02 - 12 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Jaeques Tappy uit Genève, facteur van de
prinses
van Portugal, wordt op diens verzoek
tegen betaling van 's lands rechten de uitvoer van de hierna
gespecificeerde goederen toegestaan: vijftig zakken peper, tien
zakken
gember, vier kwartelen nagelen, vier kwartelen muskaatnoten, twee
kwartelen macis, twee pakken kaneel, acht tonnen suiker, twee balen
Haarlems lijnwaad, drie balen legatuur, twee tonnen Spaans
marokijn,
twee tonnen vlas en vijfhonderd pond kaas.
2
HHM lezen het conceptantwoord d.d. 2 dec. op de propositie van raadsheer
Sixtus van Amama uit naam van
Ulrich, graaf van
Oost-Friesland, heer tot Esens, Stedesdorf en Wittmund
1, in de vergadering van 17 nov. mondeling
toegelicht en
schriftelijk ingediend. De propositie betreft ten eerste
de aanleg van een royaalfort op
Bunderneuland, ten
tweede de afpaling van dat land en ten derde de verpachting van de
gemene consumptiemiddelen over de ingezetenen binnen die
afpaling.
HHM verklaren net als voorheen met de graaf betrekkingen te willen onderhouden als goede vrienden en buren. Op de overige punten kunnen HHM nog niet ingaan, omdat zij nog een antwoord op hun schrijven verwachten van de
Staten van Groningen
, die momenteel door belangrijke zaken in beslag genomen zijn. Zij verzoeken Amama hun antwoord gunstig aan de graaf over te brengen.
3
De drossaard, burgemeesters, schepenen en de raad van
Bergen op Zoom berichten d.d. aldaar 28 nov. de tonnenvis
haring en wijn die uit hun stad wordt uitgevoerd, niet te hebben
belast.
Wel heffen zij conform hun privileges en oude rechten belasting
over
enkele binnen de stad geconsumeerde goederen.
HHM zullen deze brief nader bestuderen.
4
HHM verzoeken en machtigen
Bas en andere gedeputeerden om met
Joost
Brasser een wissel te sluiten van 100.000 gld. voor het
garnizoen in
Glückstadt, met de belofte deze
som
evenals de voorgaande wisselbrief van 10.000 rijksdaalder prompt
aan
hem terug te betalen.
5
Pieter Maertensz. Coij, consul te Algiers, laat per brief d.d. Algiers 19 aug.
weten dat
zijn traktement niet naar behoren wordt uitbetaald. Ook heeft hij
een wissel van 225 piasters getrokken, te betalen aan
Josias Mareschal. Hij verzoekt
deze
niet te voldoen.
HHM zullen de
Directie van de Levantse Handel
schriftelijk aansporen zorg te dragen voor betaling van Coijs traktement, met het verzoek de betaling van de 225 piasters tot nader order op te schorten.
6
HHM lezen het rekest van
Geridt Evertsz. Roos, lid van de raad van veertig te Leiden, c.s., inhoudend dat
de
Admiraliteit te Rotterdam
de
supplianten geen recht geeft in een proces contra
Govert den Boormaecker over een
door
de supplianten gestelde cautie van 10.000 gld. voor het
goede gedrag van een kapitein ter kaapvaart die is uitgevaren. De
advocaat-fiscaal van dit College
heeft
de supplianten in verband hiermee opnieuw opgeroepen. Ze verzoeken
HHM
de Admiraliteit te verplichten het proces met een definitief vonnis
te
beslechten en de fiscaal van zijn actie te laten afzien.
HHM zullen de Admiraliteit schrijven het proces op hoofdzaken af te handelen.
7
De
Admiraliteit te Amsterdam
bericht d.d. 29 nov. dat zij conform het 55ste artikel van haar instructie
Jan van Lindt en
Gerridt Engelsz.
voordraagt. HHM kunnen een van beiden kiezen tot ontvanger van
de
generale middelen op de in- en uitgaande goederen te
Zutphen, ter
vervanging van wijlen
Reinier van
Heeckeren.
De serieuze aanbeveling op 16 nov. van de burgemeesters, schepenen en raad van Zutphen in aanmerking genomen, benoemen HHM Jan van Lindt tot
ontvanger. Voor hem wordt commissie in de
gebruikelijke
vorm gedepêcheerd, waarop hij de eed aflegt. Hiermee vervalt de
100
gld. waarmee zijn gage als controleur op 28 okt. werd verhoogd.
8
HHM lezen het rekest van
Antonius Hornhovius, predikant te Eemnes, inhoudend dat hij in 1626
een remonstrantie heeft gemaakt en in druk heeft uitgegeven.
Daarin
deed hij enkele voorstellen die, onder correctie van de hoge
overheid,
zouden kunnen leiden tot rust in de kerk en de vereniging van veel
vervreemde gemoederen. HHM hebben hem op 30 mei 1626 geschreven dat
hij
alle exemplaren van deze remonstrantie in hun vergadering moest
inbrengen. Zijn reis en verblijf in 's-
Gravenhage
hebben vele kosten met zich meegebracht en hij vraagt HHM daarvoor
om
een bijdrage.
HHM beschouwen het maken en uitgeven van de remonstrantie als een dwaling en een vergrijp tegen de overheid. Toch kennen ze hem uit christelijk medeleven 100 gld. toe. Hiervan zal ordonnantie worden gedepêcheerd.
9
Don Emmanuel, prins van Portugal, verzoekt om met zijn gevolg en bagage naar
Culemborg te mogen komen om aldaar met zijn
dochter te spreken.
Het rekest gaat voor advies naar de RvS.
10
HHM lezen de remonstrantie van
Piere Morine, doctor in de medicijnen, waarin hij nieuwe praktijken naar
voren brengt om de vijand te water en te land afbreuk te doen.
Deze remonstrantie gaat voor onderzoek en een beslissing naar de RvS.
11
In een rekest klagen de ossenweiders van het graafschap
Bergh en
Erlecom teveel
konvooi te moeten betalen voor hun
magere beesten.
HHM geven het rekest voor advies aan de aanwezige gedeputeerden
van
de Admiraliteiten.
12
Op verzoek van
William Colwel, hofmeester van de ambassadeur van de Engelse koning,
verlenen HHM hem een vrij paspoort om ten behoeve van
baron
Carleton een
wapen van een kurassier en van een haakbusschutter ter waarde van
230 gld. 12
st. naar
Engeland uit te voeren.
13
Op het verzoek van de heer
Lalouette laten HHM de
president
Z.Exc. verzoeken de
keizer van Marokko te schrijven om
de vrijlating
van
een gevangene genaamd
D'Auluaij
te
bepleiten.
14
Resident
Aissma bericht d.d. Hamburg 8/18 nov. onder andere dat
de stad
Krempe in handen van de keizerlijken is
gevallen.
Er wordt geen resolutie genomen.
15
De drie maanden opschorting van de executie van de Gulikse contributies verleend naar aanleiding van de remonstrantie van
baron van Spieringh, zijn verstreken.
HHM zullen de eerste gelegenheid aangrijpen deze zaak in aanwezigheid van Z.Exc. te bespreken.
16
Behandeld wordt de zaak van de Fransman
Guilliaeme Morreau c.s. contra de Engelsman
Willem
Peggeslei betreffende een Engels schip dat door de Franse
kapitein
Du Me op zee op de
Engelsen is
veroverd en dat met storm en onweer te
Rotterdam
is
aangekomen.
HHM zullen de magistraat te Rotterdam schrijven het
schip
aan neutralen in bewaring te geven en een nauwkeurige inventaris
van
schip en lading te laten opmaken met alles wat daarbij hoort. HHM
gelasten verder Peggeslei en andere Engelsen alles weer naar het
schip
terug te brengen dat daarvan zou zijn weggenomen.
17
Ontvangen is een brief van
Eck d.d. Amsterdam 20/30 nov. met daarnaast een antwoord van de
Admiraliteit
aldaar op de
propositie
van Eck krachtens de resolutie van 28 november.
HHM stellen een besluit hierover uit totdat Eck is teruggekeerd.
18
HHM lezen de memorie waarin resident
Johannes Schultetus ten
eerste om een resolutie verzoekt op zijn memorie van 21 nov.
betreffende enkele levensmiddelen voor
Glückstadt. Ten tweede vraagt hij om kapitein
Roussel van schepen te voorzien
voor
het
transport van diens volk naar de
Elbe.
HHM zullen op het eerste punt nagaan welke actie is ondernomen, op het tweede punt zullen zij het advies van de RvS inwinnen.