02 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Conform de resolutie van 28 sept. heeft
Willem van der Sluyse, inwoner van Rotterdam, op papier het ontwerp laten zien van
de door hem uitgevonden watermolen. Hij verzoekt hiervoor octrooi
te
verlenen.
HHM geven
Bruininxs en
Rode het ontwerp
om het te bestuderen en erover te berichten.
2
HHM nemen geen besluit over een op het eiland Sint Andreas bij Constantinopel [Istanbul]1 geschreven brief van orateur
Haga d.d. 5 augustus.
3
Essen en de andere afgevaardigden naar de bespreking met agent
Carlaton brengen rapport uit.
Carlaton
verzoekt HHM het volgende:
I De uit
Stade gekomen en in Nederlands
garnizoen verblijvende troepen van
Morgan te doen konvooieren naar
Harwich in
Engeland. Daar moeten
zij
aan land gaan opdat de capitulatie bij de
overgave
van Stade wordt nagekomen. Vanuit Harwich moeten de troepen
naar
Glückstadt aan de
Elbe worden
begeleid.
II Een monstercommissaris aan te
wijzen om de soldaten te begeleiden.
III Hun voor
het
kruisen van
Het Kanaal bestemde oorlogsschepen te
gelasten nu en dan zich voor de Engelse havens op te houden. Dit om
te
voorkomen
dat de Duinkerkers tijdens de afwezigheid van de Engelse vloot iets
zullen ondernemen. De
Engelse
koning
heeft bevolen dat de Nederlandse oorlogsschepen vrij zijn havens
mogen
aandoen.
HHM laten de
president deze punten bespreken met Z.Exc.
4
De
Engelse koning vraagt d.d. Southwick 2 aug. aan HHM om generaal
Morgan diens traktement als
kolonel
en
kapitein van een compagnie infanterie te laten betalen. Dit
gedurende
de periode waarin de koning Morgan als generaal van de troepen naar
de
Elbe wil sturen.
HHM laten de
president deze brief bespreken met Z.Exc.
5
Een op het voor Duinkerke gelegen schip Oranje geschreven brief van
Jan Dirxsz. 't Lam d.d. 20 sept. behoeft geen resolutie.
6
Jan van Heerden schrijft d.d. Deventer 19 sept. dat een van de kanten van
het langs
de
Veluwezoom bij het
"Bushoffs huis"2 gemaakte en door
Claes Truerniet
aangenomen fort is ingestort. Ook wordt het door
Herman Claesz. aangenomen fort
niet
behoorlijk gebouwd.
HHM geven de brief aan de RvS om deze te onderzoeken. De Raad moet regelen dat de verdedigingswerken langs de
IJssel behoorlijk worden uitgevoerd.
7
De afgevaardigden van de
Ommelanden compareren en dienen een remonstrantie in.3
De lastgevers van de afgevaardigden - de jonkers, hoofdelingen, eigenerfden en volmachten van de Ommelanden tussen de
Eems en de
Lauwers - meenden dat HHM
naar aanleiding van het verzoek van 22 sept. en conform hun
beschikking op
het door stad
Groningen op 21 juni ingediende
vierde
artikel
de verponding van de huizen door een
gecommitteerde zouden doen ondersteunen. Uit de
resolutie
van 29 sept. begrijpen zij echter dat HHM gecommitteerden hebben
aangesteld
om een vergelijk te treffen aangaande de geschillen tussen
Ommelanden en stad hierover.
Verder hebben de lastgevers acht à negen kwesties ontvangen, die de afgevaardigden van Groningen aan HHM hebben voorgesteld. Deze beweren dat de kwesties bij het uitvoeren van de beslissing van 17 juni zouden zijn gerezen en willen daarover met die van de Ommelanden voor HHM of hun gecommitteerden spreken. Daarna kunnen HHM erover besluiten. De lastgevers menen dat hun geschillen met die van stad over de betaling van de oorlogslasten door de resolutie van 17 juni volledig zijn opgelost. Zij hebben hun afgevaardigden slechts opdracht gegeven HHM te verzoeken dit besluit te helpen uitvoeren conform hun genoemde verklaring, waarvan zij een kopie bijvoegen, en hierover geen discussie meer aan te gaan. De afgevaardigden overwegen dan ook te vertrekken en hun lastgevers van de verwikkelingen op de hoogte te stellen, zodat deze erover kunnen beslissen. Eerder kan hierover geen besluit vallen.
HHM vragen de afgevaardigden hun lastgevers van alles op de hoogte te brengen. Zij moeten zo spoedig mogelijk terugkomen - indien mogelijk binnen drie weken - met volkomen last inzake de door de stad Groningen ingediende punten.
8
HHM lezen het rekest van
Gaspar Scherer, "patinty" uit Sankt Gallen in Zwitserland,
raad, directeur van de commercie en generaal van de koeriers van de
hertog van Longueville in
Neuchâtel.
Hij vraagt octrooi aan opdat hij en zijn erfgenamen exclusief in
iedere
provincie van de Republiek waar het nodig is kantoren en commiezen
mogen
vestigen
en leiden, die alle pakketten en brieven ontvangen en deze naar
behoren
verspreiden en bezorgen. Dit met alle autoriteit en status zoals
de
postmeesters-generaal in andere koninkrijken en republieken
gewoonlijk
bezitten. Ook verzoekt Scherer aanstonds een voorlopig kantoor te
mogen
oprichten op
een
geschikte locatie in 's-
Gravenhage.
HHM verwijzen de suppliant naar de afzonderlijke provincies.
9
Lochteren en
Marienburch berichten
over het op 12 aug. ingediende rekest van
Jan
van
Liebergen, koopman te Rouen.
HHM blijven bij hun resolutie van 22 juli inzake de borgen van de zeerover
Campaen. Deze zal echter niet meer gelden als de aan Campaen
verleende vrijgeleide van lijf en goed wordt verlengd.
10
HHM geven de declaratie van cipier
Groenestein aangaande de proviand voor de
gevangen Duinkerkers van het door
Quast bij
Scheveningen op het strand gejaagde schip aan
thesaurier-generaal
Van Goch. Hij
moet
deze
onderzoeken en erover berichten.
11
De RvS adviseert d.d. 29 sept. over het op 25 sept. ingediende rekest van de
weduwe van kapitein Turner. De Raad meent dat de suppliante vanwege de gevolgen niet
geholpen kan worden.
Desondanks machtigen HHM de Raad om de suppliante uit medelijden nogmaals en voor de laatste keer iets te betalen.
12
Naar aanleiding van de namens orateur
Haga ingediende memorie vervangen HHM
Stavenisse vanwege diens afwezigheid door
Beaumont. Met
Van der Dusse moet hij het door
raadpensionaris
Boreel opgestuurde advies
aangaande de
handel op de
Levant onderzoeken.
13
HHM laten de
president de memorie van
Williame
Douglas over de aan hem toegezegde 12.000 gld.
bespreken
met de
ontvanger-generaal. Dit
opdat
Douglas voorlopig de helft van dit bedrag krijgt.
14
Boudewijn de Man c.s., octrooihouders om salpeter in de Republiek te mogen
maken, antwoorden op het op [2] sept. ingediende rekest
van
Jan Willemsz. Verboogen. Zij
vragen om
diens verzoek af te wijzen. Daarnaast stellen zij HHM
voor
te onderhandelen om jaarlijks de door hen gewenste hoeveelheid
salpeter
te leveren.
HHM handhaven het recht van de octrooihouders en weigeren het verzoek van Verbogen. Zij vragen de RvS of het nuttig is te onderhandelen over de aangeboden levering.
15
Op verzoek van generaal
Nispe laten HHM thesaurier-generaal
Van
Goch berichten aangaande enkele door hem in dienst van
het
land ingezette personen. Nispe is gelast hierover nadere uitleg
te geven.
16
De binnengekomen secretaris
Huigens bericht namens de RvS dat deze de op 29 sept. in zijn handen
gekregen brief van de burgemeesters en raden van
Goch
heeft besproken met Z.Exc. Aangezien de soldaten van de
keizer overlopen, meent Z.Exc.
dat
de zaak hierbij kan worden gelaten.
HHM nemen dit over.
17
HHM verwijzen een
valkenier, die met twaalf valken naar
Frankrijk wil
vertrekken om deze aan de
koning
te
verkopen, naar hun gezanten aldaar.
Ook schrijven zij de gezanten dat zij de genoemde valken aan de
koning
mogen schenken en de valkenier voor zijn betaling naar de
Staten-Generaal verwijzen, indien dit in dienst van het land en tot
genoegen van de koning kan gebeuren. Zo niet, dan moeten zij dit
overlaten aan de valkenier.
18
De
president meldt dat
Terestein hem
heeft bericht dat er geld moet worden opgebracht om conform de
resolutie van 18 sept. het gat achter de krib bij het
Kleefse
Spui te dichten en het schephoofd bij
Schenkenschans
['s-Gravenwaard] te
herstellen.
De hiertoe opgestelde contracten kunnen uitwijzen wie het
schephoofd moet
betalen en onderhouden.
HHM verzoeken de RvS het geld voor het dichten van het gat te regelen. Ook moet de Raad erop toezien dat het schephoofd wordt hersteld door de daartoe verplichte partij. De heren van
Utrecht verklaren aan de hand van de resolutie van hun
Gedeputeerde Staten
d.d. 12
sept.
geen geld te betalen ten gunste van de
Rijn en
IJssel. Zij menen immers dat hun provincie
hierdoor
schade zal lijden.
19
Op verzoek van
Jacob Zuerius, rentmeester-generaal van Brabant, laten HHM zijn rekening
sluiten door
Kelffken,
Noortwyck,
Beaumont,
Rode,
Veltdriel,
Marienburch en
Schaffer