05 - 04 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Aangezien commandeur van
Ootmarsum is overleden bevelen HHM
Hendrick van
Ittersum aan bij de landcommandeur van de Duitse Orde in
Westfalen als commandeur aldaar. Hij is van
dezelfde
Orde en heeft momenteel een ander commanderie. Ittersum is
afkomstig
uit de provincie
Overijssel en is de broer van de
huidige
drost van Twente waardoor
een
goede verstandhouding mogelijk is en geschillen tussen Overijssel
en de
daarin gelegen commanderie en over het vergeven van de
commanderieën
opgelost kunnen worden.
2
De
hertog van Lotharingen verzoekt d.d. Nancy 14 maart vrije uitvoer van
enkele goederen voor zijn hofhouding.
HHM stemmen hiermee in mits hij 's lands belasting betaald.
3
De heren van
Holland
nomineren
Johan van der
Duin, voormalig president-schepen van Rotterdam, in de
Admiraliteit te
Rotterdam
.
HHM depêcheren commissie en Van der Duin legt de hiertoe vereiste eed af.
4
De magistraat van
Amsterdam schrijft aanbevelingsbrieven ten gunste van de reders van het
schip Den Jonge Vos. De schipper heeft
dit
schip voor een geringe prijs moeten verkopen aan de voogd te ...
1genaamd
Arnt de Groot, omdat hij arbeiders
heeft verboden het schip van de klip waarop het gezeild was te
laten
halen.
Vervolgens heeft De Groot het schip in
Stockholm
opnieuw verkocht voor 3.005 Zweedse daalder.
HHM schrijven de
koning van Zweden De Groot ertoe over te halen de 3.005 Zweedse daalder aan de
reders te
betalen. Zijn officieren moeten immers niet verdienen aan de schade
en schipbreuk van ingezetenen van de Republiek.
5
HHM gelasten het conform de resolutie van 24 maart opgestelde conceptplakkaat tegen de Zwolse schellingen en zilveren guldens te drukken en uit te vaardigen.
2
Haersolte verzoekt om de Rijksmunt niet onder het plakkaat te laten
vallen en
Schaffer verklaart geen
last
te hebben het genoemde plakkaat te publiceren.
6
De schout en bestuurders van
Maassluis hebben op bevel van Z.Exc. twee visschepen met drie tot vier
etmaal aan levensmiddelen voor zestig man geleverd aan kapitein
Van der Habt.
HHM depêcheren ordonnantie van 300 gld. ter betaling van de vivres en vergoeding van de stuurlieden en matrozen.
7
Luitenant-kolonel
D'Estiaux verzoekt gemachtigden van HHM aangezien hij in zijn conflict
met
Meurskens voor de RvS niet
wordt
geholpen.
HHM laten de zaak beslissen door de RvS.
8
De
Staten van Utrecht
schrijven ten gunste van de
weduwe van kolonel
Utenhove opdat
zij een traktement krijgt.
HHM stellen een besluit hierover uit.
9
.
Conform het verzoek van de
Generaliteitsrekenkamer
d.d. 31 maart schrijven HHM de
Admiraliteit te Rotterdam
. Dit College moet zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen veertien dagen alle besognes met de voormalige ontvanger
Vroesen beëindigen die hij voor de verdere
betaling van zijn rekening nog behoeft. Als het College in gebreke
blijft,
gelasten zij de konvooimeesters en alle anderen van wie Vroesen nog
iets te vorderen heeft voor de Rekenkamer te komen en de
openstaande
schuldposten en tussen hen te vereffenen.
10
Vrouwe
Helena de Brederode, douairière van
Potlitz,
verzoekt aanbeveling aan de
Kleefse raden
opdat
zij de achterstand van haar man à 72.744 gld. 14 st. betaald
krijgt.
HHM zullen dit bespreken met de aanwezige heer
Ahr.
11
Eck en
Rode melden in de
declaraties van de generaals
Beveren
en
Van der Meiden en van
essayeur-generaal
Laurents van
Teylingen niets te royeren te hebben gevonden.
HHM verlenen daarom ordonnanties op deze declaraties. De declaraties bestrijken gezamenlijk een periode van anderhalf jaar van 1 jan. 1626 tot en met 30 juni 1627. De declaratie van Beveren bedraagt 3.154 gld. 11 st., die van Van der Meiden 3.707 gld. 1 st. en die van essayeur Teylingen 1.281 gld. 2 st.
Pieter van Beveren, Symon Van der Meyden en Laurens van Teylingen hebben tevens een begroting d.d. 18 dec. 16273 ingediend waarop zij voorstellen hun ambten te bekleden.
De generaals zullen in 's-
Gravenhage en daarbuiten in de Republiek HHM in raad en daad bijstaan
conform hun ambt. Daartoe vertrekt iedere generaal
één keer per
jaar,
terwijl de ander in 's-Gravenhage blijft, naar de provincies en
de
belangrijkste steden om daar de Munten, generale kantoren,
wisselbanken, wisselaars en de gilden van goudsmeden en
zilversmeden
te
visiteren en inlichtingen in te winnen op het gebied van muntzaken.
Ter
verzekering dat zij dit nakomen, moeten zij over iedere gemaakte
reis
en
hetgeen hen overkomt in uitoefening van hun functie schriftelijk
rapporteren aan HHM. Daarvoor en voor hetgeen de generaals tot nog
toe
in opdracht van de Generaliteit hebben gedeclareerd als ordinaris
wedden, vacaties, reiskosten, waardevermindering van de
munt of vermindering van geëssayeerde gouden en zilveren
penningen,
het in dienst nemen van extraordinaris personeel en expresse boden
en
wat het ambt in het algemeen aan kosten met zich meebrengt binnen
de
Republiek verzoeken zij jaarlijks ieder een
bedrag
van 1.800 gld (daarbij zijn inbegrepen de in hun commissie
toegezegde
en tot nog toe in 's-Gravenhage onthouden vrijstellingen waarvan de
generaals hierbij afstand zouden doen).
De essayeur-generaal stelt hetzelfde voor als hierboven mits hij jaarlijks 800 gld. ontvangt.
Aan de klerk kunnen HHM vragen waarmee hij tevreden zou zijn en hem een redelijke vergoeding voor zijn dienst geven.
De kamerbewaarder van de generaals ontvangt jaarlijks 150 gld. maar de generaals menen dat dit 200 gld. zou moeten worden.
Jaarlijks ontvangt de conciërge 20 gld. voor het onderhouden van de generaalskamer.
De kamerbewaarder van de Rekenkamers in
Holland die jaarlijks de kaarsen voor de generaals bestelt, krijgt
jaarlijks 8 gld. en voor de vuurstoker eveneens 8 gld., tezamen 16
gld.
Wanneer HHM hun voorstellen overnemen, dan zullen de generaals hun ambt met betere orde, eer en respect bedienen waardoor er meer inkomsten zijn en het land bijna de helft minder kosten draagt.
De heren van Holland vragen een kopie van de begroting om te onderzoeken.
12
Conform de resolutie van 3 april hebben
Walta en
Schaffer
Christoff van Bergh gehoord. Zij
melden dat zijn
uitvinding een soort galerij is die eenvoudig kan worden
verplaatst en
op wagens worden meegenomen.
HHM verzoeken Walta en Schaffer dit te bespreken met Z.Exc.
13
Resident
Aissema schrijft d.d. Hamburg 12/22 maart over de situatie in
Glückstadt. Hij heeft 10.000 rijksdaalder
getrokken
voor het onderhoud van het volk aldaar.
HHM laten ontvanger-generaal
Doublet de wisselbrief aannemen en schrijven de provincies hun
bijdragen aan het subsidie voor
Denemarken zonder
verder uitstel op te brengen.
Aangezien Aissema tevens meldt dat generaal
Reael naar
Praag zou zijn gebracht, vragen HHM
hierover advies aan Z.Exc.
14
HHM dateren het op 1 april goedgekeurde antwoord aan
Carleton op heden.