2
Op uitnodiging van HHM is
Philippe Calandrini binnengekomen. HHM gelasten hem het door hun afgevaardigden
aan de troepen van
Morgan
uit
Stade verstrekte voorschot te
verrekenen
met commissaris
Snouck. Het overgebleven geld moet
hij
aan de
ontvanger-generaal betalen.
Daaronder vallen ook de bijgevoegde rekeningen van steden en
particulieren. Tevens moet Calandrini de servitiën
betalen aan de garnizoenssteden totdat de troepen door
agent
Carlaton zijn teruggebracht tot
een
regiment van vijftienhonderd man. Daarna moet hij de betaling van
het
onderhoud
en de servitiën van het afgeslankte regiment voortzetten conform
de
door hem ondertekende akte obligatoir van 19 mei.
Calandrini zegt dit toe. Hij vraagt HHM om de magistraten van de steden in
Gelderland en
Overijssel, waar een gedeelte van de
troepen garnizoen houdt, ertoe aan te zetten de betaling aan
deze
troepen gedurende zeven dagen voor te schieten conform een door hem
getoonde
lijst. Daarna zal Calandrini het voorschot spoedig
terugbetalen.
HHM wijzen dit verzoek af. Zij melden Calandrini dat de betaling in de steden van Gelderland en Overijssel behoorlijk kan worden gedaan door een door agent Carlaton daarheen te sturen commissaris.