27/10/1629, 1

 
English | Nederlands

1 HHM lezen de memorie van de hofmaarschalk van de koning van Zweden.1 Ten eerste laat hij weten dat de voor het transport van zijn troepen benodigde schepen niet gereed zijn en dat de afrekening voor verrichte diensten wordt vertraagd; ten tweede klaagt hij dat de troepen op veel plaatsen geen servitiƫn hebben genoten; ten derde dat de kosten voor het onderhoud van zieke soldaten hem hoog in rekening worden gebracht; ten vierde dat hij tot nogtoe geen resolutie heeft gekregen en niet tevreden is gesteld inzake het geweer dat de troepen in 's lands dienst hebben verloren of dat beschadigd is geraakt; ten vijfde zijn enkele tonnen bier en brood die door Groningen aan diens soldaten zijn gegeven (als zij geen wagen of vracht hadden konden ze beter marcheren) onredelijk hoog in rekening is gebracht; ten zesde is wat volk dat door overste Hal geworven en ettelijke dagen is onderhouden, niet betaald, maar er zijn honderden guldens van de van de RvS ontvangen ordonnantie afgetrokken, terwijl er ook 100 gld. door ontvanger Doublet buiten de generale afrekening wordt gehouden. Ten zevende betaalt men het regiment van de maarschalk en de vier compagnieƫn van overste Hall op de voet van de eerste monstering per drie maanden, maar in het akkoord was overeengekomen dat bij de rekrutering zowel een maand gage als 8 gld. op ieder hoofd aan transportgeld zou worden betaald. Ten achtste heeft het volk bij gebrek aan schepen die het land gehouden was te verschaffen conform het akkoord, ettelijke dagen vertraging opgelopen. De maarschalk verzoekt daarom om enige compensatie voor de soldaten en een goede afhandeling van deze zaak.
Deze memorie wordt aan de RvS ter hand gesteld ter afhandeling van de daarin genoemde punten conform het met de maarschalk gesloten contract. De niet in het contract genoemde punten moeten conform de order van het land in alle redelijkheid worden afgehandeld. De RvS wordt aanbevolen de maarschalk eraan te houden bij het vertrek orders achter te laten voor het onderhoud van zijn zieke, in de gasthuizen van verschillende steden gelegen soldaten. Deze resolutie moet secretaris Huigens aan de RvS bekendmaken.

1 Deze memorie is gedeeltelijk gedrukt Aitzema, S. & O. kwarto II, 891/folio I, 892.