16
Eck en andere gedeputeerden van HHM, alsmede raad van State
Schotte en thesaurier-generaal
Van
Goch brengen verslag uit van
hun onderzoek naar het oppervlaktekohier van de landen in het
Vrije van Sluis
in
Vlaanderen, opgemaakt door burgemeesters en
schepenen aldaar.
HHM besluiten alle huurgelden van de gronden, schorren, gorsen, tienden, grienden, graaslanden, de viswateren en vogelplaatsen en soortgelijke winstgevende onroerende goederen in het gebied onder HHM, met de zesde penning te belasten. Deze verponding geldt ook in de ambachten van
Axel en
Terneuzen, maar niet in de gebieden
onder
vijandelijke contributie. De concessies en octrooien mogen hierdoor
niet
geschonden worden en om dat te controleren moeten de desbetreffende
stukken erop nagezien worden.
De uitvoering van deze verponding en de aanleg van kohieren van morgens en kwartieren in de polders in Vlaanderen wordt toevertrouwd aan
Brunincx, twee
leden van de RvS en iemand van de
Gecommitteerde Raden
van
Zeeland
die geen belangen hebben in dit gebied. Zij
zullen daarbij de
instructie volgen die de
Staten van
Holland
eerder
hebben opgesteld ter verbetering van de verpondingen
binnen
Holland. Nog voor de afloop van het beraad zullen
HHM op de ontvangst van de verponding
de nodige maatregelen nemen.