26 - 04 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De RvS adviseert inzake het rekest van de wijnhandelaars
Hendrick van Beeck en
Bernaert Braem. Zij
moeten zich wenden tot de Admiraliteit aangezien het paspoort voor
hun
wijn is afgegeven door de licentmeester van
Rees.
Aangezien in deze kwestie overtredingen van soldaten zwaarder wegen dan misbruik van de paspoorten, laten HHM de wijnen onder cautie vrijgeven. Verder mag de RvS een passend besluit over de zaak nemen.
2
Lodewich van Renes en
David Godijn,
inwoners van
Utrecht, verzoeken in
Zevenbergen te mogen
wonen.
Aangezien de heren van
Utrecht hiertegen geen bezwaar hebben, staan HHM dit
toe.
3
Op verzoek van
Balthasar Schuilenborch schrijven HHM agent
Mibassen om hem in
Boulogne-sur-Mer te
helpen zijn schip en goederen terug te krijgen.
4
Willem Colmore, Engels koopman, vraagt uitbetaling van de ongeveer
anderhalf jaar geleden door de
Admiraliteit
te
Rotterdam
gepasseerde ordonnantie van 4.504 gld. 19
st.
HHM geven de
ontvanger opdracht Colmore te betalen tenzij er reden is om dat niet
te doen.
5
HHM weigeren het verzoek van
Adriaen van den Broeck om vrij een molen naar
Made te
brengen.
6
David de Solemne vraagt brieven voor de gezanten in
Engeland opdat zij hem adres aan de
koning en de
hertog van Buckingham kunnen
geven.
HHM stemmen hiermee in.
7
HHM lezen het op 20 april opgestelde advies van de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges aangaande de op 15 april ontvangen brief van
Carl van Cracou en het rekest van de gezamenlijke spijkersmeden. Zij
adviseren een plakkaat uit te vaardigen tegen vervoer
van alle Noordse goederen,
inclusief klaphout, naar
Spanje. Daarnaast moet
voor één op de honderd ingevoerde spijkers 20 à
24
st. betaald worden.
De heren van
Holland stellen een besluit hierover uit.
8
Het schip van
Jan Jacobs Boyerman, burger van Hoorn, is door Duinkerkers gekaapt, verkocht
en onderweg van
Hamburg naar
Duinkerke door Nederlandse schippers
terugveroverd
en naar
Zeeland gebracht. Boyerman wil het schip
mee
terugnemen.
HHM geven het rekest aan de
Admiraliteit in Zeeland
om daarover conform de regels van het land te besluiten.
9
De RvS adviseert d.d. 16 maart over de op 6 jan. ingediende remonstrantie van
Ernst Casimir. De stadhouder heeft hierin aandacht gevraagd voor de grote
onkosten
wegens expedities die hij gedurende een aaneengesloten periode van
zes
jaar heeft gehad. In 1624 en 1625 heeft hij in
Brabant
te
Roosendaal bijna een jaar lang het gehele leger
aangevoerd en de kosten betaald, in 1626 heeft hij alleen het bevel
gevoerd over de belegering van
Oldenzaal en bij de
belegering van
Groenlo in 1627 heeft hij een groot deel van het
leger geleid. De
RvS
stelt voor Ernst Casimir om deze redenen eenmalig 15.000 gld. te
betalen.
HHM nemen dit advies over indien het geld uit de legerlasten wordt betaald. Daartoe moet ontvanger-generaal
Doublet ordonnanties depêcheren.
10
Ernst Casimir verzoekt vanuit
Wezel zevenhonderd balken
en vierduizend eiken planken vrij naar de
Republiek te mogen brengen.
HHM staan dit toe indien Ernst Casimir de goederen op het eerste kantoor laat aantekenen en 's lands belasting betaalt. Hij hoeft geen belasting te betalen over het hout dat hij daadwerkelijk voor zijn verbouwing nodig heeft.
11
Jacobus Rolandus, predikant te Amsterdam, is naar
Leiden
gegaan om aan de bijbelvertaling te werken.
Op zijn verzoek passeren HHM ordonnantie van 150 gld. voor een halfjaar huishuur tot 30 april en van 100 gld. voor het verhuizen van zijn familie.
HHM depêcheren eveneens ordonnantie van 84 gld. voor 21 dagen vacaties van Rolandus,
Walaeus
en
Festus Hommius. Dit is vanwege
zijn vertrek in
Amsterdam besteed.
12
HHM depêcheren ordonnantie van 300 gld. voor een jaar kostgeld, vervallen op 16 april, van
Laurens Marchalck, een van de voormalige rechters van Amboina.
13
Fiscaal
Sille bericht en dient op schrift in dat hij zonder de
getuigenverslagen
van de Engelse aanklagers geen goed werk kan verrichten in de zaak
Amboina
[Ambon]. Hij vraagt daarom of hij
de zaak moet voortzetten en spoedig een
rechtsgeding
aanspannen of de zaak moet vertragen.
HHM laten Sille zich in deze zaak gedragen naar het advies van
Carleton en de
courtmeester of een
andere door de Engelsen gelastigde. Tevens moet hij een deductie
van de
zaak
indienen om naar de gezanten in
Engeland te
sturen.
14
Een brief van de regenten van
Salé met beleefdheidsfrasen behoeft geen resolutie. Wel
moeten zij te zijner tijd met dezelfde beleefdheden worden
tegemoetgetreden.
15
Nobel,
Walta en
Schaffer berichten over het met
kapitein
Douglas gesloten
akkoord.
Ten eerste heeft Douglas beloofd met zijn twee broers op eigen kosten en risico de met geschut bewapende schepen van de vijand in het
Scheurtje
[Kanaal van Mardijck], de haven van
Duinkerke en andere door HHM
te bepalen plaatsen te laten zinken, vernielen of verbranden.
Daarvoor
hoeft
de Republiek slechts één oorlogsschip met twee of drie sloepen te
leveren om Douglas naar de locatie of daar in de buurt te brengen,
zodat hij zijn zaken kan doen en zich er na afloop weer op kan
terugtrekken.
Met last van HHM en Z.Exc. hebben de commissarissen Douglas beloofd op het kantoor van ontvanger-generaal
Doubleth te betalen:
30.000 gld. voor een schip van minimaal honderd last.
20.000 gld. voor een schip van minimaal zeventig last.
15.000 gld. voor een schip tussen vijftig en zeventig last.
10.000 gld. voor een schip van minimaal dertig last.
8.000 gld. voor een schip van minimaal twintig last.
4.000 gld. voor een jacht van maximaal twintig last voorzien van tenminste vier gotelingen.
8.000 gld. voor een fregat met twaalf riemen aan beide kanten.
2.000 gld. voor een sloep met acht roeibanken of zestien riemen.
1.200 gld. voor een sloep met zes roeibanken.
600 gld. voor een sloep met vier roeibanken.
Ten tweede krijgt Douglas alles in vrij eigendom wat hij kan redden van vijandelijke schepen die op de genoemde manier tot zinken zijn gebracht of vernield of verbrand, zoals schepen, jachten, sloepen, geschut, ankers, kabels en goederen.
Ten derde wordt Douglas behalve de genoemde premie terstond en contant betaald voor de kosten en moeite van zijn vorige uitvindingen, zoals onder meer een kanon, pieken en musketten. De modellen daarvan zijn in de Republiek waar zij zullen blijven. Volgens zijn declaratie bedraagt dit in totaal 12.000 gld.
Als Douglas' aanpak van de vijandelijke schepen effect heeft, krijgt hij boven de 12.000 gld. nog 8.000 gld. van de ontvanger-generaal. Dit is hem voor zijn uitvinding van het kanon en de musketten beloofd conform de akte van de RvS en de resolutie van HHM d.d. 2 maart 1627.
Douglas onderneemt alle activiteiten tegen vijandelijke schepen op eigen kosten en risico, behalve voor het oorlogsschip met twee à drie sloepen. Aangezien iedereen volgens de plakkaten van HHM de premies met staatse schepen, geschut en volk mag verdienen, rijst de vraag welke extraordinaris vergoeding hij daarvoor behoort te krijgen. Over de hoogte van die vergoeding bemiddelt en besluit Z.Exc.
Wanneer dit contract volledig is afgesloten, zal Douglas zijn leven lang iedere maand 500 gld. ontvangen van de ontvanger-generaal.
Ten slotte is Douglas beloofd dat indien HHM zijn vorige uitvinding, die nog niet mag worden gebruikt, ooit zullen inzetten, zij daarvoor de voorwaarden, premie en het traktement verschaffen zoals in de akte van 2 maart 1627 is vastgelegd. Bovendien krijgen Douglas en zijn twee broers voor alle genoemde uitvindingen octrooibrieven voor 23 jaar.
HHM keuren dit akkoord goed. Zij laten de RvS een ordonnantie van 12.000 gld. depêcheren ter betaling van door Douglas gemaakte kosten zoals is vermeld in het ingevoegde akkoord van 25 april.
16
Joachimi heeft een wissel van 1.404 gld. getrokken op
ontvanger-generaal
Doublet. Daarvan
is
1.000 gld. voor zijn voor de twee halve op 28 maart vervallen jaren
die
hij aan ordinaris traktement te goed heeft en 300 gld. voor het
traktement van zijn secretaris over dezelfde
periode. De resterende
104
gld. is voor het opgeld.
HHM laten Doublet de wisselbrief aannemen.
17
Dirck Janssen Lobbes verzoekt betaling van zijn tegoeden van
Wynant de Keiser.
HHM laten Lobbes' verzoek onderzoeken door de inzake De Keisers declaratie aangestelde heren.
18
Neck en
Schot, raden van State,
berichten dat de wapens voor de tienduizend man van de nieuwe
lichting
een aanzienlijk bedrag kosten waarvan de betaling moet
worden
geregeld. Verder weet de RvS niet waarvan het logiesgeld in
Emden moet worden betaald.
Het eerste punt zullen HHM bespreken met Z.Exc.
Aangaande het tweede punt moet de RvS onderzoeken of de servitiën niet kunnen worden vergoed van de op
Friesland
en
Groningen
gerepartieerde servitiën.
19
Op verzoek van
Julius Willekens schrijven HHM de
grootvorst van
Moskovië hem een aantal last rogge van
Moskovië naar de Republiek te laten brengen.
Willekens
moet
dan wel het land aanbieden de rogge tegen marktprijs af te
staan.
20
De heren
Lambert van Starckenborch en
Bernt Coenders van
Helpen uit
Hunsingo,
Bernt Schaffer en
Allert
Christoffer van Arentsma uit Fivelingo,
Pabo
Broersema,
Johan de
Mepsche uit het
Westerkwartier en dr.
Schato
Gockinga,
respectievelijk jonkers, hoofdelingen, raad en syndicus van de
Ommelanden tussen de Eems en de Lauwers, compareren. Krachtens hun
credentiebrieven d.d. Groningen 22 maart dienen zij een propositie
in.1
Zij verzoeken HHM de eerder gemelde onenigheid tussen de
Ommelanden en de stad
Groningen te beëindigen door een
besluit. Daarnaast vragen zij de opnieuw gerezen kwestie tussen
de leden
aangaande
de provinciale consenten op te lossen.
Na hun vertrek vraagt
Schonenborch om enkele gecommitteerden van HHM de zaak in de provincie
te laten regelen of een datum te noemen waarop de gecommitteerden
van de
stad
Groningen hier aanwezig dienen te zijn. Broersema verklaart
daartegen dat
indien
Schonenborch last zou hebben iets te berde te brengen, hij dat
in
het bijzijn van de genoemde gedeputeerden moet doen.
HHM zullen beide partijen morgen horen.
21
HHM stellen een besluit over het voorstel een bekwaam persoon aan te stellen als thesaurier-generaal uit tot morgen.