23 - 11 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: | |
Resoluties:
1
Anna Entes, dochter van de meer dan zeventig jaar oude
Evert
Entes, verzoekt om een jaarlijks traktement voor haar
onderhoud.
HHM kennen haar 100 gld. eens toe waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd.
2
De
Admiraliteit in Zeeland
schrijft in haar brief d.d. Middelburg 18 nov. van mening te zijn dat zij geen vergoeding van 946 gld. 8 st. 8 p. hoeft te betalen aan de Amsterdamse koopman
Jacob van Leeuw. Dit bedrag is door kapitein
Lanschot op
de vloot voor
Lillo in beslag genomen en
afgeleverd en
is vervolgens na de vrijspraak door de Admiraliteit in Zeeland
zoekgeraakt.
HHM machtigen ontvanger-generaal
Doublet Jacob van Leeuw de 946 gld. 8 st. 8 p. te betalen uit het
geld dat Doublet als eerste binnenkrijgt als subsidie voor de
genoemde
Admiraliteit.
3
Op het verzoek van
Jacobus Rolandus,
Antonius Waleus en
Festus
Hommius die bij de laatste Nationale Synode te
Dordrecht de opdracht hebben gekregen het Nieuwe
Testament en de apocriefe boeken te vertalen, besluiten HHM
ordonnantie te depêcheren voor elk van 600 gld. als
traktement en
voor
elk 200 gld. voor een amanuensis. Jacobus Rolandus krijgt
bovendien nog 300 gld. voor huishuur en 30 gld. voor brandhout.
4
Ontvangen zijn een brief met berichten van resident
Aissma d.d. Hamburg 31 okt., een brief met bijlagen van
Oosterwyck d.d. Venetië 2
nov. en
een brief van
Joachimi d.d. Chelsea 8 nov. met
een kopie van
een
door hem aan de
koning van
Groot-Brittannië
gedaan
voorstel.
HHM nemen geen besluiten.
5
Willem van Pudewels, kapitein van de compagnie lijfwacht van Z.Exc., verzoekt om
een beloning omdat hij de afgelopen zomer deze compagnie en andere
extraordinaris compagnieën als kolonel heeft
gecommandeerd.
HHM geven het verzoek aan de RvS voor advies en zullen intussen nakijken wat de voorgangers van de suppliant in dergelijke gevallen hebben genoten.
6
HHM geven het verzoek van de ordinaris controleurs en ingenieurs van de vestingwerken om betaling van hun diensten in 1626 en 1627, aan de RvS om erover te beslissen.
7
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen over het verzoek van kapitein
Maximiliaen van Frentz, sergeant-majoor van het Duitse regiment onder graaf
Ernst van Nassau, om hetzelfde
traktement te
ontvangen als degenen met dezelfde rang bij andere buitenlandse
regimenten.
8
Op het verzoek van
Phillips de Hornes, graaf van Hautekercke, verlenen HHM hem en
zijn familie
paspoort en vrijgeleide voor reis en verblijf
op
enkele van zijn heerlijkheden, sterkten of huizen, binnen en
buiten de Republiek gelegen. HHM zullen hem daarvan akte
depêcheren.
9
Noortwijck meldt dat ambassadeur
De
Beaugij hem
verteld heeft dat de
koning van
Frankrijk met
een
groot leger de bergen is overgetrokken naar
Italië en
Casale heeft ontzet. De
koning van
Spanje heeft met hulp van de
keizer de
oorlog in Italië hervat om
Mantua en
Monferrato te veroveren. De Beaugij heeft een
brief
van de Franse koning ontvangen waarin deze schrijft vastbesloten te
zijn de plannen van Spanje te verijdelen en met
HHM
te willen overleggen over hoe dit het beste verwezenlijkt kan
worden.
Noortwyck heeft De Beaugij geantwoord dat het beste is als de
Franse
koning met dertigduizend infanteristen en acht- à
tienduizend
cavaleristen
Artois en
Henegouwen
binnentrekt.
Alvorens hierover te overleggen met de Franse ambassadeur, besluiten HHM de kwestie met Z.Exc. te bespreken om zijn advies te vernemen. Hiervoor worden dezelfde gedeputeerden als in de kwestie
Hauterives gevraagd.
10
Gelezen is de deductie van
Simonides a Middelgeest, fiscaal van de Raad van Brabant, waarin hij verzoekt het
hoogschoutambt van 's-
Hertogenbosch te vergeven
aan
een Brabander.
Aangezien hij enkele onhebbelijke redenen aanvoert, vragen enkele provincies om een kopie voor nader onderzoek. Het vergeven van het hoogschoutambt wordt uitgesteld ondanks het feit dat het ter tafel gebracht was om vergeven te worden. De heren van
Gelderland hebben
De Bije genomineerd,
de heren van
Holland
Jan
Aerssen.
11
De gezamenlijke geestelijkheid en de katholieke burgerij te
Emmerik
[Emmerich] en
Rees verzoeken, krachtens het tweede
artikel van het door prins
Maurits
op 7 sept.
1614
gesloten verdrag met de magistraat van Emmerik, om teruggave van
alle
kerken in de door HHM veroverde, bovengenoemde steden, zowel van
de
parochies als van de kloosters. Dit is namelijk ook door de
hertog van Palts-Neuburg gedaan in
Wezel voordat deze stad werd veroverd. De
gedeputeerden van de gereformeerde kerk in Emmerik en Rees
verzoeken
het verzoek van de katholieke geestelijkheid af te wijzen.
HHM besluiten beide verzoeken aan de RvS te geven voor advies na overleg met Z.Exc.
12
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 17 nov. over het op 15 nov. bij HHM ingediende verzoek van de
luitenant van de compagnie van
Soppenbroeck om twee maanden gage te ontvangen
voor de compagnie.
Overeenkomstig het advies besluiten HHM de keurvorstelijke Brandenburgse regering te schrijven de suppliant de twee maanden gage te betalen uit de 15.000 gld. die de graaf zu
Schwarzenberg volgens afspraak beloofd heeft HHM te betalen voor de soldij
van de genoemde compagnie en voor de compagnie ruiters van overste
Gent.
13
Essen en de andere gedeputeerden van HHM doen verslag van het
overeenkomstig de resolutie d.d. 20 nov. gevoerde overleg met
Z.Exc.
over de remonstrantie van kolonel
Hauterives om
de
overleden baron
De
Courtomée op
te volgen als
luitenant-generaal van de Fransen. Z.Exc. vindt het bedenkelijk.
Hij
adviseert de kolonel enigszins tevreden te stellen, zonder nieuwe
belasting voor het land, uit oogpunt van de goede kwaliteiten en
verdiensten van de kolonel om langs deze weg het
luitenant-generaalschap op te laten houden. Hiermee zou een
verbetering
in de inrichting van het bevel bij de Fransen bereikt worden die
voor een
deel het land ten goede komt.
HHM machtigen Z.Exc. en de gedeputeerden de kolonel de compagnie ruiters van ritmeester
Chesij te geven of een andere vacante post, mits daardoor het
luitenant-generaalschap bij de Fransen verdwijnt. HHM verklaren dit
luitenant-generaalschap niet te willen laten herleven, door
tussenkomst
van wie dan ook. De resolutie van HHM d.d. 22 april 1624, waarbij
niemand tegelijk een compagnie ruiters en infanteristen mag hebben,
blijft onverminderd van kracht, zelfs wat betreft de compagnie
ruiters
waarvan de kolonel nu de voordelen zal genieten, zodra deze vacant
komt.
14
Santen en
Van der Duyn, raden ter
Admiraliteit
te Rotterdam, compareren en overleggen de lijst met schepen van de
Admiraliteit te Rotterdam
die de
binnenwateren
bewaken. Ze hebben aangetekend welke schepen door de verovering van
's-
Hertogenbosch kunnen vervallen. Verder
verzoeken
beide raden betaling van een ordonnantie die de genoemde
Admiraliteit
heeft ten laste van ontvanger-generaal
Doublet.
HHM nemen geen besluit.
15
Na beraad besluiten HHM de
Admiraliteit te Amsterdam
en de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
te schrijven een lijst te sturen met de schepen die zij op de binnenwateren hebben liggen en te adviseren over welke schepen afgedankt kunnen worden als gevolg van het veroveren van
Wezel en 's-
Hertogenbosch.