaagden in hoger beroep contra kapitein
Herry
Meolis, impetrant, verzoeken HHM over de zaak
te beslissen.
HHM geven de stukken aan de advocaten
meesters
Persijn,
Cocq,
Paetz,
Brandijn en
Rixen. Zij moeten deze onderzoeken
en
er een advies en
concept
van vonnis over schrijven.
9
Nobel en
Aelberts melden dat de
declaratie van
Winant de Keiser
dermate hoog is, dat hierop niet ingegaan kan worden. De Keiser zou
voor zijn jaren als consul genoegen moeten nemen met eenzelfde
vergoeding
als de huidige agenten in
Algiers en
Tunis ontvangen.
HHM zullen de zaak
komende
week nader bespreken.
10
De commies
Kien is binnengetreden en wordt gehoord over de lijst van de
vivres,
die
Brasser gisteren heeft
gegeven. Kien verklaart dat de rogge en de kaas goed waren en dat
het
meel gebuild was, maar dat één partij rogge ongeveer 40 gld. te
duur
was gekocht.
De eveneens binnengekomen ontvanger-generaal
Doublet is gelast Brasser
te betalen, waarvoor hij geld moet reserveren. Doublet heeft
toegezegd dit te doen, maar zegt geen bankgeld te kunnen
leveren.