19 - 09 - 1628
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: | |
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Antwerpen en
Marten Albertsz.,
afgevaardigden naar de afrekening van de VOC te Amsterdam,
antwoorden
met de afgevaardigde van de hoofdparticipanten van de
Compagnie
d.d. 18 sept. op het
op 8
sept. ingediende rekest van de hoofdparticipanten.
HHM achten het onnodig hierover nader te besluiten, maar zullen dit antwoord wanneer nodig in acht nemen.
2
De
Admiraliteit te Enkhuizen
bericht d.d. 13 sept. over het door kapitein
Jan Pietersz. Esges ingediende en aan haar gestuurde rekest. Het College meent
dat Esges vanwege zijn gedrag, verdiensten en ouderdom een
maandelijks traktement verdient te krijgen.
HHM machtigen het College om de kapitein een maandsalaris te geven, mits dit niet ongewoon hoog is.
3
Op verzoek van burgemeester
Gerrit Jacobsz. Trompet verlenen HHM hem een kopie van het door de
Kamer van de
WIC
tegen zijn remonstrantie
ingediende bericht.
4
HHM lezen het rekest van jonker
Guillaume van de Wege als curator van jonker
Jaques van
Belle en diens meerderjarige wezen en naaste familie. De
Hoge Raad
maakt bezwaar tegen de
door HHM aan hem
overgedragen rechtsbevoegdheid over het lopende proces tussen de
supplianten
als
eisers in cas van reformatie tegen
Nicolaes
de
Wale
Rogiersz. c.s. als gedaagden. Zij verzoeken de
zaak
over te dragen aan het
Hof van
Holland
.
Voordat HHM nader hierover besluiten, laten zij
Beaumont de zaak bespreken met de
president van
de
Hoge Raad en daarover berichten.
5
Jan Willemsz. Verschoor heeft als vice-admiraal gediend op de vloot van admiraal
L'Ermite en vraagt om betaling van
de
1.450 gld. die hij daarvoor nog tegoed heeft.
HHM sturen het rekest aan de
Admiraliteit te Amsterdam
met het verzoek de suppliant te betalen.
6
In een rekest melden de pachters van de konvooien en licenten over het jaar vanaf 1 sept. 1625 dat de
Admiraliteit in Zeeland
de brief van HHM ten gunste van hen nog niet heeft nageleefd. Zij verzoeken daarom een besluit over hun eerst ingediende rekest.
HHM schrijven nogmaals ten gunste van de supplianten aan het College opdat deze worden tevredengesteld.
7
De RvS adviseert d.d. 16 sept. dat bij het verzoek om aflossing van het door ontvanger
Hoeffijser ten behoeve van de
keurvorst van
Brandenburg geleende geld met rente rekening kan worden
gehouden met het aflopen van het uitstel van de
Gulik
[Jülich]se executie.
HHM stellen een besluit hierover uit tot na de beëindiging van het uitstel. Daarna zal deze zaak in acht worden genomen.
8
HHM gaan niet verder in op de namens resident
Foppius Aissema gedane instantie en blijven bij hun eerdere resolutie.
Aissema verzocht een nader besluit over de twee nog openstaande
posten
op zijn declaratie.
9
HHM geven het verzoek van
Pieter Martenssen, lontmaker te Delft, om een partij lonten à twaalf-,
zestien- of twintigduizend pond te mogen uitvoeren naar
Bordeaux voor advies aan de RvS.
10
HHM nemen nog geen besluit over het herhaald verzoek van secretaris
Gunter om de 18.000 gld. voor de
koning van
Denemarken niet in door
Joost
Brasser te leveren wapens maar in geld te
verstrekken.
11
Enkele voerlieden uit
Gelderland verzoeken betaling van 1.107 gld. 13 st. 4 d. voor in 1626
met hun paarden en wagens verrichte diensten.
HHM geven het rekest aan de RvS opdat hij regelt dat de supplianten betaald worden.
12
De schout en enkele inwoners van
Besoijen verzoeken de eerder door hen in
Gorinchem
gekochte en naar behoren vervoerde beesten op hetzelfde paspoort in
Brabant op de markt te mogen verkopen.
HHM sturen dit rekest voor advies naar de RvS.
13
HHM sturen het rekest van de regeerders en inwoners van de heerlijkheden
Etten
[Etten-Leur] en
Meeuwen voor advies naar de RvS. Zij
willen hun eigen vruchten en beesten conform eerdere beschikking
naar
de markt in
Waalwijk en elders brengen, zonder
deze
eerst door
Heusden te moeten voeren.
14
HHM stellen een besluit uit over de brief van de commissarissen uit
Trier,
Hessen,
Saksen en
Mark d.d. Emmerik [Emmerich] 14 sept. over hun
aanhouding aldaar.
15
De binnengekomen ontvanger-generaal
Doublet meldt geen geld te hebben om de aan commissaris
Hogenhoeck naar
Glückstadt meegegeven wisselbrief te betalen. Hij
verzoekt een voorlopige regeling te treffen.
HHM stellen de zaak uit totdat deze nader is onderzocht.
16
Aangezien de aannemers van de werken ter verbetering en uitdieping van de
IJssel hoognodig betaald moeten worden en langer uitstel het krediet
van de staat kan schaden, zullen HHM de RvS schrijven. De Raad moet
Gelderland
,
Holland
,
Utrecht
en
Overijssel
ernstig manen hun aandeel in de
90.000 [gld.] volgens een geschikte verdeling te
betalen.
3