09 - 12 - 1628
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ter vergadering compareert
Nieustadt, raad ter Admiraliteit te Rotterdam. Hij
maakt HHM bekend dat de
Staten van
Holland
hun quote van 58.000 gld. hebben
betaald in de 100.000 gld., bestemd voor de betaling van de
matrozen
dienend op de rivieren. De andere provincies zijn in gebreke
gebleven
de resterende 42.000 gld. te verschaffen, behalve dan dat
Gelderland
8.000 gld. heeft
opgebracht, in mindering op de 36.000 gld. die deze provincie
schuldig
is voor het onderhoud van twee schepen en een jacht op de staat van
oorlog te water van 1628 op deze provincie gerepartieerd. Nieustadt
verzoekt HHM de betaling van de afzonderlijke bedragen te
regelen.
HHM manen de gedeputeerden van de achterstallige provincies genoemde bedragen te betalen en verzoekt ze hun principalen ertoe aan te sporen de grieven van de
Admiraliteit
weg te nemen. Tegelijk worden de raden in dat College vermaand de
solliciteur in
Gelderland aan te sporen
tot een spoedige
invordering van het geld voor de schepen.
2
Ontvangen is een brief van agent
Brederode d.d. Bazel 14/24 november.
Er wordt geen resolutie genomen.
3
Ontvangen is een brief van de burgemeesters en raden van
Rotterdam d.d. aldaar 6 dec. met een door een beëdigde
roedrager uit die stad opgemaakte inventaris van een Engels schip
dat
door de Fransen
Guiliaume Morreau
c.s.
te Rotterdam is opgebracht.
Er wordt geen resolutie genomen.
4
De
Admiraliteit te Amsterdam
adviseert d.d. 6 dec. over het op 30 nov. ingediende rekest van
Herman Bossch.
Conform het advies staan HHM de suppliant de uitvoer naar
Glückstadt toe van vijftienhonderd soldatenuniformen en honderd
centenaar buskruit, op voorwaarde dat hij daarover 's lands rechten
betaalt. Hij moet voldoende borg stellen en binnen drie maanden
aantonen dat het buskruit te Glückstadt en nergens anders is
ingevoerd en opgeslagen. Hij moet deze borg afdoend zuiveren.
5
Op de namens resident
Aissma ingediende memorie wordt hem de uitvoer van twee
koetspaarden naar
Hamburg toegestaan, op voorwaarde dat hij een
kwart
aan licent betaalt.
6
Adriaen Govertsz., woonachtig te Waalwijk, verzoekt dertig magere
vaarzen en dertig magere koeien te mogen laten vetweiden in het
Land
van
Altena en
Heusden en in de
Langstraat, om ze daarna te verkopen waar
HHM goeddunken. Hij biedt aan voor elke vaars 1 en voor elke koe 2
gld. te
betalen.
HHM winnen het advies van de RvS in.
7
HHM lezen het verzoek van
Johan van Raesfelt, drost van Vollenhove, en consorten. Zij voeren voor de
drost en de 24 etten van de Landschap
Drenthe een proces tegen hun schoonvader
Henderick van Munster, heer van
Ruinen.
Zij waren op 24 aug. geappointeerd om op 1 dec. voor HHM te
verschijnen
om tot een akkoord te komen. De heer van Ruinen heeft
dit
geëxcuseerd en verzoekt om een nieuwe bijeenkomst op 2 of 3
april
1629.
HHM kunnen niet op dit verzoek ingaan.
8
De RvS adviseert d.d. 4 dec. over de memorie en het verzoek van
Schultetus om behalve de ingescheepte levensmiddelen ook kapitein
Roussel met zijn volk voor de
koning van Denemarken naar
Glückstadt te
transporteren. De Raad weet niet of dit transport van de 50.000
gld. aan subsidie
voor de koning van Denemarken en bestemd voor de benodigdheden
van
Glückstadt kan worden betaald. De Raad kan hierover
daarom niet adviseren.
HHM laten deze zaak verder rusten.
9
Conform het advies van de RvS d.d. 26 april wijzen HHM het op 22 april ingediende verzoek van de indijkers van de nabij
Axel gelegen
Kapellepolder af. De inbraak
waarnaar verwezen wordt is te wijten aan slechte dijken. Die waren
vaker oorzaak van dergelijke ongelukken, maar de ingelanden slaan
het
advies van de RvS om beter te bedijken in de wind, onder het mom
dat
zij deze toch moeten herdijken en repareren. Bovendien zijn met
instemming van de gedeputeerden van
Zeeland de
generale middelen (waaronder de in dit verzoek genoemde
middelen begrepen zijn) reeds verpacht.
10
Wilhelmus Georgy, voormalig predikant te Griethausen, ontvangt uit mededogen
een gift van 50 gld.
Hiervan wordt ordonnantie gedepêcheerd.
11
HHM winnen het advies in van de RvS over het verzoek van de
Kleefse dorpen
Kleverhamm,
Warbeyen, "Eyckestal",
Huisberden,
Kellen,
Till en
Qualburg om een
sauvegarde
tegen de overlast van staatse soldaten.
12
Henricus Hondius wordt op diens verzoek toegestaan om op de gravure met de
afbeelding van de
prinses van
Oranje
het privilege van HHM te zetten1.
13
HHM lezen het door de RvS opgestelde advies op het rekest van
Jan d'Aerssens, drossaard van de Baronie van Breda, om doorbetaling van de
300 gld. die hij jaarlijks krijgt voor zijn inspanningen om de
gemene
middelen in de
Baronie van Breda te verbeteren en
de
ontvangers daarin bij te staan. Het advies luidt dat hem de
verzochte
verlenging zou moeten worden toegestaan voor nog twee jaren, zoals
de
laatste keer.
HHM wijzen het verzoek desondanks om goede redenen af.
14
HHM lezen het schriftelijke antwoord van resident
Schultetus op de hem op 11 nov.
overhandigde memorie van
Joost Brasser.
Dit antwoord gaat naar Brasser, om hierop binnen drie weken te reageren.
15
HHM besluiten conform het gisteren verstrekte bericht van
Schaffer aan de
magistraat
van
Emden te schrijven zonder voorafgaand advies
van de RvS.
Schaffer
zal Z.Exc. vragen deze brief met
zijn brief te ondersteunen.
16
HHM lezen de memorie van admiraal
Reael aan HHM over zijn gevangenschap te
Wenen
in
Oostenrijk. Hij verzoekt hun alles in het werk
te
stellen om hem te bevrijden.
Deze memorie gaat naar de RvS om, na hierover te hebben overlegd met Z.Exc., te adviseren.
17
Ontvangen is het schriftelijke antwoord van de eerste en andere raden van
Brabant
d.d. 's-Gravenhage 8 dec. op de brief van HHM d.d. 6 dec. en
een advies op de brief van
Johan de Kesseler,
heer van Marquette, aan
Gerard van
Berckel, burgemeester te Rotterdam. De brief betreft het
ten
overstaan van hen ingestelde proces van kapitein
Jan Waddel tegen de
gravin van Megen die de hypotheken
van
Waddel bezit, als moeder en voogdes van haar onmondige zoon
Aelbert de Croy, graaf van Megen,
woonachtig te Brussel.
HHM menen dat het recht zijn loop moet hebben.
18
De gedeputeerden tot het sluiten van een wissel van 100.000 gld. voor het onderhoud van het garnizoen in
Glückstadt wordt verzocht de zaak met
Joost
Brasser te hervatten, met de toezegging hem
tevreden te zullen stellen voor de wisselbrief van 25.000 gld. die
op 29
april aan de naar Glückstadt vertrekkende commissaris
Hoogenhouck
is meegegeven. De
Staten van Holland
wordt serieus
verzocht om met de nood van
het
land voor ogen, deze 25.000 gld. in mindering op hun quote in de
subsidie voor de
koning van
Denemarken
aan Brasser te betalen. Indien zij niet tot overeenkomst kunnen
komen over de wissel met Brasser, worden de gedeputeerden van HHM
gemachtigd om dat met iemand anders te proberen.