06/08/1629

 
English | Nederlands

06 - 08 - 1629

Presentielijst:

Gelderland:
Holland:
Zeeland:
Utrecht:
Friesland:
Overijssel:
Groningen:

Resoluties:

1 De heren van Amsterdam laten ter vergadering weten de volgende steden te hebben bevoorraad: Zwolle, Naarden en Muiden elk met zes halve kanonnen; Harderwijk met twee halve kanonnen en Hattem met vier gotelingen. Zwolle heeft bovendien nog eens 104 halve vaten buskruit ontvangen en de andere genoemde steden een hoeveelheid die daartoe in verhouding staat. Naar Deventer hebben ze honderd vaten buskruit gestuurd en naar Kampen, Elburg en Amersfoort zoveel kruit als daar nodig was.
HHM vragen die van Amsterdam de hoeveelheden te specificeren. Dit bericht zal als voorlopige kennisgeving aan de RvS worden gezonden.

2 Kapitein Willem Codde van der Burch verzoekt om een aanstelling als kapitein op het schip Eendracht om daarmee onder het bevel van kapitein Cleuter naar Tunis en Algiers te gaan ter bevrijding van vele Nederlandse gevangenen.
HHM vragen advies aan de Admiraliteit in het Noorderkwartier , waaronder het schip ressorteert.

3 Graaf Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden in Arnhem schrijven d.d. 3 aug. onder meer dat het stadje Hasselt door slechts een halve compagnie verdedigd wordt.
HHM stellen de RvS deze missive ter hand om te doen wat nodig is voor Hasselt.

4 Graaf Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden in Arnhem schrijven d.d. 4 aug. onder meer dat de bevoorrading met voedsel en munitie per schip of per as van de steden Zutphen, Deventer en enkele andere steden door de vijand verhinderd wordt.
Deze missive gaat naar de RvS om ervoor te zorgen dat Zutphen bevoorraad wordt met de benodigde goederen. HHM vragen hun gedeputeerden in Arnhem na te gaan welke voorraden precies aanwezig zijn en hoeveel volk nodig is in Zutphen. Lochteren zegt hierover niets te weten.

5 HHM vernemen dat enkele dorpen op de Veluwe, waaronder Ede en Nijkerk, zich onder contributie van de vijand willen stellen. HHM beschouwen dit als een aantasting van de soevereiniteit van het land.
HHM zullen dit bekendmaken aan graaf Ernst Casimir van Nassau en de gedeputeerden in Arnhem, met het verzoek hiertegen op te treden en hierover te rapporteren.

6 De gedeputeerden te velde voor 's- Hertogenbosch schrijven d.d. 26 juli dat enkele officieren naar Engeland gezonden zijn om voor kolonel Harwod vierhonderd rekruten te werven. Zij vragen het beloofde voorschot te betalen aan solliciteur Pieter Casembroot. Daarnaast verzoeken ze voorschrijven aan Joachimi om deze lichting te bevorderen.
De solliciteur wordt voor het geld verwezen naar de RvS. Het voorschrijven werd door HHM reeds gedepêcheerd.

7 Ontvangen is een brief van resident Aissma d.d. Hamburg 18/28 juli.
Er wordt geen resolutie genomen.

8 Ontvangen is een brief van de Gedeputeerde Staten van Groningen d.d. Groningen 24 juli.
Er wordt geen resolutie genomen.

9 Eysinga, Schaffer en Jensma schrijven d.d. Groningen 23 juli over de toestand van de Zweedse soldaten en sturen een duplicaat mee van de voorwaarden waarop dit volk is aangenomen.

10 Langerack schrijft d.d. Parijs 7 juli dat hij genoodzaakt was 800 gld. te trekken om naast de andere ambassadeurs de eer en de reputatie van de Republiek hoog te houden tegenover de grootsheid van Spanje bij het sluiten en bezweren van de vrede tussen de kronen van Frankrijk en Engeland.
HHM accepteren de wisselbrief, die betaald zal worden door Holland in mindering op het traktement van de ambassadeur, voorzover dit gerepartieerd is op de staat van oorlog van deze provincie.

11 HHM zullen ontvanger-generaal Doublet vragen of agent Brederode recht heeft op de 1.200 rijksdaalder, die hij per wissel getrokken heeft.

12 Op het rekest van Jacob Cooper, voormalig raad en rechter in de kwestie Amboina [Ambon], besluiten HHM hem evenals zijn voormalige collega-raden een traktement van 300 gld. per jaar te geven voor de tijd dat hij in dienst van het land was.

13 Agent Mibaissen verzoekt om afhandeling van de kwestie van de in beslag genomen schepen van burgers van Calais. Daarnaast vraagt hij om betaling van de ordonnantie die hem is verleend voor een jaar traktement en de betalingen aan matrozen en anderen die uit gevangenschap in Duinkerke terugkeerden.
HHM manen de Staten van Holland hun advies uit te brengen op het eerste punt. De ontvanger-generaal zal worden aangesproken op de betaling.

14 President Culemborg meldt dat de ambassadeur van Frankrijk bij monde van zijn secretaris geklaagd heeft dat de hem uit Italië toegezonden briefpakketten te Dordrecht of 's- Gravenhage geopend worden.
De gedeputeerden van Holland zullen zich hierover laten informeren en maatregelen nemen, opdat de postmeesters en -bodes dit in het vervolg laten.

15 Secretaris Huygens deelt HHM namens de RvS mee dat het College, gezien de lage bezetting, niet in staat is conform de resolutie d.d. 4 aug. een bezending te doen naar de provincies om die te bewegen tot het opbrengen van hun quoten in de 500.000 gld. voor de legerlasten en 600.000 gld. voor het onderhoud van de laatste lichting. Hij vraagt HHM een andere regeling te treffen.
Bruninxs, op dit moment in Middelburg, zal de Staten van Zeeland hierop aanspreken, Eysinga, Schaffer en Jensma samen of één van hen, de Staten van Friesland . De RvS zal de provincies die in gebreke blijven schriftelijk vermanen.

16 Secretaris Huygens meldt dat kapitein Borch aanbiedt om binnen zes weken met een regiment van vijftienhonderd man verdeeld over tien compagnieën in dienst van HHM te treden, op dezelfde voorwaarden als Sir George Hayes. Hij is bereid pas transportgeld te ontvangen als alle soldaten in de Republiek zijn aangekomen. De RvS adviseert het aanbod aan te nemen, mits de soldaten worden verdeeld over vijf compagnieën om zo op de soldij van de officieren te besparen.
Een beslissing wordt opgeschort.

17 Baron van Spierinck verzoekt HHM een goede en prompte resolutie te nemen op zijn herhaalde proposities en de eerder ingediende missive van de hertog van Palts-Neuburg.
HHM antwoorden dit eerdaags te zullen doen.
HHM leggen de gezant daarop de onderschepte brief d.d. 28 juli voor, waarin de achtergebleven raden van de hertog, graaf van den Bergh feliciteren met de aankomst op de Veluwe en hem succes toewensen.
De baron antwoordt een dergelijke brief niet te kunnen rechtvaardigen en beweert dat deze missive slechts door een klein aantal raden geschreven zal zijn. Hij vraagt en krijgt een duplicaat van de brief.