17 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen is een brief van
Oosterwyck d.d. Venetië 30 november.
2
Op het verzoek van
Gysbrecht Dirxsz., dienaar van postmeester
Aelbrecht
van
Doorn, kennen HHM hem 50 gld. toe omdat hij als eerste
het
bericht bracht bij HHM te
Utrecht dat
's-
Hertogenbosch onderhandelde over overgave.
Ordonnantie zal worden gedepêcheerd.
3
De ruiters van het garnizoen van
Geertruidenberg en van
Woudrichem
verzoeken
onmiddellijke betaling van de hun door de RvS
toegekende 5.000 gld. vanwege het rantsoen van de kapiteins
De
Bonours
en
Symon de Groffals, die op het
land gevangen
zijn genomen en aan
de ruil van gevangenen te water mogen deelnemen.
HHM machtigen de RvS de supplianten te verwijzen naar het kantoor van de contributies te
Heusden. Het bedrag moet teruggevorderd worden van die personen die
in ruil voor bovengenoemde gevangenen zijn vrijgelaten.
4
Wilhelm Copes, afgezonden van het garnizoen van
Soest
[in Westfalen],
verzoekt HHM aan te geven waaruit dit garnizoen en de overige
troepen
van het Brandenburgse regiment onderhouden moeten worden en door
welke gebieden het
genoemde
regiment eerder is onderhouden, aangezien
graaf
Willem van Nassau zich met
meer soldaten
naar
dit gebied begeeft.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven voor onderzoek en advies over het onderhouden van het regiment.
5
Wachtmeester
Hans Sursen van Veller, luitenant van het regiment van overste
Ferents, verzoekt om vergoeding
voor het
vervangen
van de majoor van dit regiment gedurende zijn ziekte.
HHM besluiten hier niet op in te kunnen gaan.
6
De
weduwe van Matys Treurniet verzoekt om betaling van de werken, die voor het land voor
contant geld zijn aanbesteed.
HHM schorten een besluit op. De heren van
Holland zeggen toe het verzoek met hun
principalen
te bespreken.
7
De
weduwe van
Kettler verzoekt
controleur
Retzer
te gelasten
de assignatie van 32.000 gld. te betalen waarmee ze op 21 april
door
HHM
is geassigneerd op de restanten van
Kleef.
HHM besluiten het advies van de RvS in te winnen.
8
Volckert van Aytha en
Daniel Godyn,
controleurs van de
21-jarige rekening van de
VOC ter
Kamer
Amsterdam
, verzoeken om vergoeding van hun diensten en
vacaties gedurende vijf jaar.
HHM besluiten het verzoek aan de Bewindhebbers ter Kamer Amsterdam te geven om hun mening te vernemen.
9
De pachters van het kwart van de konvooien en licenten lopend van 1 sept. 1627 tot en met 31 aug. 1628 verzoeken commissarissen met wie de supplianten de zaken kunnen afwikkelen.
HHM besluiten
Huygens,
Brunix,
Manmacker,
Ploos,
Eysinga,
Ter
Culen en
Clant op te
dragen de
liquidatie
af te handelen.
10
Sommelsdijck en thesaurier-generaal
Van
Goch compareren. Zij
melden dat Z.Exc. en de RvS het van groot belang achten dat
Ruhrort en
Büderich in het
komende
voorjaar goed worden versterkt. Voor beide fortificaties is 130.000
gld. aan contanten nodig. Verschaft men deze niet, dan kan het wel
oplopen tot 300.000
gld.
Ze verzoeken HHM te regelen dat niet alleen de consenten voor dit
bedrag door de provincies gedragen worden, maar dat zij hun quoten
prompt en in contanten opbrengen.
De heren van
Holland zeggen toe het verzoek met hun
principalen
, in Landdag bijeen,
te
bespreken.
11
Sommelsdijck en
Van Goch compareren en
berichten dat
Burlamachi gisteravond in
's-
Gravenhage is teruggekeerd. Hij neemt het hen
zeer
kwalijk dat zijn reis in
Rotterdam is
vertraagd
door zijn civiele arrest uit naam van HHM door de RvS. Hij
beweert niet gearresteerd te kunnen worden omdat hij het land is
binnengekomen met geloofsbrieven van de
koning van
Groot-Brittannië. Desondanks stemt hij in met het geven
van
een assignatie van 120.000 gld. op
Calandrini
c.s.
te
Amsterdam, te betalen uit de opbrengst van het
geschut dat
Burlamachi Calandrini c.s. binnen drie jaar zal sturen volgens het
met
hen gesloten contract. Het is ook mogelijk dat HHM enkele stukken
van
het geschut aannemen met een evenredige waarde. Sommelsdyck en Van
Goch
verzoeken HHM te verklaren of zij instemmen met de assignatie.
De heren van
Holland verzoeken deze zaak met hun
principalen
te mogen bespreken.
Intussen
besluiten HHM de RvS te machtigen alle middelen te gebruiken om met
zo
min mogelijk belediging nadere verzekering te krijgen van de schuld
van
181.000 gld., waarbij een andere dan contante betaling wordt
geweigerd.
Vane,
extraordinaris ambassadeur van de koning van Groot-Brittannië,
moet
van alles op de hoogte gehouden worden.