19 - 06 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM ontvangen een op het voor
Texel gelegen schip Eendracht door
Hillebrant Gerrebrantsz. Quast geschreven brief d.d. 15 juni. Deze bevat een kopie van een
aan Quast gerichte brief van 6 juni waarin de
Admiraliteit te Amsterdam
hem
verzoekt de Moskoviëvaarders een eind op zee en de schepen uit
Texel bestemd voor een reis naar
Newcastle op de heen- en terugreis te
konvooieren.
HHM bespreken de brief met bijlage met Z.Exc.
2
De voormalige pachters van een kwart van de konvooien en licenten verzoeken HHM de
Staten van Zeeland
of hun afgevaardigden de door de supplianten ingediende documenten te laten onderzoeken. Daarin vragen de supplianten vergoeding van de door HHM tijdens hun pacht gesloten licenten. Tevens verzoeken zij brieven voor de
Admiraliteit in Zeeland
opdat zij worden tevredengesteld aangaande het tegoed van hun aandeel in de door hen geconfisqueerde goederen en van de repartitie waarop het College is gesteld inzake het onderhoud van de officieren van de supplianten.
HHM wachten op antwoord van de Staten van Zeeland en zullen ondertussen de retroacta over deze zaak opzoeken.
In een ander rekest verzoeken de voormalige pachters om
Johan van Yck te gelasten hun
1.166 pond 13 sch. 4 d. te betalen voor een door de
Admiraliteit van Rotterdam
verleende
ordonnantie.
Hiermee zou de door HHM op kosten van het College aan de
supplianten
wegens achterstallige traktementen van door hen ingezet personeel
toegekende 7.000 pond volledig zijn terugbetaald.
HHM laten de ontvanger de supplianten hierin zo spoedig mogelijk tevredenstellen.
3
De
president bericht het op 17 juni ingediende verzoek van de
afgevaardigden van de
VOC
met
Z.Exc.
te hebben besproken. Deze heeft daartegen echter bezwaar
gemaakt.
HHM wijzen het verzoek af.
4
Een brief van admiraal
Jasper Lieffhebber, geschreven op het voor de
Maas gelegen
oorlogsschip Den Vliegenden Draeck d.d.
17
juni, behoeft geen resolutie.
5
HHM bespreken brieven van
Jacob Mangelman aan
Z.Exc. en aan
de
baron van Gent, beide d.d.
Soest [in Westfalen] 12
juni, en een uittreksel van een brief van ontvanger
Merckelbach d.d. Soest [in
Westfalen] 12 juni.
Daarin wordt bericht
dat de Spanjaarden met twee
compagnieën ruiters en driehonderd man infanterie het huis
Ravensberg belegeren.
HHM geven de brieven en het uittreksel aan de RvS. De Raad moet deze bespreken met Z.Exc. en onderzoeken of het huis ontzet zou kunnen worden.
6
HHM ontvangen een brief van
Ernst Casimir d.d. Bellingwolde 13/3 juni, een kopie van een door
Tilly geschreven brief
aan de
keurvorstelijke
gezanten
te
Mühlhausen d.d. Bad Hersfeld 21 okt. 1627, een
brief van de
graaf van
Anholt aan Ernst Casimir d.d. ...1 30 mei en een kopie van de citatie d.d. 15
maart
waarmee de fiscaal van de
keizer
te
Praag Ernst
Casimir in naam van de keizer
laat
dagvaarden.
HHM geven de brief van Ernst Casimir met de dagvaarding aan de RvS. Hij moet deze bespreken met Z.Exc. en daarover berichten.
7
Marckelbach schrijft d.d. Soest [in Westfalen] 12 juni zich te laten
inzetten voor het
innen van de contributies van
Berg,
Mark en
Ravensberg waartoe
overste
Gent door HHM is
gemachtigd.
HHM melden dit aan de RvS.
8
De afgevaardigden van de stad
Groningen compareren en melden te willen vertrekken. Daarnaast
verklaren zij te hebben gehoopt dat de op 17 juni door HHM gedane
uitspraak in hun geschil met die van de
Ommelanden
anders zou zijn uitgevallen. Zij vrezen daarom dat de uitspraak
niet
tot de gewenste resultaten zal leiden.
HHM verzoeken de afgevaardigden deze zaak de goede kant op te helpen. Daarnaast informeren zij
Ernst Casimir over de uitspraak opdat deze tijdens de komende landdag
van
Stad en Lande
de invoering
van
de beraamde nieuwe heffingen en de verhoging van de oude kan
helpen
voortzetten. Voor hetzelfde doel sturen HHM tevens een
afgevaardigde
naar de landdag.
9
Raadpensionaris
Duick bericht over een brief van ambassadeur
Oosterwijck d.d. Venetië 2
juni.
HHM machtigen Oosterwyck de persoon in
Genua voor zijn berichten voorlopig jaarlijks 100
Venetiaanse dukaten te betalen, welk bedrag in zijn declaratie
wordt
gevalideerd.
10
HHM verlenen
Jan Bernart, koopman te Amsterdam, voorschrijven aan de
grootvorst van Moskovië en de
patriarch aldaar.
Hij wil brieven met een rood zegel en toestemming krijgen
om
vrij te kunnen handelen van
Archangel tot
Vologda,
Jaroslawl en
Moskou aan
toe.
11
In een rekest meldt
Abraham Speeck, inwoner van Amsterdam, een nieuwe, bijzondere uitvinding te
hebben gedaan waarmee de vijand op zee kan worden geschaad.
HHM verzoeken de heren van
Holland
en
Zeeland
iemand af te vaardigen om Speeck
te ondervragen en daarover te berichten.
12
De
thesaurier-generaal bericht dat de RvS krachtens het besluit van HHM kapitein
Van Santen heeft ontboden. De Raad
heeft Van Santen vertelt
over zijn voornemen hem af te danken omdat zijn compagnie bij de
laatste
monstering minder dan dertig man sterk bleek te zijn. Van Santen
klaagt
dat dit niet zijn fout is geweest. Hij is bereid zich nader in te
zetten
voor versterking van zijn compagnie.
HHM houden vast aan hun eerdere besluit.
13
Z.Exc. heeft de
president bericht dat luitenant-kolonel
Asteley zich beklaagt dat de RvS zijn
traktement tot de kleinste voet wil terugbrengen krachtens
de resolutie
van HHM d.d. 22 april 1624. Deze resolutie is echter ten aanzien
van
verschillende andere personen niet nageleefd.
HHM horen de
thesaurier-generaal. Zij zullen deze kwestie morgen of overmorgen met alle
leden en in aanwezigheid van de RvS behandelen.