24/07/1628, 15

 
English | Nederlands

15 Noortwijck, Schaffer en de thesaurier-generaal berichten dat secretaris Gunter en Brasser nog geen overeenkomst hebben bereikt inzake hun geschillen. Deze betreffen het tonen van een opgave waaraan de door Brasser namens HHM 90.000 pond is uitgegeven ter ondersteuning van de Deense koning. Aangaande de betaling van de 18.021 gld. 17 st. 8 d., welke de secretaris als restant van de 90.000 pond opeist, verklaart Brasser de betalingsbewijzen van de 90.000 pond aan HHM maar niet aan Gunter te willen tonen. Brasser is wel bereid de assignatie van de 30.000 rijksdaalder aan Gunter te geven, zodra hij zijn bij Z.M. berustende akte obligatoir heeft gekregen. Volgens Brasser zou de 18.021 gld. 17 st. 8 d. niet in geld maar in wapens worden betaald, conform het met Vosbergen gesloten contract en het door Brasser aan hem verstrekte schuldbewijs.
HHM laten Brasser de betalingsbewijzen van de 90.000 pond bij hen inleveren. Zij zullen hiervan kopieën laten maken en deze aan secretaris Gunter geven. HHM vragen Brasser in te stemmen met de assignatie van de 30.000 rijksdaalder, mits daartoe voldoende borg wordt gesteld. Binnenkort geven zij Brasser dan zijn akte obligatoir terwijl zij Josias van Vosbergen bevelen het in zijn handen zijnde schuldbewijs van Joost Brasser aan hun commissarissen te geven.