22 - 04 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De pachters van de konvooien en licenten melden dat een met marmer en albast geladen op de
Maas gelegen schip zonder last te breken of konvooi te betalen
naar
Frankrijk wil varen.
HHM schrijven de
Admiraliteit te Rotterdam
dat het schip conform de resolutie van 5 feb. uitgaand konvooi moet betalen.
2
Over het verzoek van de ingelanden van de
Kapellepolder nabij
Axel om verlenging van de in 1626
verstreken tien jaren vrijstelling
vragen HHM advies aan de
RvS.
3
HHM vragen de RvS advies over het verzoek van
Willem Roels, raad en fiscaal van de Raad van Vlaanderen. Om het
recht van de hoge overheid beter te kunnen handhaven, vraagt deze
HHM
vier
problemen op te lossen:
I De
Raad van Vlaanderen
heeft geen ordonnantie of instructie om zijn suppoosten eraan te houden binnen een bepaalde termijn goed en spoedig recht te doen voor goede lieden.
II De Raad heeft geen geld om het recht behoorlijk te kunnen handhaven.
III De fiscaal heeft geen dienaar om misdadigers te kunnen arresteren.
IV De fiscaal heeft sinds 12 aug. 1625 geen traktement ontvangen.
4
De erfgenamen van mr.
Jan van der Wercke vragen betaling van een ordonnantie van 1.200 gld. HHM
hebben dit bedrag op 2 jan. 1599 gepasseerd voor Van der Wercke
maar
het is tot op heden niet betaald.
HHM vragen hierover advies aan de
Generaliteitsrekenkamer
.
5
In aanwezigheid van
Z.Exc. en de
RvS
berichten
de heren van
Holland dat hun
lastgevers
het
rapport
hebben gehoord inzake de op 20 april voorgestelde werken ter
beveiliging van
Bergen op Zoom en
Steenbergen. De Staten van
Holland stemmen hiermee in, alsmede met de lening van
het
benodigde geld door hun provincie en
Zeeland
aan de Generaliteit.
HHM laten de RvS de werken visiteren door zijn afgevaardigden en in aanwezigheid van de in de resolutie van 20 april genoemde heren. Indien de werken overeenkomen met de opzet dan moet hij deze verder aanbesteden.
De heren van Holland en Zeeland moeten onderling bepalen welk aandeel in de lening zij op zich nemen.
HHM zijn hiermee akkoord gegaan in aanmerking genomen dat dinsdag aanstaande tevens de werken van de
IJssel en de grenzen van
Friesland
en
Groningen worden aangepakt. Om deze in
aanwezigheid
van Z.Exc. te onderzoeken, zijn op 20 april enkele heren
aangesteld.
6
HHM staan
Hendrick Cubit, Engels koopman te Rotterdam, toe 31.000 pond ijzer naar
Engeland brengen indien hij 's lands belasting
betaalt.
7
HHM laten de declaratie van generaal
Nispen voor de tussen 1 jan. 1626 en 30 juni 1627 wegens zijn ambt
gemaakte
kosten afhandelen zoals is voorgesteld. Aangezien deze en andere
declaraties te hoog oplopen en erop zou kunnen worden bezuinigd,
mogen
de generaals van de
Munt
voortaan
niet meer op kosten van het land voor hun ambt reizen zonder
voorgaande
toestemming van HHM.
HHM laten de declaratie van
Joost van Nispen, klerk van de generaals, over de periode 1 jan.
1626 tot en
met 29 feb. 1628 op dezelfde manier afhandelen. Deze bedraagt 2.031
gld.
8
HHM lezen het concept van de conform het besluit van 19 april opgestelde brief van de
RvS
. Deze dient ter opheldering van zijn aan de provincies gezonden brief van 18 maart.
HHM staan de RvS toe deze brief aan de provincies te sturen hoewel daarmee de door de eerdere brief veroorzaakte schade noch het nadeel voor het land zijn weggenomen. Daarom zal de zaak nader worden besproken.
9
Op verzoek van de in
Engeland verblijvende
ambassadeur van
Venetië staan HHM kapitein
Hemmekens toe vrij acht okshoofden wijn voor
hem
mee te nemen naar Engeland.
10
De
Admiraliteit te Amsterdam
schrijft inzake het rekest van vendumeester
Cornelis Mouris Hobbe en diens controleur
Manuel
Elle dat de vendumeester jaarlijks een ordinaris
traktement
van 400 gld. en de controleur van 350 gld. mag krijgen. Daarnaast
ontvangen zij gezamenlijk 3 groten Vlaams van de 12 groten Vlaams
die
bij
iedere koop ter waarde van 1 pond Vlaams wordt
gevraagd. Het College meent dat zij dit volgens het 88ste artikel
van de
instructie van de Admiraliteitscolleges moeten blijven
ontvangen.
HHM stemmen hiermee in en geven het Admiraliteitscollege toestemming de vendumeester en controleur op bovenstaande manier te betalen. Het College dient de traktementen dan wel te compenseren door beperking van het aantal cherchers in plaatsen waar er teveel zijn.
11
De gedeputeerden te
Emden schrijven d.d. Emden 6/16 april over de daar toegestane
toevoer aan de keizerlijken en de toevoer uit de Republiek.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
12
Op een brief van de gezanten in
Engeland d.d. Londen 6/16 april over de bespreking met de
commissarissen van de
koning
nemen HHM geen besluit.
13
Joachimi schrijft d.d. Londen 5 maart dat zijn driejarige commissie
op 28 sept. zal zijn verlopen. Hij verzoekt zo spoedig mogelijk
te
horen of hij na die drie jaren naar huis mag terugkeren.
HHM stellen een besluit hierover uit.
14
Carleton heeft audiëntie gevraagd om afscheid te nemen en is met
twee
karossen naar de vergadering gebracht. Daar toont hij een brief
d.d.
22
feb. waarin de
koning van
Groot-Brittannië HHM bericht Carleton terug te roepen en
in
zijn plaats diens neef
Dudleij
Carleton als agent in de Republiek aan te stellen. De
koning
vertrouwt erop dat HHM hem zullen accepteren.
Carleton bericht in opdracht van de koning eind volgende week te zullen vertrekken. Hij vraagt een antwoord op zijn laatste memorie en een besluit zoals zijn koning zal verwachten. Inzake de neutraliteit moeten HHM geen munitie laten verkopen aan
Frankrijk. Net als bij de equipage moeten zij handelen conform de
alliantie.
Tevens verzoekt Carleton door het schip van kapitein
Hemmekens te worden overgebracht. Indien er nog andere schepen op de
Maas klaarliggen, dan moeten deze meevaren tot de
hoogte van de
Theems.
HHM zouden geen bezwaar hebben tegen een langer verblijf van Carleton. Aangezien het de wens van zijn koning is, accepteren zij echter zijn vertrek. Tevens gaan zij akkoord met Dudleij Carleton als agent en zullen zij een besluit nemen over de memorie. Ten slotte schrijven zij de
Admiraliteit te Rotterdam
om kapitein Hemkens en andere aanwezige schepen gereed te houden voor het verzochte vervoer.