06 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
In een voor Oostende geschreven brief d.d. 3 aug. schrijft luitenant-admiraal
Dorp dat de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
haar kapiteins langs de kust heeft
geschreven om in
Vlissingen aan wal te gaan en
voorraad in te nemen. Verder bericht Dorp dat alle schepen langs de
kust slechts voor drie maanden zijn bevoorraad. Tevens
schrijft hij dat Franse en Engelse kapers Nederlandse schepen
veroveren en soms plunderen, onder het voorwendsel dat deze
respectievelijk naar
Engeland of
Frankrijk zouden willen varen. Bovendien zeilen
Franse
kapers de havens van
Vlaanderen in en uit.
HHM laten de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten per College iemand afvaardigen. Deze afgevaardigden moeten in hun Colleges regelen dat de proviand conform eerdere resolutie zo spoedig mogelijk aan boord van de schepen langs de kust wordt gebracht. De gedeputeerden in het Noorderkwartier moeten aanstaande donderdag over hun verrichtingen berichten.
Verder moet luitenant-admiraal Dorp Franse en Engelse kapers die Nederlandse schepen veroveren of plunderen proberen in te nemen of te beschadigen. Dit geldt tevens voor alle schepen die Vlaamse havens willen bezoeken. Dorp moet alle veroverde schepen naar de Admiraliteitscolleges sturen. HHM laten hun gezanten in Frankrijk over de gewelddadigheden van de Fransen klagen bij de
koning.
2
De
Gecommitteerde Raden van Zeeland
schrijven d.d. Middelburg 3 aug. dat die van
Bergen op Zoom belastingen heffen op bepaald voedsel, bier en wijn. Deze
levensmiddelen
worden door enkele inwoners van
Holland en
Zeeland uitgevoerd aan de in de buurt van Bergen
op Zoom gelegerde soldaten. De Gecommitteerde Raden verzoeken
te
regelen
dat deze heffingen worden afgeschaft. Zo niet, dan zullen zij er
metterdaad
tegen optreden.
HHM sturen een kopie van deze brief aan die van Bergen op Zoom met de mededeling binnen vier dagen na ontvangst opening van zaken te geven. Zij moeten aangeven welk recht zij menen te hebben om de belastingen te mogen heffen en moeten deze intussen opschorten.