04 - 12 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief van de
Gedeputeerde Staten van Friesland
d.d. Leeuwarden 19 nov. met een extract uit hun resolutieboek inhoudend dat zij geruime tijd geleden kapitein
Frans van Roussel hebben afgedankt. Zij zijn niet op de hoogte van hetgeen
Roussel sindsdien in dienst van de
koning
van
Denemarken heeft gedaan.
Er wordt geen resolutie genomen.
2
Ontvangen is het antwoord van kapitein
Beringe, commandant te Groenlo d.d. aldaar 16/26 nov. op het
schrijven van HHM d.d. 15 november. De krijgsraad te
Groenlo heeft door middel van een vonnis
krachtens
de eerdere machtiging van HHM enkele karren en goederen
toebehorend
aan
Lambert Potholt
geconfisqueerd. Deze werden zonder een begeleidend paspoort door
het
garnizoen van Groenlo aangetroffen op de
heide bij
Haaksbergen.
Deze brief gaat naar de RvS voor advies.
3
HHM lezen het rekest van
Pieter Schoutes, sustituut-procureur van
Dirck
Poijen, ondersteund door een brief van de
koning van Polen d.d. Warschau 24
juli
en van de geachte burgemeesters en raad van
Danzig
[Gdansk]
d.d. aldaar 14 juli. Zij willen enkele platen koper terughebben,
twee
kisten met klingen en lijnwaad, in 1623 bij vonnis door de
Admiraliteit te Rotterdam
geconfisqueerd.
HHM gaan niet op deze zaak in.
4
HHM lezen het rekest van de gedeputeerden van de baljuw, burgemeesters en schepenen van
Sluis in Vlaanderen uit naam van hun ingezetenen, ondersteund door
een brief van
Hautein en van voornoemde
magistraat
d.d. 24 november. Zij verzoeken om betaling van 17.333 15 st. die
deze
ingezetenen tekortkomen op het sterfhuis van
Johan Casembroot. Deze had dit bedrag van HHM
tegoed.
Dit rekest gaat voor advies naar de RvS.
5
Het
Hof van Gelderland
bericht d.d. Arnhem 11 nov. over de bezetting van de
Overbetuwe en de
Nederbetuwe, de
Tielerwaard alsmede de daaromtrent gelegen
plaatsen,
ter afwering van vijandelijke contributies en invallen en ter
verzekering van de ingezetenen aldaar.
Deze brief gaat naar de RvS voor advies.
6
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
antwoordt d.d. Enkhuizen 29 nov. op de brief van HHM d.d. 21 november. Vanwege de indispositie van haar
advocaat-fiscaal is zij niet in staat haar rekening over 1627
binnen de gestelde tijd ten burele van de
Generaliteitsrekenkamer
in te dienen. Wel
zal het College de ontvangsten en uitgaven van dat jaar aan HHM
tonen door
middel van een nauwkeurig overzicht.
Er wordt geen resolutie genomen.
7
De
Admiraliteit in het Noorderkwartier
bericht d.d. Enkhuizen 23 nov. dat haar advocaat-fiscaal mr.
Pieter Boelisz. vanwege ziekte zijn ambt zes maanden niet heeft kunnen
uitoefenen. Conform het 78ste artikel van haar instructie heeft
zij
mr.
Pieter Crap genomineerd om dit
ambt te bekleden, op voorwaarde dat hij zijn plaats weer zal
afstaan
wanneer Boelisz. is hersteld. De Admiraliteit verzoekt HHM Crap
daartoe
te machtigen en een akte van commissie te verlenen.
Gelet op de aanbevelingsbrieven van de magistraat te
Hoorn in november voor Crap, committeren en machtigen HHM hem om
gedurende de ziekte van Boelisz. dit ambt te bekleden, conform de
instructie en commissie van de fiscaal. Wel zijn de raden ter
Admiraliteit gehouden om indien Boelisz. zijn ambt verlaat door
overlijden of om een andere reden, twee gekwalificeerde personen
voor
te dragen, uit welk tweetal HHM een keuze zullen maken.
8
Op het herhaalde, maar tot nu toe telkens afgewezen verzoek van
Judith en
Johanna Agileus,
dochters van wijlen mr.
Henrick
Agileus, procureur-generaal van het Hof
van Utrecht, besluiten HHM hun de som van 100 gld.
toe te
kennen, waarvan ordonnantie gedepêcheerd zal worden. De
supplianten
moeten nu wel hun verzoeken staken om het traktement van wijlen
hun
broer te ontvangen.
9
HHM lezen de memorie van
Joost Brasser, koopman te Amsterdam, om betaling van een wisselbrief van
10.000
rijksdaalder die op 19 april aan commissaris
Hoogenhouck werd meegegeven voor
het
onderhoud van het volk te
Glückstadt.
De gedeputeerden van
Holland wordt verzocht dit te bespreken met de
Gecommitteerde Raden van Holland
. Ook wordt de
gedeputeerden van het Kwartier
Nijmegen verzocht om iemand uit hun midden naar
hun
principalen
te laten afreizen om
dit
College te bewegen tot betaling van zijn contingent in de quote van
Gelderland
in het subsidie aan
de
koning van Denemarken.
10
De gedeputeerden van HHM wordt verzocht conform het contract met
Joost Brasser een wissel van 100.000 gld. op
Hamburg met
hem te sluiten ten behoeve van het onderhoud van het garnizoen te
Glückstadt, op de belofte Brasser dit bedrag
prompt terug te
betalen.
De gedeputeerden zullen dit doen en er nauwlettend op toezien dat dit gebeurt.
11
HHM lezen het rekest van
Mathys Treurniet c.s. over de achterstallige betaling van de ordonnanties van
60.000 gld., spruitend uit de gemaakte werken te
Blauwgaren,
Steenbergen en
elders. Zij
verzoeken om betaling of ten minste om het bedrag waarmee de rente
kan
worden afgelost om geen schade te lijden.
De supplianten zullen met de hoofdsom geduld moeten hebben totdat de gedeputeerden van HHM conform de eerder genomen resolutie een middel hebben gevonden waarvan een aanzienlijk bedrag kan worden besteed aan de aangenomen fortificatiewerken. Voordien moet met de
ontvanger-generaal gesproken worden om de supplianten een flinke som geld te
geven om hun crediteuren van het lijf te kunnen houden.
12
Kelfken en
Bruininxs zijn
teruggekeerd van de vergadering van de
Heren
Negentien
. Ze hebben gerapporteerd over de
belangrijke zaken die zijn voorgevallen.
HHM bedanken hen.
13
HHM verzoeken en committeren
Kelffken,
Bruininxs en
Rode om uit naam van HHM naar de
begrafenis van kolonel
Francois
Hendersen te gaan. Zij aanvaarden die taak.
14
In de plaats van
Feit wordt
Oyen, schout te Tiel,
aangesteld om de aanspraken van de
weduwe en erfgenamen van ambassadeur
Berck te onderzoeken.