1
De
Admiraliteit in Zeeland
schrijft 29 jan. conform de resolutie van HHM nog drie schepen voor
Scheveningen te zenden.
Luitenant-admiraal
Dorp meldt op 31 jan. met zijn
schip en kapitein
Van der Habt en
Evert Anthonissen voor
Scheveningen te zijn gekomen.
HHM bespreken tevens het vertrek van de ambassadeurs naar
Frankrijk en
Engeland. Omdat de wind niet gunstig is
om vanuit Scheveningen weg te zeilen en de schepen evenmin voor
Scheveningen kunnen blijven liggen antwoorden zij
Dorp twee van de schepen naar het
Goereese
Gat te laten gaan. Daar moeten die wachten op de bevelen
van de
ambassadeurs. Dorp moet met zijn schip en andere schepen die daar
nog
zouden bijkomen terugkeren naar de kust. Schepen die hij onderweg
tegenkomt moet hij meenemen.
De ambassadeurs moeten vandaag of morgen naar
Brielle vertrekken en met de eerste goede wind zee kiezen. Daartoe
moeten de in de
Maas gelegen schepen met het
eerste hoge water
uitvaren
en tevens naar het Goereese Gat komen. Als de schepen daar op tijd
aankomen,
moeten zij of de twee andere met de ambassadeurs verder reizen. De
schepen met de bagage kunnen volgen als deze niet op tijd zijn
aangekomen.