12/02/1630, 6

 
English | Nederlands

6 Cornelis van der Schuijr, solliciteur, beklaagt zich dat hij nog niet is betaald voor de 7.480 gld. die door hem zijn verstrekt aan de kapiteins Pieter van Dijck, Johan Lodewijck en Christiaen Meijs. Hij verzoekt om eindelijk te worden betaald, hetzij met contant geld, hetzij met een obligatie, verhoogd met de rente sinds 16 dec. 1629.
De aanspraak van Van der Schuijr wordt gegrond geacht. De RvS wordt verzocht en gemachtigd hem te laten uitbetalen door de ontvanger-generaal of hem een obligatie te verstrekken.