09 - 10 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Martin Goris, kanselier van Gelderland, bericht d.d. 5 okt. in navolging
van de machtiging van HHM van 29 sept. niet met de commissarissen
van
Trier te hebben kunnen spreken over de zaak van
Roelandt van Marteloch. De
commissarissen zijn immers niet zelf in
Huissen
geweest, doch slechts hun ondergevolmachtigden, die sinds enkele
dagen
ook weer naar
Emmerik
[Emmerich] zijn
vertrokken.
HHM schrijven ten gunste van Marteloch aan de
keurvorst van Trier, opdat deze de investituur van de door hem aangegeven
leengoederen bij
Koblenz mag krijgen en negen jaar
verschuldigd pachtgeld van deze
goederen mag ontvangen. Verder laten zij commandant
Dyden aan de in Emmerik aanwezige
commissarissen vragen om bij de keurvorst te bemiddelen opdat
Marteloch
wordt tevredengesteld.
2
De
president meldt van Z.Exc. te hebben vernomen dat deze de raadsheren
Verdoes en
Montis door
Brabant naar het
prinsdom
Orange wil laten vertrekken. Daar zullen
zij
enkele zaken voor hem regelen. Z.Exc. vraagt of HHM daartegen
bezwaar hebben.
HHM verklaren niets tegen het vertrek van de raadsheren te hebben.
3
Naar aanleiding van het verzoek van de Amsterdamse kooplieden
Joost Willemsz. van Nieukercke en
Jan van de Brouwer,
reclamanten van het schip Sint Pieter
met
lading, schrijven HHM de
Admiraliteit in het
Noorderkwartier
. Het College moet de supplianten een
kopie
doen toekomen van het vonnis waarbij het schip en de goederen voor
rechtmatige buit zijn verklaard, alsmede van het hiertegen
verstrekte
mandement van revisie.
4
De vijf schippers die het West-Indische zout hebben ingevoerd verzoeken dit weer te mogen uitvoeren.
HHM blijven bij hun eerder genomen besluit hierover.
5
HHM ontvangen een in de havenstad Gamron in Perziƫ geschreven brief van
Huibertus Vissnich, commies in dienst van de VOC, d.d. 8 jan. 1626, en een
brief van de
koning van
Perziƫ.
HHM laten de brief van de koning vertalen in het Nederlands.
6
De
Generaliteitsrekenkamer
adviseert d.d. 7 okt. over de geroyeerde posten welke de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
op 4 okt. heeft verzocht op rekening van haar
ontvanger te doen valideren.
Voordat HHM hierover besluiten, laten zij
Beaumont en
Ploos het advies en de
geroyeerde posten nader onderzoeken en erover berichten.