19 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Ontvangen zijn een brief van de raden van State
Cappelle en
Oenema d.d. Wezel 15
dec. en een brief van de commissarissen
Brauw en
Beaufort d.d. Rees 14 dec. aan
graaf
Willem
van Nassau. Beide brieven melden dat vrijwel alle troepen
die
langs de
Rijn opwaarts trekken, geen geld en brood
hebben. Dit moet geregeld worden om problemen te voorkomen.
Cappelle en
Oenema geven HHM in overweging deze troepen één maand soldij te
geven voor hun onderhoud en intussen de inkwartiering in het
Land van
Berg,
Mark
en
Kleef
te regelen. Dit geld kan later van deze gebieden worden
teruggevorderd.
Verder willen Cappelle en Oenema weten of men de door kapitein
Ripperbant veroverde stad
Solingen
moet handhaven.
HHM besluiten beide brieven aan de RvS te geven om na overleg met Z.Exc. een beslissing te nemen. HHM vinden het een goed idee in allerijl geld te lenen voor een halve maand gage om des te beter de inkwartiering op gang te brengen. Het geld kan later van de genoemde landen teruggevorderd worden.
2
Ontvangen is een brief van mr.
Pieter Crap, advocaat-fiscaal van de Admiraliteit in het
Noorderkwartier, d.d. Hoorn 15 dec. met de maandstaat van de
inkomende
en uitgaande konvooien en licenten van de onder deze
Admiraliteit
vallende kantoren
van 1 sept.
1628 tot en met 31 augustus 1629.
HHM nemen geen besluit.
3
De burgemeesters en raad van
Keulen doen in hun brief d.d. Keulen 23 nov. hun beklag over
commandant
Mulert omdat hij een
paard van een
neutraal persoon tegen losgeld heeft laten vrijkopen. Ze verzoeken
dit
ongedaan te
maken.
HHM besluiten de brief aan de RvS te geven om te beslissen.
4
Ontvangen zijn een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. Amsterdam 12 dec. en een brief van de burgemeesters en raad van
Hamburg d.d. 12 nov. met het verzoek honderdvijftig last graan van
Amsterdam naar Hamburg te mogen sturen.
HHM maken bezwaar tegen de uitvoer omdat de voorraad graan klein is.
5
Kapitein-ingenieur
Jan van den Bosch en controleur
Thomas
Humfrey verzoeken om
voor hun buitengewone inspanningen bij het naderen van de kleine
schans
voor 's-
Hertogenbosch hetzelfde geld of dezelfde
medaille te krijgen als degenen die naar de grote schans zijn
opgetrokken.
HHM stellen een besluit uit.
6
Agent
Heymbach verzoekt in zijn memorie de reversiebrief van de
graaf zu
Schwarzenberg te restitueren tegen de veertien dagen
geleden
bij HHM ingediende originele ratificatie van de
keurvorst
van
Brandenburg.
Voordat HHM besluiten zal de
griffier nogmaals het in juli met de keurvorst
van Brandenburg gesloten akkoord nakijken en er verslag van
doen.
7
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 14 dec. over het verzoek van de
weduwe van
Jan Claesz. Bijl,
voormalig kapitein van de pioniers. Byl
heeft goed werk verricht bij het overbrengen van galerijen en is
in
het leger ziek geworden en gestorven. De RvS vindt dan ook dat de
weduwe als vergoeding 500 gld. mag worden toegekend.
Gelet op de brief van
Z.Exc. ten gunste van de weduwe d.d. 17 dec., besluiten HHM haar
1.000 gld. toe te kennen waarvan ordonnantie zal worden
gedepêcheerd.
8
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 30 nov. over een door burgemeesters en raad van
Groningen aan HHM geschreven brief d.d. 22 okt. ten gunste van de
volmachten van het kerspel
Blijham in
Westerwolde.
Zij verzoeken om represaillemaatregelen tegen de schade die hun is
berokkend door het vijandelijke leger bij het binnentrekken van het
Oldambt ondanks de vrijgeleide. Het advies
luidt
dat de supplianten enigszins geholpen kunnen worden door ontvanger
Jarges op te dragen de ontvanger
van de vijand
te
Lingen schriftelijk aan te manen die van
Blijham schadevergoeding te geven. Gebeurt dit niet, dan zal men
er
van deze zijde voor zorgen dat het kwartier van Lingen hierin
voorziet.
HHM stemmen in met het advies en keuren goed dat de RvS de provincie
Groningen
via ontvanger Jarges schrijft wat hierboven vermeld staat,
met uitzondering van het dreigement.
9
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 14 dec. over het vanwege overste
Ranzou bij HHM ingediende verzoek. De RvS heeft commissaris
Hartman gehoord. Hartman beweert
de in het
verzoek
genoemde schuld niet anders te kunnen betalen dan uit het restant
van
zijn rekening, die hij de RvS heeft overhandigd en die nu vrijwel
gesloten is. Daaruit blijkt dat Hartman 4.000 rijksdaalder tegoed
heeft. De RvS verzoekt HHM te regelen dat dit bedrag uit de hulp
aan
Denemarken gehaald wordt.
HHM besluiten deze zaak terug te wijzen naar de RvS om te beslissen.
10
Gelezen is het advies van de RvS d.d. 3 dec. over het vanwege de
Admiraliteit in het Noorderkwartier
op 30 nov. bij HHM ingediende verzoek om betaling van de transportgelden van de schepen die de
IJssel stroomopwaarts en -afwaarts zijn gevaren.
Overeenkomstig het advies besluiten HHM dat de Admiraliteit altijd al verplicht is geweest deze vrachten te betalen en dat dit dus zo blijft.
11
De belangrijkste aanvoerders van de aanval op
Wezel,
Dirck Muller en
Jan
Rootleer, verzoeken om vergoeding op dezelfde voet als
hun
compagnon
Pieter Muller heeft
ontvangen.
Alvorens te beslissen, zullen HHM de retroacta in de zaak van Pieter Muller nakijken.
12
Op het verzoek van de
weduwe en erfgenamen van Lambert van Tweenhuysen stemmen HHM in met
voorschrijven aan de
koning van
Zweden opdat snel en goed rechtgesproken zal worden in de
zaak van de supplianten tegen
Heyndrick
Lantinck,
raadsheer te Reval.
13
Jacob van Duynen, solliciteur van de compagnie van de markies van
Rouillac, verzoekt de betaling van
deze
compagnie te regelen.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven om met Z.Exc. te bespreken welke genoegdoening men deze compagnie zal geven.
14
Ontvangen is een brief van vice-admiraal
Quast d.d. op de rede
van Duins [Downs] 13 dec. aan boord van de
Zeelandt met een lijst van het geringe
aantal
schepen en jachten dat hij bij zich heeft.
HHM besluiten de brief met de lijst aan de aanwezige gedeputeerden van de Admiraliteiten te geven. Zij moeten antwoord geven op de vraag waarom, in tegenspraak met de orders voor de beveiliging, de kust van
Vlaanderen zo slecht bezet is.
15
Een besluit over het verzoek van de Duitse kerk in 's-
Gravenhage om een royale subsidie in verband met de vele passanten en
afgedankte soldaten, wordt uitgesteld.
16
Willem Schupkens uit Zevenbergen verzoekt om bescherming tegen het optreden
van de fiscaal
Jan Rombouts en de
roomse pastoor
te
Hasselt in het Land van
Luik.
HHM besluiten het verzoek aan de RvS te geven om te beslissen.
17
George Kouttes, luitenant-kolonel van het regiment van de
graaf van
Buccleugh, verzoekt uit
oogpunt van
zijn
diensten, moeite en kosten om toekenning van het traktement van
luitenant-kolonel vanaf het moment dat bovengenoemd regiment is
gevormd,
omdat als gevolg van het vacant zijn van deze post niemand het
traktement heeft ontvangen.
Aangezien HHM goede berichten hebben ontvangen over de suppliant tijdens de afwezigheid van bovengenoemde kolonel, zal hij het traktement van luitenant-kolonel ontvangen vanaf de vorming van het regiment.
18
Op het verzoek van
Rudolphus Francisci Groningensis, aangesteld te
Münster,
Keulen en
Leuven en nu tot het
gereformeerde geloof bekeerd, kennen HHM hem uit medelijden 75 gld.
toe
waarvan ordonnantie zal worden gedepêcheerd. Tevens machtigen HHM
Schaffer de suppliant te peilen of
men door hem
meteen kan ontdekken of de naar verluid in
Utrecht wonende zogenaamde bisschop aanwezig
is.
19
Ontvangen is een brief van de
Admiraliteit te Amsterdam
d.d. Amsterdam 7 nov. en gelezen is het verzoek van
Johan Haga. Beide brieven
berichten dat de
genoemde
Admiraliteit zich er onder verontschuldiging aan onttrekt het
traktement van orateur
Haga te
betalen uit het
geld
van het tweede miljoen.
HHM besluiten nogmaals de Admiraliteit te schrijven het traktement te betalen uit de eerst voorhanden zijnde middelen.
20
De graaf van
Buccleugh verzoekt zijn traktement als kolonel te laten beginnen op de
dag waarop het regiment voor hem gevormd is.
HHM besluiten overeenkomstig de resolutie d.d. 29 nov. dat de gage van de suppliant als kolonel zal beginnen op de dag van de door Z.Exc. verleende akte tot het kolonelschap.
21
De RvS meldt in zijn brief d.d. 's-Gravenhage 18 dec. dat men nogmaals met
Burlamachi gesproken heeft en geprobeerd heeft hem ertoe te bewegen HHM
meteen 181.626 gld. 8 st. te betalen zonder deze schuld te laten
voldoen door het verkopen van het geschut dat af en toe uit
Engeland gestuurd zou worden. Dit zou te weinig
garantie geven voor HHM. Na verder overleg heeft men hem eindelijk
zover gekregen dat HHM of met geschut of met het geld dat de
verkoop
van het geschut oplevert, betaald zullen worden met preferentie
voor
alle anderen en in concurrentie met dezelfde termijnen en sommen
die
de
koningin van Bohemen zal
krijgen. Het geschut
moet zeker naar de Republiek komen om de juwelen van de
koning
van Groot-Brittannië in te lossen, volgens een contract
tussen Burlamachi,
Latseur en
Calandrini in
Amsterdam
opgesteld.
De RvS heeft dit contract onderzocht en in het oorspronkelijke
overgenomen. De RvS meent dat deze zaak met Burlamachi vanwege zijn
kwaliteit
niet verder afgerond kan worden en dat zijn assignatie door Latseur
en
Calandrini geaccepteerd moet worden, zoals al in hun contract ten
profijte van Burlamachi is gebeurd. Wat betreft het bedrag van
25.185
gld., dat door de koning van Groot-Brittannië op HHM wordt gekort
en
dat door commissaris
Hoogenhouck
zonder
lastgeving
van zijn vorst ten dienste van de
koning van
Denemarken is gebruikt, moeten HHM
Joachimi schrijven er zijn best
voor te doen dat
de
koning van Groot-Brittannië deze aanspraak laat vallen omdat het
HHM
niet aangaat. Als men dit verkrijgt, stelt Burlamachi voor nog een
ander bedrag, namelijk 9.026 gld., dat in handen is van Joachimi,
te
laten betalen. Daarmee zou het bedrag van 181.626 gld. 8 st. zijn
voldaan. De RvS kan geen andere middelen bedenken waardoor HHM
sneller
en met meer zekerheid betaald worden.
De heren van
Holland verklaren dat hun
principalen
van
mening zijn dat Latseur en Calandrini de genoemde assignatie moeten
aannemen zonder te letten op het geschut en dat de RvS daartoe alle
mogelijke moeite moet doen. HHM laten het daarbij.
22
Copes is ter vergadering verschenen en heeft de eed afgelegd als
kwartiermeester te Wezel.