04/11/1628

 
English | Nederlands

04 - 11 - 1628

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De RvS adviseert d.d. 3 nov. over het op 29 okt.1 ingediende rekest van Giel Jansz. van Langbroeck. De Raad meent dat ontvanger Rensen te Emmerik mag worden gelast de suppliant vrij te laten uit de gevangenis, tenzij deze zwaarwegende redenen heeft dit niet te doen. In dat geval moet hij HHM daarvan op de hoogte brengen.
HHM schrijven Rensen om de suppliant vrij te laten zonder hem te laten betalen voor de kosten of het toegezegde rantsoen van Goort Jansz., zijn overleden bastaardbroer.

2 De afgevaardigden van Gelderland nomineren Gerridt Neu, eerste klerk van het Hof van Gelderland, als solliciteur van de soldij- en kostgelden voor de op de staat van oorlog te water op de provincie gerepartieerde schepen.
HHM benoemen Neu tot solliciteur. Zij laten dit melden aan de Admiraliteit te Rotterdam en gelasten deze hem toe te laten als solliciteur van Gelderland.

3 Verschillende inwoners van de Republiek verzoeken om vrijlating van de in Rotterdam gevangenzittende Duinkerkers, opdat deze kunnen worden geruild tegen Nederlandse gevangenen in Oostende.
HHM kunnen hierop niet ingaan.

4 HHM laten Schaffer de hoofdpunten halen uit een brief van de gezanten in Engeland d.d. Londen 30 okt. en erover berichten. Intussen laten zij de Bewindhebbers van de VOC een authentieke kopie opsturen van de eerder door de Engelse koning verleende akte aan afgevaardigden van de VOC die daarmee vrij konden komen en gaan zonder in persoon of goederen te worden lastiggevallen. Ook vragen HHM de Bewindhebbers of zij de namen van de afgevaardigden en hun voornaamste dienaren individueel op de verzochte akte willen laten vermelden of dat deze in het algemeen worden omschreven als de gedeputeerden van de VOC met hun gevolg. Ten slotte verzoeken zij de Bewindhebbers nogmaals hun deputatie naar Engeland te doen, zodat verdere tweedracht tussen de Engelse en Nederlandse Compagnie kan worden voorkomen.

5 Secretaris Gunter compareert en bericht tot nog toe geen antwoord van Joost Brasser te hebben gekregen op zijn op 24 okt. ingediende memorie. Hij heeft de afhandeling van deze kwestie echter opgedragen aan resident Schultetus, aangezien hij naar Denemarken wil vertrekken. Gunter raadt HHM aan de zaken van zijn koning te begunstigen en de maandelijkse subsidie en de achterstallen te betalen. Hij zal een gunstig rapport aan zijn koning doen en verzoekt een recredentiebrief aan zijn heer.
HHM zullen het antwoord van Brasser op het memoriaal afwachten. Zij verzekeren de Deense koning hem te steunen bij zijn heldhaftige besluiten ter begunstiging van de gemeenschappelijk evangelische zaak, conform het met hem gesloten verdrag. HHM laten aan Gunter de recredentiebrief verlenen en schenken hem een gouden keten ter waarde van 600 gld.

6 De voormalige pachters van het kwart compareren. Zij klagen geen voet van liquidatie met de Admiraliteit in Zeeland te kunnen overeenkomen. Hierdoor krijgen de pachters niet waarop zij recht hebben en wat zij tot hun tevredenheid wel van de andere Colleges hebben ontvangen.
HHM laten de pachters een voet van liquidatie opstellen waarnaar volgens hen moet worden gehandeld.

7 HHM laten het door de koning van Engeland op ...2 okt. uitgevaardigde verbod van de uitvoer naar Frankrijk van op het plakkaat gespecificeerde levensmiddelen, krijgsbehoeften en munitie uit het Engels in het Nederlands vertalen. Daarvan wordt een kopie aan de Admiraliteitscolleges gestuurd om de Nederlandse kooplieden ervan op de hoogte te brengen.

8 Essen en de andere afgevaardigden dienen de in kolommen opgestelde weerslag in van hun besprekingen met Joachimi over het door de Engelsen voorgestelde reglement van marine en de door de Engelsen geschonden artikelen van het verdrag van Southampton. Zij verzoeken HHM deze stukken te behandelen.
HHM laten Joachimi de door de extraordinaris gezanten in Engeland hierover gehouden besprekingen eveneens in kolommen opstellen, opdat deze kunnen worden samengevoegd en er gunstig over kan worden besloten.

1 Dit moet 28 okt. zijn.
2 De dag is weggelaten.