31 - 12 - 1629
Presentielijst:
Gelderland: |
|
Holland: |
|
Zeeland: |
|
Utrecht: |
|
Friesland: |
|
Overijssel: |
|
Groningen: |
|
Resoluties:
1 1
Culenburch en de andere afgevaardigden van HHM hebben gisteren
De Baugij de verklaring van HHM
over de op 29
dec.
door hem gedicteerde punten ter hand gesteld. De ambassadeur heeft
er
diverse malen sterk op aangedrongen het eerste punt van de
verklaring
op te helderen. Hij wil weten of het de bedoeling is van HHM pas
een
verbond met de
koning van
Frankrijk te sluiten
als de breuk van de Franse koning met
Spanje
heeft plaatsgevonden. Culenburch meldt verder dat de ambassadeur
vandaag
naar
hem
toegekomen is en hem het verzoek tot opheldering van het eerste
artikel heeft gedicteerd. Zodra de ambassadeur op de hoogte is van
de
bedoelingen van de heren Staten zal hij ook die van de koning nader
uiteenzetten.
HHM besluiten het ontwerp voor het verbond dat
Langerack in 1627 is toegestuurd, op te zoeken alsmede de toen
gegeven instructie en alles wat erbij hoort. Nadat HHM deze
papieren
hebben onderzocht, zal men verder gaan met deze
zaak.
2
Ontvangen is een brief met bijlagen met berichten van agent
Brederode d.d. Bazel 2/12 dec., waarop geen besluit is gevallen.
3
Geresumeerd is de resolutie van HHM d.d. 29 dec. over het plegen van overleg met de afgevaardigden van de
Aartshertogin van Brabant over de
Meierij van 's-Hertogenbosch.
HHM besluiten
Brunixs,
Jensma uit de RvS en
thesaurier-generaal
Van Goch op te dragen een
dergelijke bijeenkomst
te
houden. De resolutie wordt niet gewijzigd.
4
Brunixs en de andere gedeputeerden van HHM (
Feit
is vertrokken en wegens afwezigheid is
Ter
Culen
vervangen door
Haersolte) hebben
overeenkomstig
de
resolutie van HHM d.d. 14 dec. het nog hangende proces onderzocht
tussen kapitein van een compagnie
infanterie in dienst van de Republiek
De
Loge,
impetrant in cas d'appèl,
aan de
ene kant en solliciteur van
de
Franse troepen
Gooswijn Meurskens,
gedaagde, aan
de andere
kant.
Ze hebben het hieronder vermelde conceptvonnis opgesteld.
HHM stemmen in met het vonnis en besluiten het beide partijen ter hand te stellen.
In de voor HHM hangende zaak tussen kapitein De Logés, opvolger van kapitein
Villetard, impetrant in cas d'appèl, aan de ene
kant en solliciteur van de Franse troepen Gooswyn Meurskens,
gedaagde, aan de andere kant, verklaren HHM
dat
de impetrant door het vonnis van de RvS niet is verongelijkt. HHM
ontzeggen de gedaagde zijn eis van schade en rente
terzake
van het tegen de impetrant in hoger beroep gaan om vergoeding van
de kosten van het proces te verkrijgen.
5
Rantwijck doet verslag van zijn gesprek met Z.Exc. over de
conceptantwoorden op de door
Vane
ingediende
memories.
HHM stellen de antwoorden vast en zullen ze door de eerdere gedeputeerden aan Vane laten overhandigen.
6
Kapitein
Brederode compareert en bericht over de stranding van de
Frederick Hendrick bij
Scheveningen.
HHM gelasten hem zijn verhaal schriftelijk in te dienen, wat hij heeft toegezegd.
7
Claes Willemsz., aannemer van het maken van vier hoofdwachten in de
Nederbetuwe, verzoekt om betaling van 1.746 pond 13 sch. 4 d. of
minstens 1.600 gld. van dit bedrag aan obligaties en de rest in
contanten.
HHM besluiten de RvS te verzoeken om te regelen dat de suppliant zo snel mogelijk betaald wordt.
8
Wynant Adriaensz. van de Gracht verzoekt om betaling van 2.914 gld. 1 st. voor in 1625 en
1626 door hem geleverde wagendiensten.
HHM besluiten de RvS te verzoeken ervoor te zorgen dat de suppliant zo snel mogelijk zijn geld krijgt.
9
Steven van Hartevelt, drost van Zevenaar, verzoekt HHM het kasteel en de stad
Zevenaar van krijgsvolk te ontlasten en de
eerdere
neutraliteit te herstellen. Mochten HHM besluiten dat het kasteel
en de
stad van troepen voorzien blijven, dan verzoekt hij hem in ieder
geval
het kasteel als woning te laten, de soldaten in de stad in te
kwartieren en alleen de wacht te laten houden bij het kasteel in
een
wachthuis.
HHM besluiten een beslissing aan Z.Exc. over te laten.
10
Johan van Raesvelt, drost te Vollenhove, verzoekt alsnog een beslissing te
nemen over zijn op 24 dec.
bij
HHM ingediende verzoek.
HHM besluiten alvorens een beslissing te nemen de toenmalige griffier, thesaurier-generaal
Van Goch, hierover te horen.
11
De graaf van
Culenborch meldt dat ambassadeur
Camerarius blijft
aandringen op een verklaring van HHM over zijn op 20 april ter
vergadering gedane voorstel om een onverbrekelijk verbond te
sluiten met
Zweden ter verbetering van de
zaken in
Duitsland en ter verlichting van vele onderdrukte
prinsen. Tevens heeft hij voorgesteld het eind april afgelopen
verbond
met de koning van Zweden te
vernieuwen.
HHM besluiten het voorstel en het eerdere verbond op te zoeken en ter vergadering te bestuderen.
12
Winsemius rapporteert dat hij de brief van de graaf zu
Schwarzenberg d.d. Emmerik
[Emmerich] 29 nov.
heeft
geopend. De
graaf beklaagt zich erover dat de
Raad van
Vlaanderen
te Middelburg op verzoek van de overleden
vrijheer van
Kettler op 10 maart
mandement tot
beslaglegging heeft gegeven op enkele goederen die de
keurvorst van Brandenburg in
Vlaanderen heeft om daarop te verhalen wat de
impetrant naar zijn zeggen rechtens toekomt betreffende de
heerlijkheid
Monschau en andere aanspraken. Met dat doel heeft
hij
het bovengenoemde mandement laten uitvoeren op 14 maart bij
klokslag.
De graaf verzoekt HHM de Raad van Vlaanderen te gelasten wegens de
in
bovenvermelde brief genoemde redenen het mandement in te trekken en
het
exploot te vernietigen.
HHM besluiten alvorens een beslissing te nemen de brief, de kopie van het mandement en het exploot aan de Raad van Vlaanderen te sturen voor informatie en advies.
13
Winsemius rapporteert dat hij de brief van de
Kleefse
stadhouder en raden d.d. Emmerik 4 dec. in
antwoord op de brief van
HHM
d.d. 28 nov. heeft geopend. Zij beloven ritmeester
Gevenich de helft van de door HHM
aan hem
gegeven
assignatie van 5.262 gld. te betalen in mindering van de door de
graaf
zu
Schwarzenberg beloofde 15.000 gld.
Ze zijn van
plan
de andere helft van de assignatie en de rest van de 15.000 gld. te
verrekenen tegen wat overste
Gent
ingevolge een
vonnis heeft verworven sinds de afspraak met de graaf.
HHM besluiten de regering te
Emmerik
[Emmerich] aan te manen de resterende helft van de assignatie te
voldoen.
14
Winsemius rapporteert dat
Johan
Preijscher,
gevolmachtigde van Bremen, namens de kooplieden van
Bremen in een memorie heeft verklaard dat de
kooplieden van de Republiek op de kantoren van de konvooien en
licenten
naar
Hamburg twintig kazen per schippond mogen
uitvoeren en naar Bremen niet meer dan tien kazen per schippond. De
kooplieden verzoeken toe te staan dat de kooplieden die hun kazen
naar
Bremen verschepen, per schippond twintig kazen mogen ontschepen,
net
als voor de kooplieden op Hamburg geldt.
HHM besluiten alvorens een beslissing te nemen een kopie van de memorie aan de
Admiraliteit te Amsterdam
,
in het Noorderkwartier
en
te Dokkum
te sturen voor inlichtingen en advies.
15
HHM verlenen de deken van
Hilvarenbeek paspoort voor hem en zijn twee dienaren om via
Lillo naar
Antwerpen te gaan en
vandaar naar
Brussel ter bevordering van de
paspoorten
voor de gedeputeerden van HHM die met de gecommitteerden van de
Aartshertogin van Brabant overleg
gaan plegen
over
de
Meierij van 's-Hertogenbosch.