21/06/1629, 4

 
English | Nederlands

4 HHM resumeren, arresteren en insereren het antwoord d.d. 20 juni1 op het herhaaldelijk ingediende verzoek van de graaf zu Schwarzenberg, gezant van de keurvorst van Brandenburg. De gedeputeerden van Utrecht vragen het woord "geresolveert" in de resolutie te vervangen door "genegen". Ter verduidelijking van het antwoord stellen HHM dat zij niet van plan zijn de executie van de contributies gedeeltelijk of volledig op te schorten, voordat zij genoegdoening hebben verkregen op de punten van de alliantie betreffende het onderhoud van de militairen en de terugbetaling van de verstrekte 100.000 rijksdaalder met rente.
HHM hebben de verschillende memories van de graaf zu Schwarzenberg, gezant van de keurvorst van Brandenburg, geresumeerd en onderzocht. Hierin werd geklaagd over Johannes Retzer die in het vorstendom Kleef met harde hand, en zelfs door gevangenneming, contributies int van alle onderdanen, geestelijk en wereldlijk, alsmede van dienaars en officieren van de keurvorst. Een deel van dit geld zou bedoeld zijn voor de compagnie ruiters die zich op dit moment voor 's- Hertogenbosch bevindt en die de keurvorst onder de heer van Soppenbroeck gediend heeft. Het andere deel dient zogenaamd om overste Ketteler een aanzienlijk bedrag te betalen, waarvan de graaf niet bereid is voor HHM te bewijzen dat de keurvorst deze som schuldig is. In de tweede plaats deed de graaf zijn beklag over overste Gent, die de militaire executies in andere gebieden van de keurvorst voortzet en hij wees op de excessen die daarbij voorvielen.
HHM antwoorden dat zij niets liever wensen dan de oude, vertrouwde vriendschap en goede verstandhouding met de keurvorst voortzetten, daarom willen zij de executies door Johannes Retzer en overste Gent zo mogelijk opschorten. De compagnie ruiters hebben zij inmiddels al uit het leger voor 's-Hertogenbosch laten vertrekken, op voorwaarde dat de gezant van de keurvorst maatregelen neemt voor het onderhoud van de militairen, zoals bepaald in het zestiende artikel van de alliantie tussen de keurvorst en HHM. Tevens moet de keurvorst de 100.000 rijksdaalder die de Republiek aan hem verstrekt heeft, met rente terugbetalen. HHM hebben er vertrouwen in dat de gezant zich met dit antwoord tevreden stelt, omdat het overeenstemt met de inhoud van de alliantie en schade voorkomt die HHM door het ontberen van dit kapitaal met de rente, zou lijden.

1 Geïnsereerd in S.G. 3188 en gedrukt: Aitzema, S. & O. kwarto II, 762-763/folio I, 834.