02 - 09 - 1629

Presentielijst:

Resoluties:

1 Ter vergadering wordt de wanorde onder de troepen van overste Ferents besproken. Ze hebben zich op eigen gezag bewapend en zijn met een compagnie naar de markt voor het stadhuis gegaan en met de rest van het volk naar Vredenburg. Zij willen de hele maand gage hebben die de kapiteins van HHM hebben ontvangen. De kapiteins bieden hun daarvan slecht de helft aan. Ze oordelen het om verschillende redenen beter voor de troepen de resterende helft zolang in bewaring te houden.
HHM besluiten op advies van de RvS deze raad te verzoeken en te machtigen alles te doen om de troepen te scheiden en in de kerken waar zij logeren te brengen, de belhamels eruit te pikken en naar bevind van zaken te straffen. Met de krijgsraad van het garnizoen te Utrecht zal goed worden overlegd hoe de raddraaiers gevangen te nemen. Ondertussen moeten de burgers onder de wapenen blijven en zal de RvS regelen dat nog vandaag duizend man van de genoemde troepen naar het leger worden verscheept. Daarvoor zullen de schepen worden ingezet die het volk onder commando van Hautein naar de Vaartse Rijn hebben gebracht.

2 De RvS compareert en rapporteert conform de resolutie van HHM met de krijgsraad in de stad Utrecht te hebben overlegd over de wijze van gevangenname van de aanstichters van de wanordelijkheden onder de troepen van Ferents. In de krijgsraad passeerden enkele voorstellen de revue. Ten eerste de beste manier om de troepen naar de kerken waarin ze logeren te doen vertrekken, ze daarin door het andere garnizoen te laten bewaken en daaruit enkele raddraaiers te halen. Pogingen tot ontsnappen of binnendringen zonder instemming van de officieren van het garnizoen moeten worden neergeslagen. Een andere mogelijkheid is om enkele personen uit de regering met publiek gezag te committeren om de genoemde troepen te overreden de aangeboden halve maand gage te accepteren. Ingeval zij daartoe niet te bewegen zijn, zal de kapiteins opdracht gegeven kunnen worden de gehele maand gage te geven. Daarna zou men alle troepen moeten laten inschepen om naar het leger te gaan. De het subsidies kunnen er aan boord worden uitgepikt.
HHM verklaren mede op grond van het advies van de RvS het eerste voorstel op grond van de situatie waarin de stad verkeert en het garnizoen dat ter bewaking en de verdere uitvoering van het voorstel zou moeten worden ingezet, zeer gevaarlijk. Wat betreft het tweede voorstel besluiten HHM de RvS te verzoeken de troepen te bezoeken om ze ertoe te bewegen de aangeboden halve maand gage te accepteren, met daarbij de mededeling dat dit door hun kapiteins om bestwil was gedaan, opdat zij het geld niet in een keer zouden opmaken of om andere denkbare redenen. Echter, wanneer zij vasthouden aan de gehele maand gage zal de RvS de kapiteins moeten opdragen deze aan de troepen uit te betalen. Vandaag nog zal de helft van de troepen of dat deel dat in gereedheid kan worden gebracht, worden ingescheept om naar het leger te gaan. De raddraaiers zullen te zijner tijd worden gestraft.

3 Ter vergadering compareert Berck die uit Amersfoort is teruggekeerd. Hij rapporteert dat de ingezetenen aldaar zeer ontevreden zijn over de bezetting van de Eem en de excessen van de soldaten van het Huis Ter Eem ten aanzien van de schepen die deze rivier op en af varen. Ten tweede deelt hij mee dat de majoor van het garnizoen te Amersfoort ene Westrene, een aldaar geboren paap heeft gevangengenomen. Hij houdt staande dat de paap van goede prijs is aangezien hij zich na de reductie conform de plakkaten van HHM niet heeft aangegeven. Ten derde laat hij weten in kracht van de commissie van de Staten van Utrecht de nieuwe magistraat te hebben beëdigd en in dienst te hebben gesteld. Ten vierde meldt hij dat deze magistraat een ordonnantie heeft gemaakt, inhoudend dat alle uitgeweken en gevluchte personen die zich met hun familie ergens hebben gevestigd, binnen een bepaalde tijd naar Amersfoort moeten terugkeren op straffe van confiscatie van hun goederen.
Berck wordt bedankt. Een besluit wordt opgeschort.

4 Hendrick Beeckman verzoekt om een aanstelling als commies van de oorlogsmunitie te Wezel.
Dit wordt in overweging genomen.

5 Stadhouder graaf Ernst Casimir van Nassau schrijft d.d. Arnhem 31 aug. conform de brief van HHM van 30 aug. maarschalk Rheede door middel van een patent te hebben gelast uit Rhenen te vertrekken naar het Huis Ter Eem, zodra een andere compagnie zijn plaats in Utrecht kan innemen.
Het patent wordt achtergehouden.

6 Ontvangen is een brief met berichten van Langerack d.d. Parijs 24 augustus.
Er wordt geen resolutie genomen.

7 Ontvangen is een brief met berichten van de gecommitteerden van HHM te Arnhem d.d. 1 september.
Er wordt geen resolutie genomen.

8 Ontvangen is een ongedateerde brief van de gedeputeerden van HHM te Wezel, met daarnaast een lijst met de oorlogsmunitie, kanonnen en levensmiddelen aldaar.
Er wordt geen resolutie genomen.

9 HHM lezen de memorie van overste Erentruiter, commandant te Amersfoort, met het verzoek om daarheen ten eerste buskruit te zenden, kogels, vier- tot vijfhonderd handgranaten, ijzeren kogels voor de stukken om honderdvijftig of tweehonderd schoten te lossen; ten tweede zeshonderd schoppen en spaden en tweehonderdvijftig of driehonderd kordewagens; ten derde een voorraad planken, stammen en materialen voor het onderhoud aan bruggen en pallisaden; ten vierde verzoekt Erentruiter de bomen rondom de stad tot op een aantal roeden te kappen en ten vijfde om een machtiging met de nodige werken en de fausse-braye te beginnen.
HHM besluiten deze memorie aan de RvS ter hand te stellen om hierover naar goeddunken te besluiten, met dien verstande echter dat de RvS de Staten van Utrecht eraan dient te houden de voor de stad benodigde fortificatie te verzorgen met alles wat daarbij hoort.

10 Ontvangen is een brief van vice-admiraal Quast d.d. de Braeck 23 augustus. Hij schrijft begin september niet meer dan vier schepen, een jacht en twee fregatten bij zich te zullen hebben op de kust.
HHM zullen de Admiraliteitscolleges schrijven de schepen onder hun bestuur en bestemd voor de kust van Vlaanderen zo spoedig mogelijk daarheen te zenden.

11 Ontvangen is een brief van de gedeputeerden te velde d.d. 31 aug. met onder andere het verzoek om een flinke financiële steun.
Deze brief zal ter hand worden gesteld aan de RvS om ervoor te zorgen dat er een flink bedrag naar het leger gaat, komend uit de 150.000 gld. die berusten onder ontvanger Mirop. Deze som dient te worden verrekend met de 400.000 gld. op rente van de WIC waarom is verzocht en die door de Kamer van Amsterdam reeds zijn uitgeteld.

12 Thesaurier Van Goch compareert ter vergadering. Hij is teruggekeerd op aanschrijven van HHM. Van Goch deelt HHM ten eerste de noodzaak mee van een flinke som geld te Wezel, ter betaling van de fortificatiewerken aldaar en enkele benodigdheden, alsmede voor het onderhoud van de driehonderd vuurroers die door kapitein Mangelman uit Soest [in Westfalen] daarheen zijn gebracht. Ten tweede laat hij weten dat ook een som geld naar Arnhem gezonden zou moeten worden ter betaling van enkele zaken aldaar en in de Betuwe. Daarnaast stuurt hij een staat van de ontvangsten en uitgaven die eerder daarheen zijn gezonden. Verder rapporteert hij dat de gedeputeerden van HHM te Arnhem een akte van autorisatie hebben verleend aan de magistraten van de steden aan de IJssel om ten laste van het land het geld te lenen ter betaling van hun nieuwe fortificaties, alsmede tot het onderhoud van hun garnizoenen in het geval van een belegering.
HHM besluiten op het eerste en tweede punt de RvS te machtigen naar Wezel en Arnhem een flink bedrag te sturen uit de 150.000 gld. die berusten onder ontvanger Mirop. Deze som dient te worden verrekend met de 400.000 gld. op rente van de WIC waarom is verzocht en die door de Kamer van Amsterdam reeds zijn uitgeteld.

13 Ontvangen is een brief van vice-admiraal Quast geschreven in de Braeck voor Duinkerke d.d. 24 aug. met daarnaast verschillende stukken en berichten ten laste van kapitein Thyman Claesz. over diens plichtsverzuim en ordeverstoring.
HHM zullen een kopie van de brief alsmede de originele stukken en berichten opsturen aan de Admiraliteit te Amsterdam waaronder de kapitein ressorteert, met de dringende mededeling hem gerechtelijk en anderen ten voorbeeld, te straffen.