2
HHM lezen een uittreksel uit een betrouwbare brief waarin staat dat enkele voorname kooplieden uit
Amsterdam, katholieken, in
Brussel zijn geweest op
verzoek van ridder
Rodenburch, uit
naam van
die van
Friedrichstadt in
Holstein. De
genoemde kooplieden hebben via de jezuïeten toestemming
verkregen
een grote hoeveelheid Hollandse waren en goederen vrij naar
Spanje te vervoeren met Hollandse schepen in
ruil voor Spaanse handelswaar. Ook hebben zij de
koning
van Spanje aangeboden een groot aantal schepen, masten,
houtwerk, teer en allerlei munitie te leveren. Voor deze
toestemming
krijgen de genoemde jezuïeten een beloning van 200.000 gld.
HHM sturen een afschrift van het uittreksel naar de burgemeesters van Amsterdam met het verzoek ervoor de zorgen dat de plannen van de genoemde kooplieden gestuit worden. Er wordt tevens een kopie aan de
Admiraliteit te Amsterdam
gestuurd, om ervoor te zorgen dat geen van de goederen in kwestie langs haar kantoren of op een andere manier naar Spanje gevoerd worden. Ondertussen zal men in 's-
Gravenhage proberen meer te weten te komen over de genoemde ridder
Roodenburch om van hem te vernemen wie die
kooplieden zijn.