08 - 09 - 1629
1Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Griffier
Musch maakt HHM bekend dat
Berckel, die conform
de resolutie van 5 sept. is aangeschreven, is
gearriveerd.
De griffier zal Berckel buiten de vergadering aanzeggen een conceptantwoord te formuleren op de aan hem geschreven brieven van
Merquette d.d. 14 en 18 augustus. Dat concept is naderhand door Musch
meegedeeld en door de vergadering vastgesteld en woordelijk,
ondertekend door Berckel d.d. Rotterdam 9 sept., in het
secrete register geïnsereerd. De brief refereert aan de niet
aflatende
ijver van Merquette het moeizame proces tot een bevredigende
oplossing
te brengen en aan zijn intentie de in een persoonlijk gesprek
gedane
beloften na te komen. Berckel zegt als goed christen ook niets
liever
te zien dan beëindiging van het moeizame proces; hij zal met Gods
hulp daaraan zijn eigen bijdrage leveren.
Sinds hun laatste afscheid en de ontvangst van de brieven is de
zaak
hier in overweging genomen, maar aangezien het onderwerp van zeer
groot
belang is en er hier te lande veel belanghebbenden zijn met wie dat
besproken moet worden, is hierover nog geen resolutie genomen.
Berckel
kan Marquette dus nog geen antwoord geven. Maar de wens van
Merquette deze zaak te laten afhangen van het lot van de plaats in
kwestie leidt hier tot serieuze bedenkingen, als zou er niet de
oprechte bedoeling zijn het moeizame proces tot een
definitief einde te brengen, maar alleen de bevrijding van die
plaats. Berckel is daarom van mening dat het onderwerp
eenvoudig in alle oprechtheid behoort te worden behandeld, zonder
acht
te slaan op de genoemde plaats. Berckel
verneemt graag de nadere intentie van Merquette.
2
Naar aanleiding van het verzoek van
Pieter Dionijs, koopman te Amsterdam, dragen HHM de RvS conform de
resolutie van HHM van 13 maart op nader onderzoek te doen naar de
stukken die door de suppliant sindsdien zijn geproduceerd. Na het
horen van
het rapport daarover zullen HHM een beslissing nemen over het
octrooi.
3
Pieter Dionijs, koopman en burger te Amsterdam, wordt op diens verzoek een
voorschrijven aan ambassadeur
Langerack
verleend,
opdat hem het schip Nostra
Signora de Rosario wordt teruggegeven. Dit is door
hem te
Vlissingen gekocht, waarna er in
Bordeaux in Frankrijk door de eerste eigenaars
beslag
op is gelegd.
4
Ontvangen is een brief van ambassadeur
Camerarius d.d. 's-Gravenhage 5 sept. met het verzoek aan HHM de
uitvoer van zes last buskruit en driehonderd schippond kabeltouw
toe
te staan.
HHM zullen hierover eerst het advies van de RvS inwinnen.
5
De
zoon van overste
Gent verzoekt
diens regiment niet te
laten afdanken
door de
keurvorst van Brandenburg
voordat de
achterstallen aan officieren en soldaten zijn voldaan.
Dit verzoek zal voor advies aan de RvS ter hand worden gesteld.
6
HHM lezen een remonstrantie van agent
Jan van der Veecken. Hij klaagt over overlast, afpersing en gevangenname van
onderzaten van de
keurvorst van Palts-Neuburg in het
Land
van
Berg door
baron van Gent.
Deze remonstrantie zal de RvS voor onderzoek, hoor en wederhoor en advies ter hand worden gesteld.
7
HHM zullen de RvS machtigen om maandag aanstaande een nauwkeurige staat van alle door de Raad voor het jaar 1629 opgestelde petities in te dienen, van de consenten en de daarop gevolgde betalingen door de provincies, alsmede van hetgeen nog betaald moet worden waarvoor nog geen petitie is uitgegaan. Nadat dit door de gedeputeerden van de provincies ter vergadering is gezien, kunnen zij er met meer reden bij hun principalen op aandringen geld op te brengen om wanorde in het land te voorkomen.
8
Twee brieven van vice-admiraal
Quast d.d. 29 aug. zijn ontvangen. Hij schrijft dat de zinkers in
slechte staat zjn
en dat twee ervan op de heenreis zijn gezonken.
HHM zullen Quast antwoorden alles in het werk te stellen de zinkschepen in het
Scheurtje
[Kanaal van Mardijck] te brengen, zover mogelijk inwaarts.
9
Ontvangen is een brief van agent
Anthoni Mibassen d.d. Calais 31 augustus. Hij schrijft onder andere dat
Christoffel Jansz., principaal
pachter van de
imposten van de provincie
Vlaanderen, bankroet is.
Hij heeft Mibassen opgezocht om door hem naar
Engeland te worden geholpen, maar hij durfde zich
op
diens
woord niet naar
Zeeland te begeven. Mibassen wil
van HHM weten of hij in soortgelijke gevallen personen van zijn
brieven mag voorzien.
HHM machtigen Mibaissen om Christoffel Jansz. te verzekeren, dat op zijn persoon noch goederen gedurende zijn komst en verblijf in deze landen beslag wordt gelegd in verband met schulden die in de landen van de
koning van Spanje of
Infanta zijn
gemaakt.
10
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 7 sept. op de op 5 sept. overhandigde instructie die het
Hof van Gelderland
heeft gegeven aan
Glimmer en de gecommitteerden van
Nijmegen en
Arnhem.
Het
advies
luidt op het eerste punt dat omdat de stad
Huissen
Kleefs en neutraal is en ook
Hulhuizen buiten het
rechtsgebied van HHM valt, de uitoefening van de mis en de roomse
religie op die plaatsen niet zonder goede reden door HHM verboden
kan worden. Anders zou dit voor de
keizer en andere
rooms-katholieke
vorsten aanleiding kunnen zijn om onder het voorwendsel daartegen
op te
treden, deze landen vijandelijk te bejegenen wat zoveel mogelijk
vermeden moet worden. Wel zal de ingezetenen van deze landen
en met name die van Nijmegen, Arnhem en andere plaatsen in de
Betuwe en
Veluwe streng worden
verboden buiten het rechtsgebied en met name te Huissen en
Hulhuizen, de mis of paapse predikaties bij te wonen,
of hun kinderen de paapse scholen aldaar te laten bezoeken. Met dat
doel moeten oude plakkaten hernieuwd worden of nieuwe gemaakt, met
zware boetes bij overtreding, opdat ze precies worden
nagevolgd.
Conform het advies laten HHM daarom de plakkaten hernieuwen en verzoeken zij het Hof van Gelderland om met name de ingezetenen van Nijmegen, Arnhem en andere plaatsen in de Betuwe en Veluwe te verbieden in Huissen of Hulhuizen naar de mis of de paapse predikatie te gaan.2
Op het tweede punt van de instructie is de RvS van oordeel dat de bescherming van de stad
Emmerik
[Emmerich] prioriteit heeft. De daar in het begin gemaakte
overeenkomst die
de katholieke geestelijkheid tolereert en waar men in
Wezel rekening mee heeft gehouden, moet worden
ontbonden. Van een dergelijk akkoord kan geen sprake zijn zolang
de
paapse geestelijkheid en de jezuïeten
betrekkingen onderhouden met de vijand. Zij dienen
zo snel mogelijk de stad te worden uitgezet en
Overcamp, die tegen het bevel van
de
commandant
in naar 's-
Heerenberg is gegaan, dient te worden
gearresteerd en verhoord. In het ruime klooster van
de jezuïeten kan zich veel [krijgs]volk
schuilhouden en
het
aantal geestelijken is groot. Dit is een gevaarlijke situatie die
snelle besluitvorming vereist.
HHM verklaren dat de gemaakte overeenkomst onderhouden moet worden. Toch machtigen ze
Ernst Casimir en de gedeputeerden van HHM te Arnhem de belangrijkste
belhamels onder de papen en jezuïeten voor een korte tijd uit
Emmerik te doen
vertrekken. De kinderen van de ingezetenen van
de Republiek die in Emmerik door hen worden onderwezen, moeten
naar hun ouders of verwanten worden gestuurd. Daarnaast
verzoeken ze ook een wakend oog te houden op de betrekkingen die de
papen en jezuïeten met de vijand onderhouden, en ervoor te
zorgen
dat zo nu en
dan hun brieven worden onderschept om daaruit nadere informatie te
halen. Ook dient Overcamp in de kraag gegrepen te worden om te
worden verhoord. Voor de deuren
van de jezuïeten moet een schildwacht worden gesteld en
in
het
klooster moet een compagnie soldaten worden ondergebracht.
Op het derde punt vinden HHM conform het advies van de
RvS
dat de plakkaten tegen de komst van de jezuïeten en hetgeen
daarmee
samenhangt, moeten worden vernieuwd.3
Ten vierde oordelen HHM het
raadzaam om voorzichtigheid te betrachten bij de uitgifte van
paspoorten.
Op het vijfde punt oordeelt de RvS dat de
markies van
Bergen op Zoom die neutraal is en in dienst en onder eed van
de
koning van Spanje, niet kan
worden aangetast en gerantsoeneerd. Zolang hij niets doet dat
tegen de neutraliteit indruist, kan niets tegen hem in zijn
neutrale woonplaats worden ondernomen, slechts kan op zijn handelen
en
dat van zijn gevolg worden gelet.
Alvorens hierover te beslissen
vragen HHM Z.Exc. om zijn wijze raad.
11
Ter vergadering wordt een brief besproken van
Langerack d.d. Parijs 21 aug. aan raadpensionaris
Duyck. Hij heeft per wissel 1.200
gld.
getrokken, die hij zegt te hebben besteed aan enkele secretarissen
en commiezen ten behoeve van de uitvoer van granen. Hij verzoekt om
acceptatie en betaling van de wissel.
Deze brief zal voor een beslissing ter hand worden gesteld aan de RvS.
12
Ontvangen is een brief van de
Gecommitteerde Raden in het Noorderkwartier
d.d. 's-Gravenhage 7 sept., dienend als omslag van verschillende door hen conform een eerdere resolutie van HHM geopende brieven.
Er wordt geen resolutie genomen.
13
Ontvangen is een brief van resident
Aissma d.d. Hamburg 19 aug. met een kopie van een wisselbrief. Hij
schrijft onder andere met een maand op zicht 4.120
rijksdaalder
te trekken op
ontvanger
Reael te Amsterdam, om
te
gebruiken als loopgeld van wat volk dat op de been is gebracht.
HHM machtigen ontvanger-generaal
Doublet om de wisselbrief te accepteren en de heren van
Holland
wordt verzocht op de
vervaldag te
betalen. Dit zal de heren van Holland worden vergoed.
14
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 7 sept. over het verzoek dat door
Johannes Retzer op 4 sept. bij HHM is ingediend, om aangesteld te worden als
commissaris of belast met de administratie van de servitiën
te
Wezel.
De RvS adviseert het land niet met een nieuw commissarisambt te
belasten en het is ook onnodig omdat er genoeg commissarissen zijn
in
dienst van het land, en er desnoods een naar
Wezel
kan
worden gestuurd. Betreffende de administratie van de
servitiën
zal eerst met
die van Wezel worden gesproken en onderhandeld over de invoering
van middelen aldaar waaruit de servitiën en dergelijke
onkosten
moeten
worden betaald. Dus er kan nog niet over het verzoek worden
beslist.
HHM
conformeren zich aan het advies en wijzen het verzoek van de suppliant
af.
15
HHM lezen het advies van de RvS d.d. 7 sept. over de brieven van de gedeputeerden te
Arnhem d.d. 4 sept. en van de heren te
Wezel d.d. 1
september. De RvS wijst HHM erop dat de
heren te Arnhem enkele dagen aan de RvS geschreven hebben om naar
Wezel
allerlei Noords hout, lonten, kaas, stokvis en olie te zenden. De
RvS heeft teruggeschreven van de heren van Wezel te willen vernemen
hoeveel van dergelijke goederen ze nodig hebben, om de benodigde
maatregelen te kunnen treffen. Daarop hebben zij nog geen antwoord
ontvangen. Wat betreft het geld waarom gevraagd wordt zou de RvS
een
som van 20.000 gld. daarheen gezonden hebben, maar aangezien de
heren
van
Holland
75.000 gld. direct
naar het leger hebben
gezonden waarvan zij 20.000 gld. voor Arnhem en Wezel zouden
gebruiken, hebben zij geen geld meer ter beschikking om te
sturen.
HHM verklaren op het eerste punt de lijst waarom is verzocht te zullen afwachten. Het tweede punt wordt in beraad gehouden.
16
HHM lezen het verzoek van
George Stever, dat wordt ondersteund door een brief van stadhouder graaf
Ernst Casimir van Nassau d.d.
Arnhem 6 sept. om
aangesteld te
worden als commissaris te Gennep.
Dit commissarisschap is niet vacant, maar HHM zullen hem in gedachten houden.
17
Ontvangen is een antwoord van
Z.Exc. vanuit het leger voor 's-Hertogenbosch d.d. 7 sept. op de
brief van HHM d.d. 4 sept. betreffende het verzoek om versterking
met
volk van
Zutphen,
Deventer en
Zwolle.
Er wordt geen resolutie genomen.
18
Ontvangen is een brief met het verzoek om een paspoort van
Emanuel de Portugal d.d. Brussel 13 augustus. Hij wil
een scheepje vrij van
Duinkerke naar
Portugal op en neer laten reizen, zonder door
oorlogsschepen van deze landen te worden beschadigd.
Het verzoek wordt afgewezen.
19
De
graaf van Culemborg deelt HHM het verzoek mee van
Emanuel
de
Portugal d.d. Brussel 7 sept. om een paspoort voor het
vervoer van 24 paarden daarheen.
Het verzoek wordt afgewezen.
20
De RvS deelt HHM de inhoud van een brief van
Z.Exc. mee geschreven voor 's-Hertogenbosch d.d.
31 aug. alsmede een brief van de gedeputeerden aldaar d.d. 1
september.
Zij schrijven de betaling van de kapiteins
Malaguet,
Boisgrenier en
Croismaire geregeld
te willen
zien, die enkele maanden te laat is.
De RvS zal de compagnieën betalen uit de contributies, waaruit deze eerder ook betaald zijn.