15
In een rekest melden de afgevaardigden van de Landschap
Drenthe dat zij hun remonstrantie van 17 aug.
krachtens de daarop verleende apostille aan de
heer
van
Rhuinen moesten geven. Deze dienden daarop binnen zes
dagen
na de
insinuatie te reageren, maar heeft dat tot nog toe niet
gedaan,
terwijl de aanzegging is gedaan aan zijn procureur, notaris
Diert. Derhalve verzoekt de
Landschap
HHM een besluit te nemen over hun remonstrantie van 17
augustus.
HHM vernietigen het op 2 aug. verleende uitstel van de heer van Rhuinen. Zij gelasten hem uitdrukkelijk zich te houden aan hun voorlopige besluit van 20 aug. 1618, op grond waarvan de partijen hun onbesliste zaak voor de RvS moeten voortzetten.