30 - 08 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De burgemeesters en regeerders van
Amsterdam berichten d.d. Amsterdam 29 aug. dat zij de
drukker van het
boekje Satyra off spotversen over de reyse ende
wedercompste van Bockingam
en
diens
opdrachtgever hebben ontboden. De gedrukte exemplaren hebben zij
laten
ophalen en tegen de drukker zullen zij op gebruikelijke wijze
procederen.
HHM sturen een kopie van de brief aan hun gezanten in
Engeland om te laten zien welke moeite de burgemeesters en regeerders
hebben betracht.
2
HHM laten commissie depêcheren voor de door de
Gecommitteerde Raden van Holland en West-Friesland
op ...1 aug. tot raad ter
Admiraliteit in het Noorderkwartier
genomineerde
Sebastiaen Reijersz., oud-burgemeester van Hoorn. Reijersz. heeft de hiertoe
vereiste eed afgelegd.
3
Conform de resolutie van 14 juni hebben de afgevaardigden
Schaffer en
Clant de remonstrantie
van de burgemeesters en regeerders van
Appingedam
onderzocht en berichten zij hierover. Door een uitspraak van HHM is
de
supplianten toegezegd ongehinderd een jaarmarkt en
weekmarkten te mogen houden. Die van het bakkersgilde in Appingedam
hebben in 1626 echter vier tonnen en een korf beschuit afgenomen
van
schipper
Jan Sijmonsz. zonder deze
goederen later te vergoeden. Tegen deze gang van zaken hebben HHM
op 1
sept.
1626 mandement poenaal verleend om de zaak af te handelen of binnen
een
maand na de aanzegging te reageren, waarna er een passend besluit
over
kon worden genomen. Hoewel niemand daarover iets kenbaar heeft
gemaakt,
heeft het bakkersgilde in 1627 nogmaals verschillende diefstallen
gepleegd. Op 14 juni hebben de supplianten gevraagd te regelen dat
de
gedupeerden hun schade vergoed krijgen en dat zijzelf de voordelen
van de
resolutie mogen behouden.
HHM verzoeken
Ernst Casimir de klachten van de supplianten via de gebruikelijke
rechtsgang op te lossen en de verkregen rechten
te
handhaven.
4
Johannes Retzer schrijft d.d. 16 aug. dat de
Kleefse raden
hem niet als controleur willen erkennen. Zij stoken de inwoners
van Kleef op
allerlei manieren tegen hem op bij het uitoefenen van zijn
ambt.
HHM vragen hierover advies aan de RvS.
5
Jan Ariensz. van der Burch en
Sijmon Adriaensz. van
Groenewegen c.s. voeren een beroepszaak over vier jaar
pacht
van dijketting tegen de kinderen en erfgenamen van
Maria de Conincx. Zij verzoeken
het
proces te verwijzen naar het
Hof van
Holland
om daar tegelijk met eenzelfde soort proces
op dezelfde grondslag van eis en verdediging te worden
besloten.
HHM geven het rekest aan de partijen om er binnen zes dagen na de aanzegging op te reageren.
6
Op verzoek van
Henrich Giesels van Cassel verlenen HHM hem voorschrijven aan
Wilhelmus, landgraaf van Hessen,
opdat zijn
rechtszaak voor de raden van de landgraaf spoedig en goed wordt
afgehandeld.
7
Na lezing van het rekest van
Jodocus Scholtus, voormalig secretaris van het gezantschap naar Zweden en
Polen, geven HHM hem vanwege zijn goede en trouwe diensten 100 gld.
naast de eerder verleende 800 gld. Hiervan wordt ordonnantie
gedepêcheerd.
8
Henrick van Beeck en
Bernaert Braem,
wijnhandelaars en inwoners van Wezel, verzoeken mandement van
appèl
tegen een op 25 aug. in hun nadeel en in het voordeel van een
groep
soldaten gewezen vonnis.
HHM geven het rekest aan de RvS om erover te berichten.
9
HHM vragen de binnengekomen ontvanger-generaal
Doublet zijn uiterste best te doen de drie aan de op
Zeeland
gerepartieerde
compagnieën
van
Candale toegezegde
leningen betaald te krijgen. Ook moet hij
Joost
Brassers wissel van 25.000 pond en generaal
Nispes declaratie betalen en
regelen
dat er een wisselbrief van 10.000 rijksdaalder naar
Glückstadt kan worden overgemaakt. Doublet is
bereid
zijn uiterste best te doen, maar heeft hiertoe geen geld in
kas.
10
HHM bestuderen de op 28 aug. ontvangen brief van de RvS over het voorstel van twee Lotharingse edellieden om ieder een compagnie paarden in dienst van het land te lichten en daarmee de vijand te beschadigen. Zij zouden de compagnieën op nader overeen te komen voorwaarden kunnen onderhouden langs de grenzen van
Luik.
HHM wijzen het voorstel af.
11
De uit
Friesland teruggekeerde afgevaardigden
Essen,
Van der
Dusse en thesaurier-generaal
Van
Goch berichten dat de
Staten van
Friesland
met enige inspanning zijn overgehaald de
voorgestelde repartitie van de 2.500.000 pond schuld van de
Admiraliteit naar draagkracht van hun provincie aan te nemen. Ook
stemmen de Staten in met de zuivering van de defecten in de
consenten
voor
de marine tussen 1622 en 1627 en zeggen zij toe deze
regelmatig te zullen betalen.
HHM bedanken de afgevaardigden.
12
In een remonstrantie meldt de afgevaardigde van de Landschap
Drenthe krachtens de beschikking op zijn eerdere remonstrantie van 17
aug. notaris
Diert, procureur van
de
heer van Rhuinen, te hebben
geïnsinueerd binnen zes dagen te antwoorden. Aangezien deze
termijn
is verstreken en er geen antwoord is gegeven, verzoekt de Landschap
een besluit te nemen over haar eerdere remonstrantie.
HHM laten de retroacta over deze zaak nakijken.