15 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen zijn een brief van kapitein
Steven Coop, commandant van Geertruidenberg, d.d. Geertruidenberg 10
dec. en een aan hem geschreven brief uit naam van de
gouverneur van Breda over het
gevangennemen van
Aert Cornelisz., bode van
Dordrecht naar
Nijmegen.
HHM besluiten de brieven aan de RvS te geven om te beslissen.
2
Kapitein
Steven Coop, commandant van Geertruidenberg, schrijft in zijn brief d.d.
Geertruidenberg 11 dec. dat een aantal soldaten van zijn garnizoen
de
koopmansbode van
Antwerpen naar
Breda
heeft binnengebracht. Deze groep en Steven Coop vinden dat hij een
goede buit is omdat hij, naast brieven, vijf monsterrollen van het
Spaanse garnizoen te Breda bij zich had.
HHM besluiten de brief en de vijf monsterrollen aan de RvS te geven om te beslissen.
3
Kamerbewaarder
Herdersum wordt gelast
Franciscus
Corbredius en
Hendricus de Vilar elk 6 gld. te
geven.
4
Op het verzoek van de kanonniers, die 5.000 gld. willen ontvangen in mindering van hun traktement, besluiten HHM de RvS te machtigen de supplianten te betalen.
5
Na het verslag van
Bas, die de door
Willem
Usselinx ingediende
en
op 13 dec. aan hem gegeven remonstrantie heeft onderzocht,
besluiten
HHM de remonstrantie te laten rusten.
6
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 12 dec. over de op 24 nov. en 11 dec. bij HHM ingediende memories van maarschalk
Falckenberch. De RvS meent dat op het eerste en tweede punt
betreffende de vertraging van de schepen aan de wal het land niets
ten laste
gelegd kan worden omdat de maarschalk zelf heeft verzuimd de
verzochte waarborg te stellen. Wat betreft het derde punt is het
land
niet verplicht enkele rekruten aan te nemen die na de eerste acht
dagen
zijn aangekomen, omdat alleen met de maarschalk is onderhandeld en
niet
met enkele van zijn officieren. De maarschalk is dus
verantwoordelijk
voor de schulden van zijn officieren. Aangezien de kapiteins door
geld
te lenen betaald zijn en de maarschalk lang voor hun vertrek de
rekeningen heeft gekregen, kan hij het geld op de kapiteins hebben
verhaald. Wat betreft de aan de majoor van het regiment van
Claes Diderick betaalde 339 gld.,
voorzover dit
op
de rekeningen aangetroffen wordt, kan dit in orde gebracht worden.
Betreffende de
volgens de maarschalk hem door
Eysinga en
Jensma toegezegde 3.000 gld., is
de RvS van
mening
dat dit niet waar is.
HHM nemen het advies over. Desniettemin besluiten HHM dat de RvS de genoemde punten zo redelijk en rechtvaardig mogelijk en met zo min mogelijk schade voor het land met de maarschalk moet afhandelen.
7
De gedeputeerden van
Holland geven HHM in overweging om het platteland te zuiveren van
afgedankte soldaten en daardoor de bewoners van overlast te
bevrijden.
Daartoe zou in de Republiek bekendgemaakt moeten worden dat alle
Duitse
soldaten zich op een vastgestelde dag te
Deventer
moeten vervoegen om vandaar buiten de Republiek vervoerd te worden.
Alle Schotse en Engelse soldaten zouden op die dag naar
Rotterdam moeten komen om ingescheept te worden en
voorlopig van eten en drinken worden voorzien totdat zij met de
eerste
gunstige wind op kosten van de Generaliteit naar hun land vervoerd
kunnen worden. Degenen die zich na deze dag nog op het platteland
bevinden, zullen als vagebond worden gestraft.
HHM besluiten de RvS te machtigen om na overleg met Z.Exc. een regeling te bedenken waarmee op kosten van het land de afgedankte Duitse, Schotse en Engelse soldaten naar hun land vervoerd kunnen worden en de Schotten en Engelsen onderhouden kunnen worden totdat de wind uit de goede hoek waait.
8
Op het verzoek van de
weduwe van mr.
Andrees Hunterus,
predikant van de Schotse natie, kennen HHM haar uit
medeleven een half jaar traktement toe, waarvan ordonnantie
gedepêcheerd zal worden. De
ontvanger-generaal moet
betalen
zonder in acht te nemen dat Hunterius zijn
traktement geheel of gedeeltelijk voor de vervaldag zou mogen
hebben
ontvangen.
9
Mathys Pietersz. uit Zevenbergen verzoekt als man en voogd van
Elisabeth
Baudewijs om handlichting te hebben van een door de
ontvanger
van de confiscatie in
Vlaanderen in beslag genomen
som
geld.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.
10
Graaf
Willem van Nassau verzoekt in zijn brief d.d. Heusden 7 dec. niet toe te staan
dat hij door zijn afwezigheid met het leger in
het Land van
Mark in
zijn aanspraak op het gouvernement van
's-
Hertogenbosch benadeeld of achtergesteld
wordt.
HHM nemen geen besluit.
11
Op het verzoek van
Maria Wiens, weduwe van
Steven
Bruntvelt, om een
toelage te ontvangen als vergoeding voor de goede diensten van haar
man, besluiten HHM op te zoeken wat zij laatst gehad heeft.
12
Gelezen is het verzoek van
Bartel Jansz. uit Tilburg en
Gerridt Joosten
Brock uit
Bergen op Zoom, alsmede nog drie andere voerlieden met vijf karren
en
paarden die opgebracht zijn door enkele ruiters op verdenking van
het
met hun lading willen ontduiken van de licenten.
HHM besluiten het verzoek aan de
gouverneur van Bergen op Zoom te sturen met de last de supplianten en de voerlieden met
hun karren, paarden en lading uit hun gevangenschap te ontslaan
onder
borgstelling. De gouverneur moet hen binnen drie
dagen
na het ontvangen van de brief van HHM voor de krijgsraad aldaar
brengen
en recht doen zonder het contract van de beloofde 250 gld. in acht
te
nemen waarover in het verzoek gesproken wordt. Worden de
supplianten
c.s. niet binnen de genoemde tijd voor de rechter voorgeleid, dan
zullen ze voor de RvS moeten verschijnen, tenzij goede redenen
worden
aangevoerd waarom het eerstgenoemde niet mogelijk is.
13
Gelezen is het verzoek van de twee zoons van de overleden kapitein te water
Cornelis Jacobsz. Dogger, samen met een aanbevelingsbrief van de burgemeesters en
raden van
Enkhuizen, om op de eerstvolgende
uitgaande
oorlogsschepen aangesteld te worden, op voorwaarde dat de
supplianten een half
traktement ontvangen als ze na de reis afgedankt worden en buiten
dienst van het land blijven.
HHM besluiten het advies van de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
in te winnen.
14
Eijsinga stelt voor iemand uit de provincie
Friesland toe te voegen aan
Eck,
die
als gezant naar
Moskovië gaat. De heren van
Holland hebben ook verzocht iemand uit hun
provincie
het gezantschap te laten bekleden. Aangenomen wordt het verzoek van
de
heren van Friesland over te brengen aan hun
principalen
, in Landdag
bijeen.
HHM nemen geen besluit.
15
Gelezen is het verzoek van commissaris
Jan Wendelsz., die met het schip van kapitein
Cleuter
en
nog enkele schepen naar
Algiers en
Tunis gaat ter bevrijding van gevangenen van de
Republiek. Tevens is een lijst met koopwaar onderzocht die de
suppliant
gekocht heeft en met kennis van de
Admiraliteit te
Amsterdam
ingeladen heeft als geschenk aan de douane
in
Algiers en Tunis. Deze koopwaar en nog meer goederen zijn door
genoemde
Admiraliteit uit het schip gelicht.
HHM besluiten het verzoek en de lijst aan de Admiraliteit te Amsterdam te sturen en deze Admiraliteit aan te schrijven de suppliant de hem toebehorende en ten kantore aangegeven of met kennis van de Admiraliteit ingeladen goederen terug te geven. Over de al dan niet aangegeven koopwaar van andere kooplieden mag de Admiraliteit beslissen volgens de plakkaten en bestaande regels.
16
Rantwijck en de andere gedeputeerden van HHM doen overeenkomstig de
resolutie van eergisteren verslag van hun overleg met
Vane, extraordinaris ambassadeur
van de koning
van
Groot-Brittannië. Er is niets over te melden omdat Vane van mening
was
dat HHM hem iets hadden voor te leggen en zij hetzelfde van hem
verwachtten volgens de door resident
Carlaton
uit
naam van Vane bij
Eysinga
ingediende memorie
HHM bedanken de gedeputeerden.
17
Kolonel
Haij, baron de Kinfaunes, en zijn kapiteins verzoeken het geld van vijf maanden
dienst, zowel van gage als anderszins, te ontvangen alsmede 45.000
gld. die zij, naar hun zeggen, uitgegeven hebben om hun
soldaten
gedurende zes weken te onderhouden. HHM hebben immers in die tijd
geen
oorlogsschepen naar
Schotland gestuurd om deze
soldaten daarheen te brengen. Tevens verzoeken ze maatregelen te
nemen
om hun afgedankte soldaten naar Schotland te vervoeren.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven voor onderzoek en advies. De RvS wordt aangeraden betreffende het sturen van oorlogsschepen kapitein
Van der Haept te horen.
18
Desgevraagd antwoordt
Pietersz., bewindhebber van de WIC, dat de aanwezige gedeputeerden van
de
WIC
nog niet gereed zijn met
een
reactie op
de door die van
Hoorn gedane klachten over de
zoutvaart en dat zij nog een antwoord verwachten van de
WIC
ter Kamer Amsterdam
.
HHM nemen geen besluit.
19
Secretaris
Huygens is ter vergadering verschenen en meldt HHM dat de RvS
adviseert het verlenen van de opdracht aan kapitein
Casembroot als luitenant-kolonel
van graaf
Aelbrecht van Solms uit te stellen
totdat
duidelijker is of het doorgaat.
HHM nemen het advies over en stellen het verlenen van de opdracht uit.
20
Overeenkomstig het gisteren door HHM genomen besluit over het verzoek van
Jacob Lucas, ontvanger-generaal van de Admiraliteit in het
Noorderkwartier, is het appointement d.d. 24 aug. 1627 over het
verzoek
van
Pieter Houffyser,
ontvanger-generaal van de
Admiraliteit te Amsterdam, gelezen en onderzocht. Het verzoek
betreft het passeren van de
posten die Houffyser betaald heeft op last van de raad van de
Admiraliteit te Amsterdam
betreffende de
traktementen, daggelden en dergelijke, die genoemde Admiraliteit
verhoogd heeft in strijd met de regels voor een zuinig beheer.
HHM besluiten het verzoek van Jacob Lucas aan de
Generaliteitsrekenkamer
te geven voor onderzoek en advies over welke voet men moet aanhouden bij het passeren van de door de suppliant gevraagde en door de Generaliteitsrekenkamer geschrapte posten. Het land mag geen schade lijden en voorkomen moet worden dat de regels voor een zuinig beheer door dergelijke indirecte middelen van de raden van de Admiraliteiten worden overtreden. Verder besluiten HHM fiscaal
Storm aan te schrijven dat hij HHM nauwkeurig moet berichten over
wat hij gedaan heeft bij het opgedragen invorderen van het eerder
voor
Houffyser
gepasseerde geld.