9
Brunincx en
Beaumont brengen verslag
uit van hun
onderhoud met
Pieter Gerridtsz.
Cuiper, schipper
uit
Hoorn, die op last van HHM was opgeroepen om te informeren over de
situatie te Algiers. Deze was met zijn schip van ongeveer 250 last
geladen met stukgoederen
door
de Turken gekaapt en naar
Algiers gevoerd, waar
hij
ongeveer twee jaar vastgezeten heeft. Hij heeft vastgesteld dat
het traktaat met de
Turken helemaal niet nageleefd wordt. Zijn vrijlating heeft hem
naast
het
verlies van zijn schip en de lading meer dan 1.000 realen
van achten gekost. In
Algiers
is er niemand die voor de gevangenen opkomt en de Turken op de
naleving
van het traktaat wijst. Van agent
Coy valt
niet veel te verwachten, hij is geïntimideerd en elke
dag dronken. Op het moment van zijn vrijlating zaten er
volgens Cuiper nog vijftig gevangenen uit de
Republiek vast in Algiers, waarvan hij verwacht dat zij alleen
tegen
een
hoog losgeld vrijgekocht kunnen worden, tenzij HHM drie of vier
oorlogsschepen sturen. Volgens Cuiper zou een
hernieuwde vrede tussen de Republiek en de Algerijnen door deze
laatste
niet onderhouden worden, tenzij HHM een van hun bekwaamste
residenten
daarheen stuurden om bij moeilijkheden de belangen
van
de Republiek te behartigen. Voor de veiligheid van de inwoners van
deze landen raadt
Cuiper aan uitsluitend in admiraalschappen naar de
Middellandse Zee of de
Levant te
laten varen.
HHM kennen Cuiper een vergoeding toe van 50 gld. voor diens reis- en verblijfskosten, waarvan hem ordonnantie gedepêcheerd zal worden.