18
Nobel is teruggekeerd uit het
Goereese Gat.
Hij rapporteert dat hij met assistentie van twee raden uit de
Admiraliteit te Rotterdam
met
veel
moeite heeft bereikt dat het eskader bestaande uit vijf schepen
van vice-admiraal
Lieffhebber
op vrijdag is
uitgevaren. De zondag erop zijn nog twee schepen uitgelopen, om
conform
de resolutie van HHM koers te zetten naar de
Hoofden
en daaromtrent, om samen met de schepen van de andere Colleges de
vijand met vereende krachten op te sporen en deze te vernietigen.
De
matrozen hebben zich bij het equiperen van de schepen kwaadwillend
betoond. Dertig à veertig matrozen van kapitein
Cornelis
Engelen zijn in dienst gehouden. Zij houden zich vooral
op te
Rotterdam. Hun getal zal worden aangevuld met volk
van andere
schepen die zijn blijven liggen.
Nobel wordt voor zijn inzet bedankt. HHM houden het overige in beraad.