07 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
De RvS adviseert d.d. 4 okt. over het verzoek van ritmeester
Burmania om in
Coevorden servitiën te ontvangen.
De Raad acht het beter de reeds bestaande stalruimte in Coevorden
voor
een eenmalig bedrag van 6.000 gld. geschikt te maken opdat de
ruiters
en alle officieren erin kunnen worden ondergebracht. Dit in plaats
van de
servitiën te
betalen, die jaarlijks zouden kunnen oplopen tot 2.246 pond.
Ondanks dit advies besluiten HHM de compagnie ruiters servitiën te betalen. Het andere verzoek aangaande het veevoer wijzen zij af.
2
Agent
Mibassen bericht d.d. Calais 29 sept. opgescheept te zitten met
vijftig uit de gevangenissen van
Vlaanderen
afkomstige
bootsgezellen.
Verder schrijft hij dat er 24 schepen met een kostbare lading
gereedliggen om naar de Republiek te varen, maar dat de onder het
fort
gelegen vijandelijke schepen wachten totdat deze uitvaren.
Mibassen
verzoekt HHM derhalve zes of zeven geschikte schepen naar
Calais te sturen ter begeleiding van deze 24
schepen.
HHM laten de
president deze brief bespreken met Z.Exc. en hem verzoeken het
genoemde konvooi te regelen.
3
Op hun laatste vergadering hebben de heren van
Holland
een groot aantal bij de zeehandel betrokken steden aangewezen om de beveiliging van de zee ter bescherming van de scheepvaart te bespreken. Hiervan zijn de Admiraliteitscolleges echter niet op de hoogte gebracht.
HHM laten de Admiraliteitscolleges hun reeds gezonden of zo spoedig mogelijk te sturen afgevaardigden gelasten het overzicht van hun lopende schuld tot en met 1627 in te dienen. De afgevaardigden kunnen deze met de andere heren bespreken.
4
Er wordt bericht dat aangezien luitenant
Coenraedt Sloot uit 's-
Gravenhage is vertrokken, het niet
mogelijk is geweest hem te informeren over de resolutie van 5
oktober.
HHM schrijven Sloot dat zijn aanstelling als monstercommissaris zonder nominatie van de
Staten van Overijssel
en in strijd met de resolutie van 1 aug. is verkregen en wordt vernietigd. Verder gelasten zij hem de commissie aan de
griffier te geven en verbieden zij hem
als
monstercommissaris op te treden.
5
HHM lezen het antwoord van
Frans Coopman op het op 27 sept. aan hem gegeven rekest van
Meus Maertensz. de Haes. Coopmans verzoekt het
aan
Meus Maertensz. verleende relief in te trekken of tenminste de door
de
Admiraliteit te Rotterdam
gemaakte
taxatie vanwege de vertraging in zijn voordeel te wijzigen.
Dientengevolge moeten HHM De Haes gelasten deze taxatie met de
tussentijds gemaakte kosten aan Coopman te betalen. Tevens moet de
door De Haes gevraagde uitleg van de beschikking van HHM hem worden
geweigerd.
Het rekest van Meus Maertensz. in aanmerking genomen geven HHM de rekesten aan
Ploos. Hij moet deze onderzoeken en erover berichten.
6
Elisabeth van der Made, weduwe van
Symon Willemsz. van
Dingenhoven, verzoekt haar veertien dagen geleden
ingediende
rekest met de daarop verleende apostille te mogen ontvangen.
HHM laten
Kelffken en
Schaffer de stukken
aangaande de voor hen lopende beroepszaak tussen de
suppliante en haar zoon
Willem van
Dingenhoven onderzoeken. Zij moeten de partijen doen
schikken, indien
dit
mogelijk is.
7
De
Admiraliteit te Amsterdam
bericht d.d. Amsterdam 6 okt. dat wel met de uitvoer van het onlangs uit
Tortuga
[Île de la Tortue] in
West-Indië aangekomen zout mag worden
ingestemd maar dat de
uitvoer van Frans zout voorlopig moet worden uitgesteld.
HHM bepalen dat het eerder uitgevaardigde uitvoerverbod van grof zout in het algemeen blijft gelden tot betere tijden.
8
De
Admiraliteit te Rotterdam
adviseert d.d. Rotterdam 5 okt. dat het door HHM uitgevaardigde uitvoerverbod van grof zout voorlopig van kracht moet blijven.
HHM nemen dit over.
9
De
Admiraliteit te Rotterdam
adviseert d.d. Rotterdam 5 okt. over het rekest van
Neeltge Tonis, weduwe van de in dienst van het land verongelukte
scheepskapitein
Pieter Cornelisz. van der
Heyde. Wanneer de zonen
van de suppliante enigszins geschikt zullen zijn om het land te
dienen,
zal het College hen aanstellen. Aangaande de verzochte afrekening
en de
vergoeding van het koksgereedschap, de proviand en andere kosten
zal
het College haar op dezelfde manier behandelen als andere weduwen
die
hun man in dienst van het land met schip en goed hebben
verloren.
HHM nemen dit advies over.
10
Naar aanleiding van het verzoek van extraordinaris bode
Jan Cornelisz. Backer geven HHM hem uit medelijden 12 gld., waarvan ordonnantie
wordt gedepêcheerd.
11
Gomes van Trier verzoekt HHM om de volledige inhoud van zijn op 3 okt.
ingediende rekest met meer inzicht en ernst te overwegen en hem de
voordelen ervan te laten krijgen.
HHM wijzen dit verzoek af.
12
In een namens de regering van
Luik ingediend rekest wordt gemeld dat de dorpen
Kortessem,
Bocholt,
Grote-Brogel en
Kleine-Brogel en
Erpekom sinds mensenheugenis
Loons-Luikse dorpen zijn geweest. Deze plaatsen
zouden
even neutraal en en vrij moeten zijn als de andere in het
Land van
Luik en het graafschap Loon gelegen dorpen.
Ontvanger
Gabriel Severyns heeft
de
dorpen echter opgeroepen hem contributie te betalen. De
suppliant
verzoekt HHM om de ontvanger en alle anderen te gelasten de
genoemde
dorpen met rust te laten.
HHM geven het rekest voor advies aan de RvS.
13
Cornelis Pynaecker verzoekt zijn rechtvaardiging en de stukken aan enkele
raadsheren van het
Hof van
Holland
te geven om deze te onderzoeken en er
rechtvaardig
over te besluiten.
HHM manen de commissarissen hun besprekingen over deze zaak af te ronden.
14
HHM wijzen het verzoek af van
Sebastiaen Bolleman. Hij vraagt om het door de
Admiraliteit
te Rotterdam
gestuurde laatste antwoord op zijn rekest
en de aangehechte stukken te zien. HHM houden hoofdzakelijk
vast aan hun
eerdere
resolutie.
15
De
Raad van Vlaanderen
te Middelburg adviseert d.d. 7 sept. over het op 6 juni ingediende rekest van
Van der Eycken en
Casembroot. Op 12
mei
1615 hebben HHM de Raad gemachtigd zijn recht te handhaven
aangaande het
verkopen,
verpanden of wijzigen van de lenen in het staatse deel van
Vlaanderen. Daarom zouden de supplianten naar de
Raad moeten
worden
verwezen om hem een deskundig besluit te laten nemen over het
verzochte octrooi.
HHM nemen dit advies over. Zij verwijzen de supplianten naar de Raad van Vlaanderen en laten deze over hun zaak beslissen.
16
Pieter Dionysz., koopman te Amsterdam, verzoekt de
verkoop van twee 32-ste delen in twee schepen aan
Jan
de
Bleecker te mogen ontbinden en alles te herstellen in de
oude
toestand. Dit ondanks de staat van het proces waarvoor beide
partijen hun stukken hebben ingediend en waarin is geconcludeerd.
Dionysz. verzoekt in deze zaak recht te doen.
HHM verlenen de suppliant mandement van relief in gewone vorm met last aan de
Admiraliteit in Zeeland
om kennis van de zaak te nemen.
17
HHM lezen een rekest van
George Gordon,
Jean Lambi en
Jean Meure. Vanwege hun ontdekking
van de voorgenomen
aanslag op
Bergen op Zoom hebben zij zowel van de
RvS als van HHM 510
gld. gekregen. Zij verzoeken HHM nogmaals om te regelen dat zij
kleedgeld krijgen. Ook willen zij worden aangesteld bij een
compagnie
voor een extraordinaris traktement waarvan zij kunnen leven.
HHM geven het rekest aan de RvS om er een gunstig besluit over te nemen.
18
Naar aanleiding van het verzoek van
Wendel Gysen uit het in de Palts gelegen Friesenheim geven HHM hem uit
medelijden 9 gld. Deurwaarder
Herdersum zal hem dit betalen.
19
In een rekest meldt
Jacob van Heuvel in 1623 aan de afgevaardigde van het eskader soldaten van de
vijand in
Huissen voor 1.700 gld. laken
te
hebben geleverd. Hij verzoekt HHM om deze schuld te voldoen.
HHM geven het rekest aan de RvS om uit te zoeken of zij hiertoe verplicht zijn.
20
De rechters en raden van
Amboina
[Ambon] verzoeken met klem om hun zaak voorgoed af te
handelen.
HHM laten
Essen,
Noortwyck en
Ploos met
Joachimi bespreken wat er in deze
kwestie het beste kan gebeuren.
21
In een memorie vragen de ordonaris scheepskapiteins in vaste dienst om spoedige betaling van hun traktementen.
HHM zullen dit bespreken met de aanwezige afgevaardigden van de Admiraliteitscolleges.
22
In een memorie verzoekt secretaris
Gunter conform de resolutie van 25 aug. om een kopie van de
memories,
specificaties en andere stukken van
Joost
Brasser.
HHM gelasten Brasser de authentieke kopieën van de in de resolutie van 12 sept. genoemde stukken en kwitanties alsnog aan Gunter te geven.
23
Thesaurier
Van Goch bericht over de declaratie van cipier
Jan Ysbrantsz. Groenestein vanwege de proviand
en
het sluitgeld van 68 gevangen Duinkerkers.
HHM depêcheren ordonnantie van 253 gld. 12 st. voor de proviand, à 8 st. per dag per persoon, en 102 gld. voor het sluitgeld van een daalder per persoon. In totaal is dit 355 gld. 12 st.
24
De
thesaurier-generaal bericht over de declaratie van ambassadeur
Oosterwyck voor de reis- en
transportkosten en de daggelden tijdens zijn reis naar
Venetië.
HHM depêcheren ordonnantie voor Oosterwyck van 17.987 gld. 18 st.
25
Op advies van thesaurier-generaal
Van Goch over de op 5 okt. ingediende declaratie van
Jaecques Adriaensz. Duvelant
depêcheren HHM ordonnantie voor hem van 1.293 gld. 16 st.
26
Thesaurier-generaal
Van Goch bericht over het op 4 okt. ingediende rekest van graaf
Johan Maurits van
Nassau.
HHM vragen eerst advies over het rekest aan de RvS.
27
De
thesaurier-generaal bericht over de op 5 okt. ingediende remonstrantie van de
aanwezige afgevaardigden van de Landschap
Drenthe.
HHM geven de memorie eerst aan de RvS om er puntsgewijs over te adviseren.
28
Conform de resolutie van 12 sept. bericht thesaurier-generaal
Van Goch over de verschillende keren besproken
declaratie van resident
Aissma.
Het
betreft 250 gld. die Aissma aan een correspondent aan het hof van
de
keizer heeft betaald en 300
rijksdaalder voor een geschenk aan een minister van de
koning van Denemarken.
Na de verklaring van de
raadpensionaris dat deze op de hoogte is van de betaling van de genoemde 250
gld.
laten HHM dit bedrag op Aissma's rekening valideren. De betaling
van de
300 rijksdaalder wordt uitgesteld tot nader bewijs is geleverd.
29
HHM onderzoeken het door generaal
Nispe ingediende bewijs voor enkele opgeschorte posten op diens
declaratie aangaande de kwestie van de munt van
Huissen en het optreden tegen
Jan Cuisten.
Aangaande de Huissense munt geven HHM Nispe de helft van de verzochte 534 gld. Een besluit over de zaak Cuisten wordt uitgesteld totdat zij een kopie van diens veroordeling door het
Hof van Holland
hebben gezien en de details van de zaak kennen. HHM laten de
griffier deze kopie en de details van de zaak achterhalen en daarover
berichten.
30
Een nabij de Maas op het schip Den Vliegenden Draeck geschreven brief van vice-admiraal
Lieffhebber d.d. 5 okt. met diens journaal behoeft geen resolutie.
31
Resident
Schultetus compareert en dient een propositie in.
1