07 - 02 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Voorgehouden is dat de kapiteins van het regiment
Candale, enkele ruitercompagnieën en anderen klagen over de hoge
renten
die zij aan solliciteur
Meurskens
moeten betalen.
Noortwyck en
Schaffer zullen zo
spoedig mogelijk onderzoeken of de renten voortkomen uit
achterstallige
soldij of anderszins en waaruit de achterstallige soldij het best
kan
worden betaald. Zij kunnen hiertoe de ontvanger
en
naar eigen inzicht ook anderen ontbieden.
Na lezing van het rekest van kapitein
De Loge gaan HHM akkoord met het verzochte appèl met clausule van
inhibitie van
het in het voordeel van Gosuinus
Meurskens gewezen vonnis. Voordat dit wordt
uitgevoerd trachten
Noortwyck en
Schaffer de zaak te
schikken.
2
De memorie van generaal
Nispen over enkele overtredingen van de muntplakkaten, ingeleverd
op 31 dec. 1627, wordt
besproken met de andere generaals van de
Munt
.
3
De
Staten van Friesland
en de
Staten van Groningen
zijn het geld verschuldigd dat zij in de zomer van 1627 hebben afgesproken te betalen voor de waardgelders. Daarnaast is Friesland nog een bedrag verschuldigd zodat er een tekort van 50.000 gld. is.
HHM laten ontvanger-generaal
Doublet daarom zo spoedig mogelijk zijn commies naar
Friesland
zenden om het restant en andere achterstallige betalingen op te
eisen. Zij gelasten hem de 50.000 gld. met de eerstvolgende
buitenlandse subsidie te verrekenen aangezien HHM dit bedrag niet
over de provincies willen repartiëren.
4
HHM depêcheren ordonnantie op de declaratie van
Jan de Jonge, burger van 's-Gravenhage, van 47 gld. 4 st. aan onkosten
wegens
het overbrengen van brieven van de gezanten in
Zweden
en
Polen.