03/09/1629, 7

 
English | Nederlands

7 Olphert Baerentsz., raad van State, deelt HHM ter vergadering mee in kracht van de commissie waarmee hij door de gedeputeerden te velde is belast alsmede de commissie van HHM die daarop is gevolgd, ter proviandering van het leger van de WIC ter Kamer Amsterdam honderdduizend pond hard brood te hebben ontvangen. Ten tweede laat hij weten behalve het genoemde brood ook achthonderd tonnen meel die hij van Arent Roeters had gekocht, naar het leger te hebben gezonden. Verder heeft hij nog honderdzeventig last rogge à 142 goudguldens per last gekocht. De rogge is ter maling naar een molen gebracht. De verkopers mogen als de rogge gemalen is het meel wel achterhouden, totdat de burgemeesters van Amsterdam de betaling van de rogge hebben afgesproken. Baerentsz. verzoekt de heren van Holland hun krediet voor de betaling te zenden. De heren van Holland zien hiervan af.