14 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Vice-admiraal
Jasper Lieffhebber compareert en bericht op 12 aug. de tegelijk met zeven
andere schepen uitgevaren kapitein
Michiel
Romboutsz. uit Oostende te hebben aangeklampt. Onder
dreiging
van zijn geschut heeft Lieffhebber Romboutsz. gedwongen zijn vlag
te
strijken
en zich over te geven, zonder de belofte om iemand te sparen.
Terwijl hij
zijn
boot verplaatste, heeft kapitein
Peckius met een schip van Lieffhebbers eskader
het schip van Romboutsz. aan boord gelegd en op vier na alle
gevangenen
overgenomen. Hiermee is Peckius de
Maas
opgevaren,
hoewel de vice-admiraal hem dit had verboden. Peckius was gelast de
gevangenen aan hem over te dragen en vervolgens zee te kiezen om de
overige
vijandelijke schepen te helpen bestrijden.
Van de gevangen officieren en matrozen heeft Lieffhebber vernomen dat zij met de genoemde acht schepen naar het
Scheurtje
[Kanaal van Mardijck] voor
Duinkerke wilden varen. Met de daar
gereedliggende schepen zouden zij gezamenlijk de visserij
verwoesten.
Op advies van Z.Exc. laten HHM kapitein Peckius onmiddellijk naar 's-
Gravenhage komen. Verder gelasten zij de aanwezige Admiraliteitscolleges
om alle voor de kust van
Vlaanderen, het kruisen
en de
bescherming van de grote visserij bestemde schepen zo spoedig
mogelijk
op zee te sturen. Daar moeten de schepen conform de resolutie van 8
aug. de vijand bestrijden. Ook moet de commandeur van de grote
visserij
op de hoogte worden gebracht van het vijandelijke plan en
opgedragen
worden indien mogelijk de tot zijn beschikking staande schepen bij
de
andere te
houden. De schepen langs de kust van Vlaanderen moeten de vijand
aanvallen zodra deze op zee komt en de commandeur bijstaan.
Vervolgens wordt deze resolutie meegedeeld aan de binnengekomen afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges te
Rotterdam
en in het
Noorderkwartier
. Voor zover de resolutie op hen van toepassing is, moeten zij deze zo spoedig mogelijk uitvoeren.
2
Een brief van de afgevaardigden in
Friesland d.d. Leeuwarden 9 aug. behoeft geen resolutie.
3
In een remonstrantie verzoeken de
Bewindhebbers van de WIC
de RvS te machtigen opdat de benodigde decharges worden verleend voor de vijfde en laatste betaling van het aandeel van het land in de Compagnie. Ook vragen zij voorschrijven te verlenen opdat de provincies spoedig deze en eerdere decharges opbrengen.
Ten tweede vragen zij HHM te besluiten over de vergoeding aan de Compagnie voor het overdragen van hun gevangenen, waarop de gevangenenruil met de vijand enige tijd geleden is gebaseerd. Voorlopig vragen de Bewindhebbers daarvoor in te stemmen met de door hun College aan de
Admiraliteit te Amsterdam
betaalde 34.000 pond voor de koop van twee schepen.
HHM machtigen de RvS om in te stemmen met het passeren van de decharges, alsmede met de aanbevelingsbrieven aan de provincies. De verzochte vergoeding voor het overdragen van de gevangenen zal met de Bewindhebbers worden verrekend.
4
De gezanten in
Engeland hebben de
koning beloofd dat
de afgevaardigden namens de
VOC
deze
maand of uiterlijk begin volgende maand naar Engeland worden
gestuurd. Daar zullen zij zich in aanwezigheid van de genoemde
gezanten
verweren over de tussen de VOC en de Engelse Oost-Indische
Compagnie
gerezen kwesties. Dan moeten echter wel de drie in
Portsmouth vastgehouden Oost-Indiëvaarders zijn
bevrijd.
HHM manen de Bewindhebbers van de VOC enkele personen aan te wijzen om met bovenstaand doel naar Engeland te vertrekken, zodra Z.M. daadwerkelijk heeft ingestemd met vrijlating van de schepen.
5
Op 24 aug. zullen HHM een kwart van de konvooien en licenten verpachten voor het komend jaar. De Admiraliteitscolleges moeten afgevaardigen aanstellen om toezicht te houden over de verpachting.
6
De
president bericht de volgende punten:
I Voor het behoud van
Glückstadt moet meer geld naar deze stad worden gestuurd. Dit kan
worden afgetrokken van de
aan de
koning van Denemarken
beloofde
subsidie.
II Er worden drieduizend soldaten gevraagd om
Krempe te ontzetten.
III In Glückstadt zijn wapens voor tweeduizend soldaten nodig.
HHM zullen het eerste punt met de
ontvanger en het tweede met Z.Exc. bespreken. Inzake het derde punt
zullen zij met secretaris
Gunter
en
Joost Brasser onderhandelen of de
in
Brassers bezit zijnde en aan Z.M. toebehorende wapens voor
tweeduizend
man naar Glückstadt kunnen worden gestuurd.
7
Lambert Rietraet compareert als procureur van
Gerridt
van Brouchoven, namens zichzelf en consorten eiser
in
een beroepszaak, en
Cornelis
Vosmaer,
notaris namens de afgevaardigde van de gedaagde 35 ruiters uit
Bergen op Zoom.
De eisers
verklaren dat de beroepszaak is besloten door eis, antwoord,
repliek en
dupliek. Zij verzoeken daarom te gelasten het voor de RvS
gevoerde
en met een vonnis afgesloten proces aan HHM over te dragen. Deze
kunnen dan op basis van dezelfde stukken over de zaak oordelen.
8
HHM nemen geen besluit over een brief van gouverneur
Ryhoven d.d. Bergen op Zoom 12 augustus.