20 - 12 - 1628

Presentielijst:

Resoluties:

1 HHM lezen het verzoek van kapitein Rombout van der Parre, die ervan wordt beschuldigd zich niet naar behoren van zijn dienst aan het land te hebben gekweten, ondersteund door brieven van de Admiraliteit te Amsterdam . De kapitein wil weten door wie hij wordt beschuldigd en wil de gelegenheid krijgen zich daartegen te verdedigen met het oog op een rechtvaardige beslissing in zijn zaak.
HHM committeren Noortwijck, Ploos en Schaffer om de verdediging van de suppliant te horen en daarover te rapporteren.

2 Resident Aissma bericht d.d. Hamburg 26 nov. onder andere voor zijn onderhoud 700 rijksdaalder op wissel te hebben getrokken.
HHM machtigen ontvanger-generaal Doublet om deze wisselbrief te accepteren en deze op de vervaldag door de heren van Holland te laten betalen. Deze worden daartoe verzocht. Het bedrag zal op hun consenten in mindering worden gebracht.

3 De burgemeesters, schepenen en regeerders van Zevenbergen verzoeken voor henzelf en uit naam van de gemene ingezetenen van deze stad en de daaronder ressorterende landen HHM te verklaren dat zij niet zijn inbegrepen bij het op 30 nov. uitgevaardigde plakkaat betreffende de uitvoer van de tarwe en rogge. Zij willen krachtens hun sauvegarde hun eigen gewin en gewas in de aan weerszijden gelegen steden en plaatsen mogen brengen.
HHM stellen dit verzoek voor advies ter hand aan de RvS.

4 Matijs Treurniet c.s. die nog 70.000 gld. tegoed hebben aan ordonnanties voor gemaakte werken, verzoeken deze om te zetten in obligaties op rente. Zij zullen dan twee jaar geen kapitaal meer vorderen.
Een besluit wordt opgeschort.

5 Cornelis de Bruyn, werkmeester te Gorinchem, die nog 24.000 gld. van het land tegoed heeft aan ordonnanties voor gemaakte werken, verzoekt HHM deze om te zetten in obligaties op rente ten laste van het gemene land. Hij zal twee jaar niet om aflossing van dat kapitaal vragen.
Een besluit wordt opgeschort.

6 HHM lezen het verzoek van kolonel Pijnssen die op diverse tochten en voor extraordinaris diensten aan het land is ingezet: in 1624 bij het tolhuis op bevel van wijlen prins Maurits, in 1626 op commando van Z.Exc. bij 's- Gravenwaard, in 1627 bij Grave en in dit jaar bij Bergen op Zoom.
Pijnssen verzoekt HHM dit in aanmerking te nemen en zijn extraordinaris onkosten te vergoeden. HHM kennen hem 2.000 gld. toe omdat hij gedurende het maken van de nieuwe werken nabij Bergen op Zoom aldaar het commando voerde. HHM achten zich niet gehouden hem voor zijn eerdere diensten te belonen.

7 Ter vergadering compareren de gecommitteerden van de Landschap Drenthe, die eerst mondeling en daarna schriftelijk een remonstrantie1 presenteren. De heren van Holland vragen om een duplicaat van de remonstrantie, hetgeen hun wordt toegezegd. De heren Noortwyck, Ploos, Haersolte en Schaffer wordt verzocht deze propositie te onderzoeken en hierop hun advies uit te brengen.

8 Ter vergadering compareert Neck, gecommitteerde raad ter Admiraliteit te Amsterdam. Hij wijst HHM op de grote lasten en het geldgebrek waarmee het College kampt. Hij klaagt daarnaast dat de provincies waarop de ontvanger-generaal dit College voor betaling heeft aangewezen in mindering op hun quoten in de tekorten van de subsidies van de Admiraliteit en het tweede miljoen, weigeren deze assignaties aan te nemen en te voldoen onder het voorwendsel deze te zullen verrekenen met andere posten, waarop zij naar eigen zeggen teveel ten behoeve van de Generaliteit hebben betaald. Neck verzoekt HHM de Admiraliteit prompt van een flinke som geld te voorzien. Hij laat bovendien weten dat zijn collega Oosterum uit Utrecht aan de Admiraliteit heeft geschreven dat aldaar 25.000 gld. beschikbaar is, in mindering te brengen op de quote van deze provincie in de defecten aan subsidies voor deze Admiraliteit. Om spoedig te worden tevredengesteld zou men daarna de ontvanger van Utrecht 600 gld. moeten doen toekomen.
Neck zal schriftelijk een overzicht van de sommen moeten indienen waarmee de Admiraliteit op de verschillende provincies is geassigneerd, met daarin de namen van de provincies die weigeren de assignaties te betalen. Aan de Staten van Utrecht zullen HHM schrijven te berichten over de zaak waarover Oosterum heeft geschreven aan zijn collega.

9 HHM lezen het rekest van Gerrardt van Brouchoven, inhoudend dat hij op 14 dec. het verzoek heeft ingediend om de 600 gld. vrij geld terug te krijgen conform het vonnis van de RvS, alsmede zijn persoonlijk bagage, een zilveren schaal en drie stukken kanjanten. Na het antwoord te hebben nagezien van de volmacht van zijn tegenpartij hebben HHM dit verzoek aan de RvS voor een besluit ter hand gesteld. Deze heeft geordonneerd dat het verzoek van de suppliant naar de tegenpartij zal gaan om binnen acht dagen na de insinuatie daarover te worden gehoord. Omdat de situatie van de suppliant het niet toelaat om hierover met de tegenpartij in een proces verwikkeld te raken, verzoekt de suppliant HHM om een gunstig besluit op zijn verzoek.
HHM schorten overleg met de RvS hierover op.

10 De burgemeesters en raad van Hamburg berichten d.d. 30 okt. over de zaak van Johannes Angelius in wiens voordeel eerder aan de burgemeesters is geschreven.
Er wordt geen resolutie genomen.

11 De gedeputeerden van HHM rapporteren over hun onderzoek naar de punten die door Joachimi op 12 dec. zijn ingediend, alsmede over de punten die Beaumont heeft gehaald uit de brief van de gezanten in Engeland d.d. Londen 14/24 november.
Er wordt geen besluit genomen, omdat de gedeputeerden van Holland verklaren nog niet gereed te zijn. Zij nemen de punten over om deze met hun principalen te bespreken.

12 HHM lezen het verzoek van Willem Gevenich, luitenant van de compagnie haakbusschutters van Soppenbroeck, om iemand aan te stellen met wie hij zijn rekening moet liquideren. Hij vraagt ook van wie hij de betaling mag vorderen, aangezien de Kleefse regering hem niet erkent.
HHM machtigen Dyden, ontvanger Rensen en Johannes Retzer om met de suppliant zijn rekening te vereffenen en de betaling te verzorgen.