12
Ter vergadering compareert ambassadeur
D'Espesses die de onderstaande propositie doet.1
Op 13 jan. heeft D'Espesses uiteengezet wat de
koning vindt van de door HHM beoogde ambassade. Het verbaast hem
wanneer zijn betoog aanleiding zou hebben gegeven te
veronderstellen
dat het besluit van zijn koning de ambassadeurs niet toe te laten
als
zij hem iets anders zouden voorstellen dan het met
Languerack gesloten verdrag
verzacht
of aangepast zou
worden. Uit zijn laatste brieven blijkt dit nog duidelijker dan de
voorgaande, welke D'Espesses heeft geschreven en mondeling
overgebracht
aan de prins van
Oranje. Deze
vergadering heeft hij brieven getoond van de heer
D'Herbault aan hun twee
ambassadeurs.
HHM hebben dus geen reden onwetendheid te veinzen.
Een ambassadeur is niet verplicht zijn instructies te openbaren maar mag dat doen wanneer dat Z.M., het welbevinden van zijn bondgenoten en zijn eer en zekerheid dient. Daarom kunnen HHM de brieven lezen van Z.M. en de staatssecretaris met daarin de bevelen van de koning. Als HHM daarna volharden in een voor Z.M. onaangenaam en voor de staat nadelig besluit dan protesteert D'Espesses tegen de laster die gewoonlijk het meest over de eerlijkste mensen wordt uitgestrooid. Sinds zijn komst bij HHM is hij hier achtervolgd door laster, met name op gruwelijke wijze in deze kwestie. D'Espesses zou niet weten dat hij in enige plicht is tekortgeschoten.
HHM geven hierop de volgende verklaring.2
In zijn eerdere propositie van 13 jan. heeft D'Espesses voldoende en helder het standpunt van zijn koning over de ambassade weergegeven. Vanwege de huidige toestand van de Republiek en de naburige staten besluiten zij de ambassade naar de twee kronen echter niet uit te stellen.
1
De in het
Frans gestelde propositie is geïnsereerd
in
S.G. 3187 en gedrukt in:
Aitzema, S. & O. kwarto II,
574-575 slechts in Nederlandse vertaling) /folio I,
753-754.
2
De in het Frans gestelde verklaring is geïnsereerd
in
S.G. 3187 en in vertaling gedrukt in:
Aitzema, S. & O. kwarto II, 575/folio I,
753.