7
Olphert Baerentsz., raad van State, deelt HHM ter vergadering mee in
kracht van de commissie waarmee hij door de gedeputeerden te velde
is belast alsmede de commissie van HHM die daarop is
gevolgd, ter
proviandering van het leger van de
WIC ter
Kamer
Amsterdam
honderdduizend pond hard brood te hebben
ontvangen. Ten
tweede laat hij weten behalve
het
genoemde brood ook achthonderd tonnen meel die hij van
Arent Roeters had gekocht, naar
het leger te
hebben gezonden. Verder heeft
hij nog honderdzeventig last rogge à 142
goudguldens per last gekocht. De rogge is ter maling naar een
molen
gebracht. De verkopers mogen als de rogge gemalen is het meel wel
achterhouden, totdat de burgemeesters van
Amsterdam de
betaling van de rogge hebben afgesproken. Baerentsz. verzoekt de
heren van
Holland hun krediet voor de betaling te
zenden. De heren van
Holland zien hiervan af.