05 - 07 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
HHM resumeren de gisteren genomen resolutie aangaande het konvooi naar de Republiek van de drie vrijgelaten Oost-Indiëvaarders.
In plaats van de voor de kust van
Vlaanderen bestemde schepen daartoe in te zetten laten HHM namens hen
aan commandeur
't Lam schrijven om diens
vice-commandeur de drie Oost-Indiëvaarders te laten begeleiden
door
vier
schepen van diens eskader.
2
In een rekest meldt
Henrick Mirou nog niet betaald te zijn door ontvanger-generaal
Doublet voor twee door hem gemaakte
grote gouden ketens met een totale waarde van 6.783 pond.
HHM laten de
president hierover spreken met de ontvanger.
3
De
heer van Battenburch vraagt toestemming om het in zijn heerlijkheid
Batenburg op het veld aanwezige koren en hooi te
mogen verkopen aan de inwoners van
Ravenstein. Zij
zullen
de goederen vanuit Batenburg naar het Land van Ravenstein vervoeren
en borg
stellen
de goederen alleen voor hun eigen huishouding te gebruiken. Als zij
een
overschot hebben, mogen de inwoners dit alleen naar plaatsen
brengen
waar soldaten van HHM in garnizoen zijn.
HHM geven het rekest voor advies aan de RvS.
4
In een aan de Kleefse regering te
Emmerik
[Emmerich]
ingediend rekest meldt
Jan van
Moerbeeck een restbedrag van 500 rijksdaalder tegoed
te
hebben. Hij verzoekt de commandant van
Emmerik of
Ravenstein te machtigen zijn resterende
schuld uit de contributies van het Land van
Kleef
of
Ravenstein te laten betalen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
5
In een rekest meldt
Abraham Jansz. Wens dat hij zijn op 9 juni ingediende rekest en de daarop
verleende apostille van HHM heeft verloren.
HHM geven Wens eenzelfde apostille in de marge van zijn rekest.
6
Thomas Claesz. Pathmos, burgemeester van Steenbergen, verzoekt ten behoeve van de
inwoners van
Steenbergen
en omgeving achtduizend
houtdelen, achtduizend sparren, tweeduizend grenen of vuren balken,
vier schepen met steen en twee schepen met kalk te mogen
uitvoeren. De magistraat van Steenbergen zal deze
goederen op haar kosten onder hen
verdelen.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
7
Het verzoek van
Judith en
Johanna Agileus om het
door hun inmiddels overleden broer genoten traktement van 10 gld.
per
maand te krijgen, wijzen HHM af.
8
Naar aanleiding van de memorie van generaal
Nispen laten HHM thesaurier-generaal
Van
Goch morgen berichten over enkele bewijzen die Nispen
moest indienen ter rechtvaardiging
van
zijn declaratie.
9
HHM stellen een besluit over een op 15 juni ingediend rekest van de voormalige rechters van
Amboina
[Ambon] nog korte tijd uit.
10
Op verzoek van
Joris Fortsz., commies-generaal van de konvooien en licenten en momenteel
in Rotterdam verblijvende, laten HHM hem door gouverneurs,
commandanten, ritmeesters, kapiteins en andere officieren
begeleiden
wanneer hij door zijn huidige
kwartier
rondreist. Dit opdat hij beter zijn ambt kan uitoefenen.
11
De commiezen-generaal verzoeken HHM te besluiten over hun in april ingediende remonstrantie. Deze betreft de begunstiging van de inkomsten uit de konvooien en licenten en de aanpassing van het plakkaat over de binnenlandse paspoorten.
HHM geven de remonstrantie en de andere stukken aan de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges. Zij moeten deze onderzoeken en erover berichten.
12
HHM betalen de arme student
Eduardus Ulmselius een verering van 7 gld. 14 st.
13
HHM lezen het rekest van
Gijsbert Jansz. van Werchoven c.s. inzake de achterstallige betaling vanwege enkele door
hen
verrichte wagendiensten. Zij verzoeken HHM de betaling
te
regelen en te gelasten tenminste hun laatste diensten af te
rekenen.
HHM vragen de RvS het tegoed van de supplianten over 1625 en 1626 te laten betalen. De Raad moet wagenmeester
Doublet opdracht geven de supplianten en alle anderen over 1627
naar oude gewoonte te betalen.
14
Conform de resolutie van 1 juli geven HHM de documenten tegen commandant
Mulert aan de RvS.
De Raad moet de partijen hierover horen en een passend
besluit nemen.
15
De superintendenten van de bede van
Brabant adviseren d.d. 18 juni over het op 15 juni ingediende rekest
van
Susanna Eems de Bloyere. De
superintendenten hebben
twee keer eerder bericht aangaande de in het rekest genoemde
ordonnanties en de rente. De ordonnantie is ondertekend door
wijlen raadsheer
Meganck, voorheen
griffier van
de
Staten van Brabant, wiens handtekening zij herkennen. Omdat HHM
vanwege de gevolgen gewoonlijk geen oude schulden op zich nemen,
stellen de superintendenten voor de ordonnantie in te trekken en
de
suppliante uit medelijden en vanwege de goede diensten van haar
ouders
iets
te geven.
Voordat HHM een besluit nemen, zullen zij de retroacta over deze zaak nakijken.
16
Markies De Verneuil, kapitein in staatse dienst, verzoekt relief
met de clausule van inhibitie van een op 9 juni door de
RvS
gewezen vonnis inzake zijn geschillen met
Gooswijn
Meurskens over een rekening.
HHM wijzen het verzoek af.
17
De RvS adviseert d.d. 10 juni over het op 25 mei ingediende rekest van de schout en schepenen van de heerlijkheid
Loon op Zand. Hoewel die van de Admiraliteit de supplianten eerder
gedeeltelijke ontheffing van licent hebben verleend, zijn de
oorzaken
daarvoor
vervallen en is de huidige situatie anders. Het verzoek behoort dan
ook
te worden afgewezen.
HHM nemen dit advies over.
18
De
Generaliteitsrekenkamer
adviseert d.d. 28 juni over het op 24 juni ingediende rekest van
Nicolaes Croon. De Rekenkamer weigert de verhoging van diens
traktement met 250 pond per jaar te betalen omdat hij de punten
van
het in april 1624 door HHM vastgestelde reglement wil naleven. Dit
bepaalt nadrukkelijk dat de raden ter
Admiraliteit
noch aan elkaar, noch aan anderen gratificaties mogen verlenen.
HHM geven het rekest met het advies aan
Luchteren en
Bas. Zij moeten de
stukken
nader onderzoeken en erover berichten.
19
De
Generaliteitsrekenkamer
adviseert d.d. 27 juni over het op 13 juni ingediende rekest van
Jan Gerridtsz. Wopmaer. Uit het rekest, naar aanleiding waarvan de raden ter
Admiraliteit
ordonnantie hebben verleend, kan de Rekenkamer slechts opmaken dat
Wopmaer de jaarlijkse betaling heeft gekregen als extraordinaris
voordeel omdat hij zijn vader bij diens werkzaamheden als chercher
heeft geholpen. Zijn
vader krijgt
echter jaarlijks zijn volledige
traktement betaald en het reglement verbiedt de raden nadrukkelijk
elkaar of anderen op kosten van het land gratificaties te verlenen.
Daarnaast zullen alle tegen de instructie ingevoerde betrekkingen
worden
afgeschaft. Om deze redenen weigert de Rekenkamer het traktement in
rekening te passeren.
HHM laten
Luchteren en
Bas het
rekest en het advies nader onderzoeken en erover berichten.
20
In een rekest meldt
Henrick de Groot uit Rotterdam een uitvinding te hebben gedaan om een schip
zonder wind met spoed over het water te laten varen. Voor zijn
uitvinding vraagt hij een eenmalige vergoeding of een
octrooi
om geld te vragen van degenen die deze willen gebruiken.
HHM geven het rekest aan de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges. Zij moeten dit onderzoeken, de suppliant horen en erover berichten.
21
In een rekest bericht
Christiaen Jansz. als kok te zijn uitgevaren onder de vlag van generaal
Jaecques L'Erhmyte. Ene
Pieter Andriesz.,
soldaat,
heeft de suppliant in zijn
testament
zijn resterende maandgeld van 14 pond 11 sch. en 6
groten
Vlaams nagelaten. Hij verzoekt HHM commies
Verhaer te gelasten hem dit bedrag
te
betalen.
HHM geven het rekest aan Verhaer om dit te onderzoeken en erover te berichten.
22
De RvS adviseert d.d. 20 juni over het op 15 juni ingediende rekest van
Willem Keer, samoreusschipper en burger van Culemborg. Het verzoek kan
worden ingewilligd, mits er op wordt gelet dat er niet
bij
gefraudeerd wordt.
HHM nemen dit advies over.
23
HHM lezen het op 28 juni opgestelde advies van de RvS over het op 15 mei 1626 door de vrienden van wijlen kapitein
Cornelis Jacobsz. Spanckaert ingediende rekest. De supplianten zouden gelast moeten
worden eerst diens schuld aan het land van 4.200 gld. te betalen
aan de
ontvanger-generaal.
Vervolgens
kunnen zij in een rekest verzoeken wat zij van het land tegoed
menen te
hebben.
HHM nemen dit advies over.
24
Jacob van Egem, solliciteur van de compagnieën van de kapiteins
Du Pont en
La
Grange, verzoekt ontvanger-generaal
Doublet te gelasten hem spoedig resterende
obligaties te betalen à 9.800 gld. Op 1 jan. heeft de suppliant
deze
obligaties moeten aannemen in plaats van de betaling van zes
afzonderlijke ordonnanties van de genoemde compagnieën.
HHM vragen de RvS de suppliant tevreden te stellen. Zij gelasten de ontvanger-generaal het benodigde geld te lenen.
25
Commies
Schade compareert en bericht conform de resolutie van 27 juni. Hij
meent dat het voorstel van commies
Gomes van
Trier de konvooien aanzienlijk zou begunstigen. Eerst
zullen HHM echter moeten besluiten of
Texel en
Het Vlie tevens tot
Noord-Holland
worden gerekend en derhalve onder zijn ambt als commies vallen. Als
dit
zo is, dan moeten zij besluiten of hij informatie mag inwinnen
over en
loscedels verstrekken voor alle aldaar uitgeladen goederen die met
lichters naar
Amsterdam worden gebracht, met name
in schepen die vervolgens naar Noord-Hollandse steden varen. Ten
slotte
moeten HHM besluiten of het zijn ambtsplicht is informatie in te
winnen
over en loscedels te verstrekken voor alle goederen die ('s nachts
of 's ochtends als de poorten en bomen nog
gesloten zijn) over de
rivieren in Noord-Hollandse havens uit de
grote
schepen worden geladen. Vervolgens worden deze zonder paspoort van
de lokale
konvooikantoren met lichters naar Amsterdam gebracht.
HHM geven alle documenten over deze kwestie voor advies aan de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges.