24 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1
Na beraad besluiten HHM
Brunixs op te dragen om samen met twee door de heren van
Holland uit de
Gecommitteerde
Raden in
het
Noorderkwartier
en de
Gecommitteerde Raden
in
het Zuiderkwartier
aan hem toe te voegen heren,
maatregelen te nemen voor het bergen van het geschut, de munitie en
het
gereedschap van de bij
Scheveningen gestrande
Frederick Hendrick.
2
Ontvangen is een brief met berichten van agent
Brederode d.d. Bazel 30 nov. waarop geen besluit is genomen.
3
De heren van
Holland geven HHM in overweging de zaak van de wapenstilstand levend
te houden en
Berckel de brieven
van
Merquette d.d. 6 dec. en 21
nov.
als particulier te laten beantwoorden. Daartoe moet een
conceptantwoord op naam van Berckel worden opgesteld. Ten tweede
verzoeken de heren van Holland HHM ervoor te zorgen dat de
provincies
hun quoten voldoen in de vanaf 1628 goedgekeurde subsidies voor de
oorlog te water, en zo snel mogelijk
Doublet hun quoten
verschaffen ter betaling van de oude schulden van de Admiraliteit
tot
en met 1627 volgens de op 27 jan. gemaakte repartitie. Hierin wordt
één wijziging aangebracht namelijk dat in plaats van de
crediteuren
en leveranciers volgens deze repartitie te verplichten hun tegoeden
te
ontvangen in de respectievelijke provincies, zij dit geld bij
Doublet
moeten verkrijgen. Mocht betaling uitblijven dan zijn de
Staten van
Holland
vastbesloten hun consenten aan te wenden voor
de oorlog te
water en niet voor de oorlog te land. Ten derde dienen de heren van
Holland het advies d.d. 20 dec. in dat de gedelegeerde rechters
hebben
opgesteld over de door de
extraordinaris
ambassadeur van
de koning
van
Groot-Brittannië op 28 nov. bij de gedeputeerden van HHM
ingeleverde
memorie betreffende
Amboina
[Ambon].
HHM besluiten over het eerste punt het conceptantwoord na correctie te versturen. De heren van
Zeeland en
Friesland verklaren hier niet mee in te
stemmen. Zij willen dat alle onderhandelingen met de vijand worden
afgebroken. Verder verzoekt
Eysinga om een kopie
van
het antwoord die hem is toegestaan. Op het tweede punt besluiten
HHM de
provincies die in gebreke blijven, ernstig aan te schrijven hun
schulden in de subsidies voor de oorlog te water en de oude
schulden
van de Admiraliteit te voldoen volgens de afgesproken repartitie.
De
verzochte wijziging wordt afgewezen. Wat betreft het derde punt,
wordt de
griffier gelast op grond
van het advies
een
antwoord op te stellen.
4
Geresumeerd is de gisteren door
Pietersz. uit naam van de
WIC
ingediende
deductie tegen het verzoek van de reders van twee schepen uit
Hoorn die bij
Texel gereedliggen
om
zout in
West-Indië te halen. Gelezen is de
memorie
van deze reders die dient ter weerlegging van de deductie waarbij
de
WIC weigert de reders akte van consent en bevrijding te verlenen om
overeenkomstig de uitbreiding en matiging van het octrooi in
West-Indië zout te gaan laden, zonder eerst betaling van enkele
belastingen van de reders te hebben ontvangen. De WIC meent
aanspraak hierop te hebben vanwege eerdere reizen die de reders
naar West-Indië
hebben laten doen om zout te verkrijgen. Deze belastingen willen ze
pas betalen als de zaak die zij tegen de WIC hebben lopen
betreffende
het afwijzen van hun schepen bij
Ilha de Maio, is
beslist.
HHM besluiten dat de WIC de reders onverwijld de gevraagde akte van bevrijding moet verlenen. De reders moeten zo snel mogelijk de belastingen betalen zonder deze liquide belastingen te mogen compenseren met hun illiquide aanspraken van toegebrachte schade. De twee schepen die gereedliggen om uit te zeilen, mogen niet door de WIC worden tegengehouden onder voorwendsel van wanbetaling.
5
HHM besluiten ordonnantie te depêcheren op de post van
Langerack betreffende zijn reiskosten van
Parijs naar 's-
Gravenhage en
terug en
zijn uitgaven tijdens zijn verblijf van vierentwintig dagen in
's-Gravenhage.
6
Johannes Retzer verzoekt zijn rekening te betalen betreffende de door hem
gedane invordering van de geestelijke contributies. Wat bij het
sluiten van de rekening overblijft, moet worden toegewezen aan de
restanten van
deze contributies. Ten tweede verzoekt hij hem traktement toe te
kennen
voor het beheer dat hij zal voeren over het ontvangen en uitgeven
van
het geld voor de soldaten die in het
Land van
Kleef,
het
Mark en
Berg worden
ingekwartierd.
Ten derde vraagt hij hem te machtigen een plaatsvervanger te mogen
gebruiken omdat het niet mogelijk is door de grote afstand alles
zelf
waar te nemen.
HHM besluiten thesaurier-generaal
Van Goch hierover te horen.
7
Johan van Raesvelt, drost van Vollenhove, verzoekt HHM ermee in te stemmen
dat enkele heren die aanwezig zijn in de vergadering van HHM en
enkele
heren die eerder aanwezig zijn geweest, verklaren dat in 1624 bij
HHM
een bepaald beledigend verzoek is ingediend, waarvan een kopie
hierbij
wordt ingeleverd.
HHM stellen een besluit uit.
8
Gelezen is de door agent
Heimbach ingediende memorie uit naam van de
Kleefse
stadhouder en raden te
Emmerik
[Emmerich]. Verzocht wordt een
besluit te nemen over het laatst gesloten akkoord tussen de Kleefse
regering en
de gezant van de keurvorst van Brandenburg, graaf zu
Schwarzenberg, opdat het akkoord
kan worden
uitgevoerd, mede gezien het nadere overleg waartoe men van de kant
van
de
keurvorst van Brandenburg
bereid is. Ten
tweede
wordt verzocht de reversiebrief van de graaf zu Schwarzenberg te
restitueren tegen de drie weken geleden door de keurvorst van
Brandenburg ingediende ratificatie betreffende de betaling van de
100.000 rijksdaalder met rente.
HHM verklaren bereid te zijn tijdens de uitvoering van het traktaat tot overleg met degenen die door de keurvorst van Brandenburg daartoe worden gecommitteerd. Zodra de 15.000 gld. die bij het laatste verdrag door Schwarzenberg zijn toegezegd, zijn betaald, zal diens reversiebrief worden teruggegeven.
9
De kapiteins-ter-zee die ter repartitie van de
Admiraliteit te Amsterdam
staan en onder admiraal
Haultein gediend hebben bij
La Rochelle, verzoeken
hetzelfde kostgeld te krijgen als de kapiteins van de
Admiraliteit te Rotterdam
hebben
ontvangen,
namelijk voor iedere bootsgezel die door de
koning van
Frankrijk op hun schepen is gezet, 7 1/2 st., voor elke
soldaat 8 st. en voor elke edelman of persoon van aanzienlijke
stand 20
st.
Alvorens te besluiten, zullen HHM het advies van de Admiraliteit te Amsterdam inwinnen.
10
Schaffer meldt dat hij in navolging van de resolutie van HHM d.d. 20
nov. een brief heeft onderzocht aan HHM d.d. Stettin [Szczecin]
8/18 aug. van
Pieter
van
Mulhausen en
Elias
Rosyn, voormalige
administratoren in Bohemen. Zij verzoeken om
subsidie tijdens hun ballingschap en beloven het geld terug te
betalen als het beter met hen gaat.
HHM stellen een besluit uit.
11
Secretaris
Huigens compareert en meldt dat de RvS overeenkomstig de resolutie
van HHM d.d. 20 dec. de brief van
Staeckenbrouck
met
Z.Exc. heeft besproken. In deze brief wordt om maatregelen gevraagd
waardoor 's-
Hertogenbosch de aanvallen van de
vijand,
waarvoor Staeckenbrouck waarschuwt, kan weerstaan. Z.Exc. heeft
goedgevonden kapitein
Thienen,
commandant van
's-Hertogenbosch, te schrijven, alvorens maatregelen te
treffen.
12
Gelezen is het verzoek van de
weduwe van Mathys Treurniet om alsnog betaling te krijgen van haar ordonnanties
betreffende met contant geld aanbestede fortificaties.
HHM besluiten deze zaak alsnog te laten bij het door de RvS erop aandringen bij de gedeputeerden van de provincies overeenkomstig de resolutie van HHM d.d. 7 dec. en bij de moeite die door HHM is gedaan om die van
Zeeland
en
Friesland
ertoe te brengen hun quoten in
de 500.000 gld. te verschaffen in plaats van de in 1628 gevraagde
legerlasten.